herhaling 3.1,2,3 deel

Programma
uitleg 3.3 eerste deel
herhalen van 3.1,3.2 en 3.3 door quiz
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programma
uitleg 3.3 eerste deel
herhalen van 3.1,3.2 en 3.3 door quiz

Slide 1 - Tekstslide

Toets scheikunde
Is summatief
3.1 + 3.2 + 3.3 (alleen 105 en 106) + rekenvaarigheden
Staat gepland voor donderdag
Zorg dat je een rekenmachine hebt

Slide 2 - Tekstslide

Ik wil de toets 'gewoon' op donderdag
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quizvraag

Huiswerk niet af?!
Dylana, Yordi, Ruben, Niels, Quinten, Michelle, Levi, Joran, Jeffrey, Jaro, Ilse, Evelien, Eva 3x, Emelie, Daan.

Vrijdag verplicht aanwezig in de flexles.

Slide 4 - Tekstslide

leerdoelen 3.3 blz 105 en 106
Je weet wat de wet van behoud van massa is
Je kan rekenen met de wet van behoud van massa

Slide 5 - Tekstslide

Opfrissen: wet van behoud van massa 
In 1789 formuleerde de fransman Antoine Lavoisier wet van massabehoud. Hij was niet de eerste, want in Rusland was de wet al in 1748 door Michael Lomonosov bewezen met experimenten.  
Beide wetenschappers realiseerden zich dat bij chemische reacties ook vaak gassen een rol spelen. Ze bedachten hoe ze deze gassen konden opvangen en meewegen.  Zo ontdekten ze de wet van behoud van massa!



 

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 1. Geef in je eigen woorden de wet van behoud van massa.

Slide 7 - Open vraag

Uitleg van de wet van behoud van massa op deeltjesniveau





Voor                         Na
1 C-atoom              1 C-atoom
4 H-atomen             4-H atomen
4 O-atomen             4 O-atomen


Conclusie:
Bij een chemische reactie blijven de atomen behouden . 

Slide 8 - Tekstslide

De weegschaal is in balans.
Nu steekt Jasmijn een kaars aan.
Leg uit wat zij na enige tijd zal
waarnemen.
A
De kant waar de kaars op staat gaat omhoog.
B
De kant waar de kaars op staat gaat omlaag.
C
De balans blijft in evenwicht

Slide 9 - Quizvraag

Jasmijn doet de proef nogmaals,
maar nu zet ze een stolp over kaars.
Wat zal ze waarnemen?
A
De kant waar de kaars op staat gaat omhoog.
B
De kant waar de kaars op staat gaat omlaag.
C
De balans blijft in evenwicht

Slide 10 - Quizvraag


Geef het reactieschema (in woorden) voor de ontleding van aluminiumoxide. Zet ook de fasetoestanden bij de stoffen.

Slide 11 - Open vraag

rekenen met de wet van behoud van massa
Het reactieschema voor de ontleding is:
aluminiumoxide (s) -> aluminium (s) + zuurstof (g)

Bij de ontleding van 17 g aluminiumoxide krijg je 9 g aluminium. 
Bereken hoeveel gram zuurstof bij de reactie ontstaat.  

Berekening: 17 - 9 = 8 gram zuurstof

Slide 12 - Tekstslide

Voor het verbranden van 6,0g magnesium is 4,0g zuurstof nodig. Hoeveel magnesiumoxide ontstaat hier?
A
6,0 gram
B
4,0 gram
C
10 gram
D
16 gram

Slide 13 - Quizvraag

Bij de verbranding van calcium ontstaat calciumoxide.
De massaverhouding tussen calcium en zuurstof is 5,0 : 2,0. Bereken hoeveel gram zuurstof je nodig hebt om 3,5 gram calcium volledig te verbranden.

Slide 14 - Open vraag

meer oefenen?
flex vrijdag 
en maken 3.3 opdracht 18,19,20,21,22,23

Slide 15 - Tekstslide

herhalen van 3.1 en 3.2

Slide 16 - Tekstslide

Wat is géén voorbeeld van een energiebron?
A
Licht
B
Wind
C
Voeding
D
Aardgas

Slide 17 - Quizvraag

Wat verandert er bij de Wet van behoud van energie?
A
Niks
B
De hoeveelheid energie
C
De soort energie

Slide 18 - Quizvraag

Bij een exotherme reactie bevatten de beginstoffen ...... dan de reactieproducten (vul in)
A
minder energie
B
meer energie
C
evenveel energie

Slide 19 - Quizvraag

Het condenseren van waterdamp is een...
A
exotherm proces
B
endotherm proces

Slide 20 - Quizvraag

Is dit energiediagram van een endotherme of exotherme reactie?
A
Endotherm
B
Exotherm

Slide 21 - Quizvraag

Bij een endotherme reactie wordt de temperatuur voor en na de reactie gemeten. Voor de reactie is de temperatuur 20°C, wat is de temperatuur na de reactie?
A
Dat is afhankelijk van de soort stof
B
20°C
C
Hoger dan 20°C
D
Lager dan 20°C

Slide 22 - Quizvraag

Maak de volgende zin af: Bij de verbanding van hout…
A
komt warmte vrij, dus het is een exotherme reactie.
B
wordt warmte ontrokken, dus het is een endotherme reactie.
C
wordt warmte ontrokken, dus het is een exotherme reactie.
D
komt warmte vrij, dus het is een endotherme reactie.

Slide 23 - Quizvraag

Hoe heet de energie die opgeslagen zit in vrijwel alle chemische stoffen?
A
Reactie energie
B
Onzichtbare energie
C
Nucleaire energie
D
Chemische energie

Slide 24 - Quizvraag

Effectieve botsing
Voor een reactie is een effectieve botsing nodig. Als moleculen van de beginstoffen met voldoende snelheid en op de juiste plek tegen elkaar botsen vindt er een chemische reactie plaats. 

Slide 25 - Tekstslide

Katalysator
Katalysator zorgt ervoor dat Eact wordt verlaagd.

Slide 26 - Tekstslide

Wat is een effectieve botsing?
A
Een botsing van deeltjes waarbij geen reactie plaats vindt.
B
Elke botsing van deeltjes.
C
Een botsing van deeltjes die een reactie laat plaatsvinden.

Slide 27 - Quizvraag

Welk van de methoden om reactiesnelheid te beïnvloeden kan niet worden verklaard met het botsende deeltjes model?
A
Verdelingsgraad
B
Concentratie
C
Temperatuur
D
Katalysator

Slide 28 - Quizvraag

De reactiesnelheid is hoger bij
A
Hoge temperatuur
B
Lage temperatuur

Slide 29 - Quizvraag

Wat is de invloed van de concentratie azijnzuur op de hoeveelheid gasbelletjes?
A
een hogere concentratie azijnzuur --> minder belletjes
B
een hogere concentratie azijnzuur --> meer belletjes
C
concentraties azijnzuur -> geen invloed op de hoeveelheid belletjes

Slide 30 - Quizvraag

Wat is maar op een specifieke reactie van toepassing
A
een katalysator
B
de verdelingsgraad
C
de temperatuur
D
de concentratie

Slide 31 - Quizvraag

De reactiesnelheid is lager bij
A
Fijne verdelingsgraad
B
Minder fijne verdelingsgraad
C
Verdelingsgraad is niet van invloed

Slide 32 - Quizvraag

Ik kom vrijdag (vrijwillig naar de flex?)
A
ja
B
nee
C
misschien

Slide 33 - Quizvraag