LJ1 - unit 2.4 Grammar / LJ 2 - Unit 2.4 Vocabulary

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 1

	Vak: Engels Hoofdstuk: Unit 2
1.	Lesopening / Lesson opening
2.	Leergebiedoverstijgende doelen
3.	Lesdoel / Goals
4.	Instructie / Instruction
5.	Begeleid inoefenen / Guided practice
6.	Zelfstandig werken / work independently
7.	Evaluatie / Evaluation

1. Lesopening/lesson opening LJ1/LJ2

LJ1: Take your English book and open it on page 137. 

LJ2: Take your English book and open it on page 76. Make exercise 41 and 42.

Ready? Check the assignments. Than open the app Quizlet and practise the words of paragraph 2.3 and 2.4 or take the word search of lesson 2.3 or 2.4

2. Lesdoel

Aan het einde van de les:

- kun je de grammar over much en many toepassen

- kun je de grammar over have got toepassen

- kun je de grammar over can en can't toepassen

Leergebied overstijgende doelen:

Reflecteren

- Kijk eigen werk na en verbeter waar nodig

- Beoordeel of je de juiste prioriteiten hebt gesteld en geef aan welke gevolgen dit voor je planning heeft

Zelfstandig leren

- Zet je voor langere tijd in voor werk wat je moeilijk vindt, niet leuk vindt of als je afgeleid bent

- Reflecteer tijdens het werken op je gemaakte werk, door na te kijken, verbeteren en te bepalen welke doelen nog geoefend moeten worden

4. Instructie

Iedereen doet mee met de instructie!

ALTIJD HOOFDLETTER!!

ALTIJD HOOFDLETTER!!

Kunnen: can/can't 

Bevestigend +

I can help

You can help

He/she/it can help

We/you/they can help 

Kunnen: can/can't

Ontkennend:

I can't help 

You can't help

He/she/it can't help

We/you/they can't help

Kunnen: can/can't

Vragend?:

Can I help?

Can you help?

Can he/she/it help?

Can we/you/they help?

many

much

Much or many?
food

1. much
2. many

Much or many?
potatoes

1. much
2. many

Much or many?
picture

1. much
2. many

Much or many?
sugar

1. much
2. many

HAVE GOT

I have got

you have got

he, she, it HAS got

we have got

you have got

they have got

+ lange vorm

- korte vorm

HAVE ..... GOT / HAS ..... GOT

I have got a blue winter coat.
I have got an old bike.

She has got a present.

We have got a flat tyre.
I have got a coke for you.
They have got a note book at school.

Have I got  a blue winter coat?
Have you got an old bike?

HAS he, she, it got a present?

Have we got a flat tyre?
Have you got a coke for me?
Have they got a note book at school?

6. Instructie

Je maakt zelfstandig opdracht 44 t/m 48 op bladzijde 78 t/m 80

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna ga je de woordjes oefenen van paragraaf 2.3 en 2.4

7. Evaluatie/Evaluation

How was this lesson?

Do you have any questions about this lesson?

Homework on the next page. 

Homework

Homework LJ1:                                         Homework LJ2:

Wednesday 8 December                      Wednesday 8 December

Unit 2.4 exercise 44 t/m 47                 Unit 2.4 exercise 41