V3-C6-§2 Samentrekking controleren

V3-C5-§10-WS De woordsoort van het en je
Als in een samengestelde zin dezelfde woorden twee keer voorkomen, kun je die woorden meestal de tweede keer weglaten. Dat heet een samentrekking:
 
De wandelaars uit Nederland zochten de berghut, maar () verdwaalden in het bos.
Griekspoor won () en Van de Zandschulp verloor zijn wedstrijd in de eerste ronde van de Australian Open.
Op de plaats van het streepje zijn De wandelaars uit Nederland en zijn wedstrijd weggelaten. 
Woorden weglaten mag alleen als aan drie voorwaarden wordt voldaan.
De woorden hebben:
(A) dezelfde functie (onderwerp, lijdend voorwerp, koppelwerkwoord enzovoort);
(B) dezelfde betekenis;
(C) hetzelfde getal (enkelvoud of meervoud).
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

V3-C5-§10-WS De woordsoort van het en je
Als in een samengestelde zin dezelfde woorden twee keer voorkomen, kun je die woorden meestal de tweede keer weglaten. Dat heet een samentrekking:
 
De wandelaars uit Nederland zochten de berghut, maar () verdwaalden in het bos.
Griekspoor won () en Van de Zandschulp verloor zijn wedstrijd in de eerste ronde van de Australian Open.
Op de plaats van het streepje zijn De wandelaars uit Nederland en zijn wedstrijd weggelaten. 
Woorden weglaten mag alleen als aan drie voorwaarden wordt voldaan.
De woorden hebben:
(A) dezelfde functie (onderwerp, lijdend voorwerp, koppelwerkwoord enzovoort);
(B) dezelfde betekenis;
(C) hetzelfde getal (enkelvoud of meervoud).

Slide 1 - Tekstslide

V3-C5-§10-WS De woordsoort van het en je
Zo controleer je een samentrekking:
Noteer de woorden die in het tweede deel van de zin weggelaten zijn.
Bepaal de functie(s) (zww, kww, hww, pv, ow, wg, lv, mv, bwb), de betekenis en het getal van de overgebleven woorden in het eerste deel van de zin.
Bepaal de functie(s), de betekenis en het getal van de weggelaten woorden in het tweede deel van de zin.
Controleer of de functie(s), de betekenis en het getal in beide gevallen hetzelfde zijn. In dat geval is de samentrekking correct.

Als er sprake is van een foutieve samentrekking, plaats je de weggelaten woorden of een verwijswoord alsnog in de zin.

Slide 2 - Tekstslide

V3-C5-§10-WS De woordsoort van het en je
Voorbeeld:
De brandweerman was dapper en () daarom het brandende huis binnengegaan.
Weggelaten: de brandweerman; was
de brandweerman = ow, enk; pv in het ng (was [dapper]) = kww, was = enk
de brandweerman = ow, enk; pv in het wg (was binnengegaan) = hww, was = enk
de brandweerman – correct; was – fout
De brandweerman was dapper en () was daarom het brandende huis binnengegaan.

Slide 3 - Tekstslide

V3-C5-§10-WS De woordsoort van het en je

Slide 4 - Tekstslide

V3-C6-§2 Samentrekking controleren

Slide 5 - Tekstslide

V3-C5-§10-WS De woordsoort van het en je

Slide 6 - Tekstslide

V3-C5-§10-WS De woordsoort van het en je

Slide 7 - Tekstslide

V3-C5-§10-WS De woordsoort van het en je

Slide 8 - Tekstslide

V3-C5-§10-WS De woordsoort van het en je

Slide 9 - Tekstslide

V3-C6-§2 Samentrekking controleren

Slide 10 - Tekstslide