Oefentoets hs5, z2d

Oefentoets hs5
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefentoets hs5

Slide 1 - Tekstslide

Taal is een systeem van tekens om de aandacht te vestigen op iets wat buiten de taal ligt.
Waar
Niet waar

Slide 2 - Sleepvraag

Taal heeft niets te maken met een sociale gemeenschap.
Waar
Niet waar

Slide 3 - Sleepvraag

Verbale communicatie
Non-verbale communicatie
Chatten via Whatsapp
Lichaamshouding
Gezichtsuitdrukking
Rituelen
Praten
Brieven schrijven
Fluisteren
Symbolen

Slide 4 - Sleepvraag

Een cultuur van een land begrijpen als je de taal niet spreekt, is even makkelijk als wanneer je de taal wel spreekt.
Waar
Niet waar

Slide 5 - Sleepvraag

Taal maakt gebruik van de ervaringen en wijsheden van onze voorouders en speelde al een rol bij eenvoudige stamculturen
Waar
Niet waar

Slide 6 - Sleepvraag

1. Mensen zijn sociale wezens
2. Een mens kan prima bestaan zonder andere mensen
A
Antwoord 1 en 2 zijn beide juist
B
Antwoord 1 en 2 zijn beide onjuist
C
Alleen antwoord 1 is juist
D
Alleen antwoord 2 is juist

Slide 7 - Quizvraag

Welke vorm van communicatie zie je hier?

Slide 8 - Tekstslide

Welke vorm van communicatie zagen we zojuist?
Face to face-communicatie
Communicatie via een medium

Slide 9 - Sleepvraag

Ook bij levensbeschouwelijke rituelen speelt taal een rol.
Waar
Niet waar

Slide 10 - Sleepvraag

Wat zijn kenmerken van een verhaal?
A
Een verhaal eindigt nooit onbevredigend
B
Er komen handelingen en ervaringen in voor
C
Een verhaal heeft altijd een begin en een einde
D
Fictie speelt altijd een rol bij een verhaal

Slide 11 - Quizvraag

Mensen kunnen verhalen gebruiken om antwoorden op levensvragen te vinden.
Waar
Niet waar

Slide 12 - Sleepvraag

Het huis staat in brand
Beeldende taal
Zakelijke taal

Slide 13 - Sleepvraag

Zijn kamer is echt een zwijnenstal
Beeldende taal
Zakelijke taal

Slide 14 - Sleepvraag

Het meisje schreeuwde moord en brand
Beeldende taal
Zakelijke taal

Slide 15 - Sleepvraag

De zwijnenstal op de kinderboerderij stinkt enorm.
Beeldende taal
Zakelijke taal

Slide 16 - Sleepvraag

Beeldende taal komt in het dagelijks leven niet voor.
Waar
Niet waar

Slide 17 - Sleepvraag

Welke taal heeft meerdere betekenissen?
Beeldende taal
Zakelijke taal

Slide 18 - Sleepvraag

1. Levensbeschouwing gaat over dingen waar we niet precies alles van af weten.
2. Dingen die je minder zeker weet, kun je het beste met zakelijke taal beschrijven.

A
Beide stellingen zijn juist
B
Beide stellingen zijn onjuist
C
Alleen stelling 1 is juist
D
Alleen stelling 2 is juist

Slide 19 - Quizvraag

Welk argument voor waarom er veel beeldende taal gebruikt wordt in levensbeschouwing is niet waar?
A
Beeldende taal is gemakkelijker te begrijpen en daarom geschikter voor levensbeschouwingen.
B
Levensbeschouwing gaat over zaken waar we niet alles vanaf weten, hiervoor is beeldende taal geschikter dan zakelijke taal.
C
Mensen zijn esthetische wezens en beeldende taal vinden wij mooier en daarom geschikter.
D
Met beeldende taal kun je ingewikkelde dingen kort zeggen.

Slide 20 - Quizvraag

Onze maatschappij is zo erg op de wetenschap gericht, dat wij verhalen in zakelijke taal snel als onzin afdoen.
Waar
Niet waar

Slide 21 - Sleepvraag