Burgerschap- Liefde

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1Leerroute 2Leerroute 3Leerroute 4Leerroute 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag

  • Vooruitblik volgende lessen burgerschap
  • Video 
  • Quizvragen & uitleg
  • Liefdesspel 

Slide 4 - Tekstslide

0

Slide 5 - Video

Wanneer is het Valentijnsdag?
A
14 januari
B
14 februari
C
14 maart
D
1 april

Slide 6 - Quizvraag

Waarom is het hart het symbool van de liefde?
A
Omdat het een rode kleur heeft.
B
Omdat je zonder hart niet kunt leven.
C
Men dacht dat je kon denken met je hart.
D
Men dacht dat alle emoties zich in het hart bevonden.

Slide 7 - Quizvraag

In welk land vieren ze Valentijnsdag heel groot?
A
Oostenrijk
B
Amerika
C
Roemenië
D
Frankrijk

Slide 8 - Quizvraag

Maak de volgende spreekwoorden af.

Welk woord staat op de ........?

Slide 9 - Tekstslide

Liefde maakt........

Slide 10 - Open vraag

Een blauwtje..........

Slide 11 - Open vraag

Oude liefde.........niet.

Slide 12 - Open vraag

1. Wat betekent transgender zijn?
A
Een man die zich verkleedt als vrouw
B
Iemand die zich niet identificeert met het geslacht waarmee diegene is geboren
C
Een vrouw met mannelijke eigenschappen

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

4. Kies je of je homo-, lesbisch-, bi- of heteroseksueel bent?
A
Je kiest er niet voor. Je wordt met een seksuele voorkeur geboren en dit verandert daarna niet meer.
B
Je kiest er wel voor. Je kunt je seksuele voorkeur veranderen.
C
Je kiest er niet voor. Het is meer een ontdekking dan dat het vast staat.

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

6. Welke van de volgende stellingen is waar?
A
Het is de natuur dat soorten zich voort willen planten. Daarom zijn dieren ook altijd heteroseksueel.
B
Ook in het dierenrijk komt homoseksueel gedrag veel voor.

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

8. Iemand die aseksueel is...
A
Heeft nooit seks, maar zou het wel willen.
B
Voelt zelden of nooit seksuele aantrekkingskracht.

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Liefdesspel- openhartig
Regels 
STAP 1 Als de bel gaat draai je in je groepje een kaartje om
STAP 2 Je start met elkaar een gesprek over dit thema. 
Belangrijk dat je erachter komt hoe àl je groepsgenoten denken 
over dit thema
STAP 3 Als de bel opnieuw gaat STOP je meteen met praten
zo niet (= -1 punt)

Hoe verdien je punten? - De docent kiest na de gesprekken uit ieder groepje een persoon die van een groepsgenoot verteld wat hij/ zij denkt over dit onderwerp. Klopt het? (= +1 punt) 

Slide 21 - Tekstslide