Zomerschool herhaling zinsdelen en werkwoordspelling.

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Zinsdelen

Persoonsvorm

Onderwerp

Werkwoordelijk gezegde

Lijdend voorwerp

Persoonsvorm

De vorm van het werkwoord dat verandert als de tijd van de zin verandert óf als het getal van het onderwerp verandert.

Ik sta in de regen

Ik stond in de regen (tijd verandert)

Wij staan in de regen (getal verandert)

Onderwerp

Dit hoort altijd bij de persoonsvorm.

Wie of wat + persoonsvorm= onderwerp

LET OP:

Kijk of het logisch is!

Kijk of het verandert als het getal van de pv verandert.

Kijk of het logisch is:

's Ochtends loopt de man naar zijn werk.

Een paard tekent die man.

Werkwoordelijk gezegde

werkwoordelijk gezegde

Alle werkwoorden in de zin.

LET OP:

gedeelde werkwoorden (ik sta op, hij doet voor)

ook het woordje 'te' (wat sta jij te doen)

persoonsvorm is onderdeel van het werkwoordelijk gezegde

Lijdend voorwerp

Lijdend voorwerp

Iemand overkomt iets, of iemand maakt iets mee.

Hij gooit de bal

Lijdend voorwerp

Denk logisch na! Aan de persoonsvorm zie je al of er een lijdend voorwerp moet zijn!

Maken, krijgen, vinden, bekijken, vieren, opzoeken, bespreken, vertellen, enz.

Vind je dit lastig? Ga oefenen!

Gaat dit goed? Blijf meedoen met de les.

werkwoordspelling

Maak oefenopgaven, we bespreken ze straks samen.

Hoofdstuk 3, opgave 3 & 4 blz 85 (persoonsvorm)

Hoofdstuk 4, opgave 2 en 5 blz 111 (voltooid deelwoord)

Weet je het nog?

Persoonsvorm tegenwoordige tijd: SMURFEN

Persoonsvorm verleden tijd: 

1. zoek de stam
2. kijk naar 't ex-kofschip
3. +te of +de