Fouten met verwijswoorden

Formuleren : 

Fouten met verwijswoorden
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Formuleren : 

Fouten met verwijswoorden

Slide 1 - Tekstslide

1. Geef aan waar het woord 'wat' naar verwijst.
2. Geef ook de betekenis.

Mijn ouders kochten een vakantiehuis in Frankrijk, wat wij erg leuk vonden.

Slide 2 - Open vraag

1. Geef aan waar het woord 'dat' naar verwijst.
2. Geef ook de betekenis.

Mijn ouders kochten een vakantiehuis in Frankrijk, dat wij erg leuk vonden.

Slide 3 - Open vraag

Lesdoel: 
Ik kan fouten met verwijswoorden herkennen en verbeteren, want ik ken de regels die horen bij het gebruik van verwijswoorden.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Fouten met verwijswoorden
1. Onjuist verwijzen
Je gebruikt het verkeerde verwijswoord om naar een ander woord (of een woordgroep) in de zin te verwijzen --> het antecedent 

2. Onduidelijk verwijzen
Het gebruikte verwijswoord kan naar meerdere woorden of woordgroepen in de zin verwijzen of het verwijswoord verwijst naar iets wat niet in de tekst staat.

Slide 6 - Tekstslide

Onjuist verwijzen 
De-woorden: die en deze
Het-woorden: dit en dat 

Hen: als het verwijswoord lv is, na een vz
Hun: als het verwijswoord mv is en er geen vz voor staat + nooit ow


Slide 7 - Tekstslide

Onjuist verwijzen 
dat: het-woord
wat: overtreffende trap, onbepaald voornaamwoord, hele zin of een deel van een zin 

aan wie: personen 
waaraan: zaken + dingen 

Slide 8 - Tekstslide

Onduidelijk verwijzen 
- Soms wijst een verwijswoord terug naar iets wat niet in de tekst staat. De zin is dan incorrect. 
- Soms ontstaat onduidelijkheid doordat er meer dan één antecedent mogelijk is. 

Er is een groot tekort aan donororganen, terwijl iedereen het kan doen. 



Slide 9 - Tekstslide

Kies het juiste verwijswoord.
Het bedrijf kon niet voldoen aan de vraag van … klanten.
A
haar
B
hen
C
hun
D
zijn

Slide 10 - Quizvraag

Kies het juiste verwijswoord.
De apotheek kon niet voldoen aan de vraag van … klanten.
A
haar
B
hen
C
hun
D
zijn

Slide 11 - Quizvraag

Goed of fout? Leg uit.
De mentoren overhandigden hun aan het eind van het jaar de rapporten.

Slide 12 - Open vraag

Vul in: 'dat' of 'wat'.
Gisteren zijn er in de mist diverse ongelukken gebeurd, … veel blikschade opleverde.

Slide 13 - Open vraag

Ik heb het lesdoel bereikt: ik kan fouten met verwijswoorden herkennen en verbeteren
A
Juist
B
Onjuist
C
Mwah

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Slide 17 - Link

Incongruentie

Slide 18 - Tekstslide

Incongruentie
Regel
Verbetering
Voorbeeld
ow is mv, maar wordt als ev aangezien.
pv = mv
*De media schrijft veel onzin over deze bekende Nederlander.
ow lijkt mv, maar kern is ev
pv = ev
* Uit de enquête bleek dat de meerderheid  van de leerlingen tegen frisdrankautomaten waren 
ow en pv ver uit elkaar, daartussen andere getallen
pv aanpassen aan ow
* Het schijnt dat het stadsbestuur de komende jaren binnen de grachten geen nieuwe parkeerplaatsen voor auto’s meer willen aanleggen
mwv wordt ten onrechte aangezien als ow
pv aanpassen aan ow (check wat het ow is)
*Bij het eindpunt van de lijn worden alle passagiers verzocht uit te stappen 

Slide 19 - Tekstslide

Wat is incongruentie?
A
Een synoniem wordt twee keer gebruikt
B
Onderwerp en persoonsvorm hebben een verschillend getal
C
Een eigenschap van een woord wordt herhaald
D
Twee woorden of uitdrukkingen worden door elkaar gebruikt

Slide 20 - Quizvraag

In welke zin is sprake incongruentie?
A
De nieuwe leden werden gevraagd de contributie steeds voor het einde van de maand te betalen.
B
Pieter studeert nu veel langer, maar de nieuwe studie bevalt hem echter beter.
C
Na het sporten kwam Jette achter de ontdekking dat haar fiets gestolen was.
D
Aan de goede bedoelingen van zijn docent heeft mijn broer lang aan getwijfeld.

Slide 21 - Quizvraag

In welke zin is sprake incongruentie?
A
De nieuwe leden werden gevraagd de contributie steeds voor het einde van de maand te betalen.
B
Pieter studeert nu veel langer, maar de nieuwe studie bevalt hem echter beter.
C
Na het sporten kwam Jette achter de ontdekking dat haar fiets gestolen was.
D
Aan de goede bedoelingen van zijn docent heeft mijn broer lang getwijfeld.

Slide 22 - Quizvraag

Is hier sprake van congruentie of incongruentie: Bijna tachtig procent van de Nederlanders noemt zich gelukkig.
A
Congruentie
B
Incongruentie

Slide 23 - Quizvraag

Incongruentie:
De media besteedt veel aandacht aan de formatie van het kabinet.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 24 - Quizvraag

Is hier sprake van congruentie of incongruentie?

Het blijkt dat de jeugd in ons land tamelijk veel alcohol drinken.
A
Congruentie
B
Incongruentie

Slide 25 - Quizvraag

Is hier sprake van congruentie of incongruentie?Bijna tachtig procent van de Nederlanders noemt zich gelukkig.
A
Congruentie
B
Incongruentie

Slide 26 - Quizvraag

Is hier sprake van congruentie of incongruentie?
Een groot aantal mensen zijn naar de bijeenkomst gekomen.
A
congruentie
B
Incongruentie

Slide 27 - Quizvraag

Is hier sprake van congruentie of incongruentie?
Tachtig procent van de eindexamenleerlingen is geslaagd.
A
Congruentie
B
Incongruentie

Slide 28 - Quizvraag

Welke zin bevat géén incongruentiefout?
A
De softdrugs zorgt voor een relaxt gevoel in je lichaam.
B
Volgens de officier van justitie moet de arrestatie, insluiting en het berechten van topcriminelen meer aandacht krijgen.
C
Uit onderzoek blijkt dat 13 procent van de Nederlanders niet goed kunnen schrijven.
D
Een paar laarzen ligt op de grond te wachten tot de vrouw des huizes het aantrekt

Slide 29 - Quizvraag

Ik snap wat incongruentie is
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Link