Hoofdstuk 3 Formules en Grafieken

3 kader - Wiskunde
Hoofdstuk 3 Formules en Grafieken 

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

3 kader - Wiskunde
Hoofdstuk 3 Formules en Grafieken 

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 3 Formules en Grafieken
- Soorten grafieken
- Grafiek tekenen bij een formule
- Regelmaat in tabellen ontdekken
- Formule maken bij tabel


Slide 2 - Tekstslide

Opstarter:
Voedsel kan buiten de koelkast snel bederven. Dat komt doordat het aantal bacteriën snel groeit bij hogere temperatuur. De grafiek gaat over het aantal bacteriën in een schaaltje yoghurt.

Welke bewering klopt?
A
De grafiek is een rechte lijn
B
De grafiek stijgt steeds sneller
C
De grafiek stijgt steeds langzamer
D
De grafiek daalt steeds sneller

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Deze grafiek is een ...
A
Lineaire grafiek
B
Horizontale grafiek
C
Vloeiende kromme
D
Schuine grafiek

Slide 5 - Quizvraag

Deze grafiek is een ...
A
Lineaire grafiek
B
Horizontale grafiek
C
Vloeiende kromme
D
Schuine grafiek

Slide 6 - Quizvraag

John berekent zijn inkomsten met de volgende formule:

Inkomsten in € = 25 + 130 x tijd in weken
  1. Wat betekent het getal 25?
  2. Wat betekent het getal 130?
  3. Maak van de woordformule een formule met alleen letters. 
  4. Wat zijn de variabelen in de formule?
  5. Welke eenheden horen bij deze variabelen?
  6.  Hoeveel verdient John bij 8 weken werken?
  7. Hoeveel verdient hij in een jaar?

Slide 7 - Tekstslide

Inkomsten in € = 2,61 x tijd in uren
1. Bereken de inkomsten bij 12 uur werken.
2. Wat is het begingetal?
3. Wat verdien je per uur?

Slide 8 - Open vraag

Wat zijn de variabelen in de formule?
B=2,50+3p
A
p
B
2,50
C
3
D
B en p

Slide 9 - Quizvraag

In welke tabel zit regelmaat?
A
Bovenste
B
Onderste

Slide 10 - Quizvraag

Richtingcoëfficient
(ook wel r.c.)
Wat er per 1 bij komt, noem je het richtingscoëfficient. 
45 : 3 = 15
15 : 1 = 15
30 : 2 = 15
Er zit regelmaat in de tabel. 
De r.c. = 15

Slide 11 - Tekstslide

Zit er regelmaat in de tabel?
Zo ja, wat is de richtingscoëfficient?

Slide 12 - Open vraag

Zit er regelmaat in de tabel?
Zo ja, wat is de r.c.?

Slide 13 - Open vraag

Hoort de tabel bij deze formule?
B=28+5t
Verklaar je antwoord

Slide 14 - Open vraag

inkomsten (€) = 12,50 + 8,75 x tijd (uren)

Maak van de woordformule een formule met letters

Slide 15 - Open vraag

inkomsten (€) = 12,50 + 8,75 x tijd (uren)

Wat zijn de variabelen in de formule?

Slide 16 - Open vraag

inkomsten (€) = 12,50 + 8,75 x tijd (uren)

Welke eenheden horen bij de variabelen?

Slide 17 - Open vraag

inkomsten (€) = 12,50 + 8,75 x tijd (uren)

Hoeveel verdien je bij 8 uur werken?
Geef je berekening.

Slide 18 - Open vraag

Is er een regelmatige toename? zo ja, geef de r.c.
A
Ja, de r.c. is 4
B
Ja, de r.c. is 0,4
C
Ja, de r.c. is 6
D
Nee, dus ook geen r.c.

Slide 19 - Quizvraag

Is er een regelmatige toename? zo ja, wat is de r.c.?

Slide 20 - Open vraag

Welke van de formules hoort bij de tabel?
A
H = 3t + 2
B
H = 2t + 3

Slide 21 - Quizvraag