werkwoorden verleden tijd met 't kofschip

werkwoorden in de verleden tijd met behulp van 't kofschip
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalSpeciaal OnderwijsLeerroute 6

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

werkwoorden in de verleden tijd met behulp van 't kofschip

Slide 1 - Tekstslide

't kofschip
aan de hand van de t, k, f, s, ch en p kun je bepalen of een werkwoord -de of -te krijgt in de verleden tijd. 

Slide 2 - Tekstslide

ww: blaffen
De hond .......... tegen het kind

Slide 3 - Open vraag

ww: leven
Vroeger .......... de mensen in hutjes.

Slide 4 - Open vraag

ww: blussen
Gisteren .......... de brandweer een brandje

Slide 5 - Open vraag

ww: vegen
De schoonmaakster ........... de vloer met de bezem.

Slide 6 - Open vraag

ww: halen
De man ............ boodschappen voor izjn buurman

Slide 7 - Open vraag

ww: kleuren
Gisteren ............. ik een kleurplaat voor oma.

Slide 8 - Open vraag

ww: rennen
De hond........... heel hard door het bos.

Slide 9 - Open vraag

ww: verven
De kunstenaar ....... het kunstwerk met blauwe verf.

Slide 10 - Open vraag

ww: schrobben
De schoonmaker ....... de vloer.

Slide 11 - Open vraag

ww: staren
De jongen .......... in het vuur.

Slide 12 - Open vraag

ww: rennen
De jongen .......... over het voetbalveld.

Slide 13 - Open vraag

ww: kloppen
Iemand .......... op het raam.

Slide 14 - Open vraag

ww: missen
De voetballer ........... het doel maar net.

Slide 15 - Open vraag

ww: razen
De wind ......... over de vlakte.

Slide 16 - Open vraag

ww: eindigen
Met deze vraag ......... de les

Slide 17 - Open vraag