1bk/k 2.4 HAVE GOT-HAS GOT/haven't got-hasn't got

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

This week ...

- 2.4 Are you going to the festival?(Reading and Listening)

- Grammar: to have got

- Work on exercises in your Workbook

Goal: I know how to use all forms of to have got correctly

(aan het eind van de les kunnen we de vorm van to have got toepassen)

Reading and Listening

2.4 Are you going to the festival?

have got = hebben

I

You

She

He 

It

We 

You 

They

I

You

She

He 

It

We 

You 

They

Je mag het ook afkorten:

have got

have got

has got

has got

has got

have got

have got

have got

've got

've got

's got

's got

's got

've got

've got

've got

Have got/has got grammar quiz!

📝There are 10 questions in this quiz.

⏰Answer all the questions before the time runs out.

📝Write your answers down on a sheet of paper.

How many points have you got?

Maak deze zinnen af. Schrijf ze voluit.
1. I have got.................
2. You have got................
3. My best friend has got.............
4. Ann and Jack have got.................

Maak een afspraak in het Engels. Gebruik zoveel mogelijk Phrases uit opdrachten 54-55, blz. 86

                      

              Speaker 1:

• Zeg gedag.
  
• Zeg dat je kaartjes hebt voor een concert/film.... Je mag het zelf verzinnen.
  
• Stel voor om samen te gaan.
  
• Stel voor om bij jou thuis af te spreken.
  
• Doe een voorstel hoe jullie daar naartoe gaan.
  
• Neem afscheid.

                                

                    

                       Speaker 2:

• Groet terug.
  
• Zeg wat je ervan vindt.
  
• Zeg dat je wel mee wilt. Vraag waar jullie afspreken.
  
• Vraag hoe je naar het concert gaat.
  
• Zeg dat jullie dat zullen doen.
  
• Neem afscheid.

 Work on:

 - ex. 46-55 , p. 83 in your WB

- Finished? -> 

• Study Words 2.4 (find the Quizlet link in Magister->huiswerk)
• Do Practise more online (Unit 2->Lesson 4->Practise more)

Uit welke twee woorden kan ik kiezen
als ik het woord 'hebben' moet vertalen?
(spatie tussen 2 woorden)

I ___ a ticket for 'Direct' concert!

1. have got
2. has got

My parents ___ a blue car.

1. have got
2. has got

My dad ____ blond hair, my mom ____ brown hair.

1. have got- have got
2. have got - has got
3. has got- has got

Greg ____ beautiful long hair. His parents _____ short grey hair.

1. have got - has got
2. has got - have got
3. has got - has got
4. have got - have got

Ik kan de juiste vorm van TO HAVE GOT gebruiken.

1. ja
2. nee
3. een beetje
4. misschien

Maak deze zinnen af. Schrijf ze voluit.
1. I have got.................
2. You have got................
3. My best friend has got.............
4. Ann and Jack have got.................

Have got/has got grammar quiz!

📝There are 10 questions in this quiz.

⏰Answer all the questions before the time runs out.

📝Write your answers down on a sheet of paper.

How many points have you got?

Maak een afspraak in het Engels. Gebruik zoveel mogelijk Phrases uit opdrachten 54-55, blz. 86

                      

              Speaker 1:

• Zeg gedag.
  
• Zeg dat je kaartjes hebt voor een concert/film.... Je mag het zelf verzinnen.
  
• Stel voor om samen te gaan.
  
• Stel voor om bij jou thuis af te spreken.
  
• Doe een voorstel hoe jullie daar naartoe gaan.
  
• Neem afscheid.

                                

                    

                       Speaker 2:

• Groet terug.
  
• Zeg wat je ervan vindt.
  
• Zeg dat je wel mee wilt. Vraag waar jullie afspreken.
  
• Vraag hoe je naar het concert gaat.
  
• Zeg dat jullie dat zullen doen.
  
• Neem afscheid.