Fuente C + D

Groeten, afscheid nemen, vragen hoe het gaat, zeggen hoe het gaat, zeggen waar je woont, vragen hoe oud je bent, zeggen hoe oud je bent, zeggen wie je bent...
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Groeten, afscheid nemen, vragen hoe het gaat, zeggen hoe het gaat, zeggen waar je woont, vragen hoe oud je bent, zeggen hoe oud je bent, zeggen wie je bent...

Slide 1 - Tekstslide

Hoe...
... groet je iemand in het Spaans?
... zeg je hoe je heet?
... zeg je dat je een Nederlander/Nederlandse bent?
... zeg je wie je bent? 
Doel van vorige les!
timer
2:00

Slide 2 - Tekstslide

Hoe...
... groet je iemand in het Spaans?
... vraag je hoe het gaat?
... zeg je dat het goed met je gaat?
... hoe neem je afscheid in het Spaans?
Doel van deze les!
timer
2:00

Slide 3 - Tekstslide

¡Hoy vamos a leer!
Fuente C: en la página 12 en tu libro de texto. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide


¿Estás listo/a con los deberes?

1. Scan de tekst en schrijf de woorden die je al kent. 

2. Maak opdracht 6 en 7

3. Probeer de hele tekst te vertalen!

Weet je een woord niet? 
Gebruik van de woordenlijst op bladzijde 27 in je werkboek! 
timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

Busca la frase ...
(=zoek de zin)

Gebruik bron A en C 
om de zinnen op te zoeken.

Schrijf ze op in je schrift! 
Ben je klaar? Extra opdracht :)

  1. Hoi
  2. Hoe gaat het?
  3. Spreek jij Engels?
  4. Ik heet // hij heet ...
  5. Tot gauw!
  6. Hoe heet je?
  7. Ik spreek niet goed Spaans. 
  8. Ik ben Nederlander.
  9. Ik ben ...
  10. Het gaat goed met mij.
  11. Hij is ... jaar. 
  12. En jij?

timer
7:30

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Español & (lid)woorden
Welke lidwoorden hebben we in het Nederlands?

Slide 9 - Tekstslide

Español & woorden
Lidwoorden
De + het > el/la/los/las
Een > un/una/unos/unas
Woorden
Vrouwelijke woorden eindigen op -a, -(d)ad en -ión. De rest is mannelijk.
Bij andere woorden moet het lidwoord uit het hoofd geleerd worden. 
Enkelvoud - meervoud
Als het woord eindigt op een klinker, krijgt hij een +s. 
Eindigt het woord op een medeklinker, dan krijgt hij +es
timer
3:50

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Zoek in je woordenlijst 
20 woorden en zet ze op de juiste plek in het schema.
El
La
Los
Las 
*
*
*
*

Slide 12 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide




¡A practicar! 
Geef aan of de volgende woorden mannelijk of vrouwelijk zijn.
1. Libertad
2. Amigo
3. Canción
4. Coche
5. Hotel
6. Casa
7. Organización
8. Hermano
9. Amistad
10. Cine
timer
2:00

Slide 14 - Tekstslide




¡A practicar! 
Geef aan welke lidwoorden je bij de volgende woorden kunt gebruiken. 
1. Libertad
2. Amigos
3. Canciónes
4. Coche
5. Hotel
6. Casas
7. Organización
8. Hermano
9. Amistades
10. Cine
timer
2:00

Slide 15 - Tekstslide




¡A practicar! 
Zet al deze woorden 
in het meervoud!
1. Libertad
2. Amigo
3. Canción
4. Coche
5. Hotel
6. Casa
7. Organización
8. Hermano
9. Amistad
10. Cine
timer
2:00

Slide 16 - Tekstslide

¡Vamos a practicar!
Is het woord mannelijk of vrouwelijk?

Slide 17 - Tekstslide

Lidwoorden, mannelijke-vrouwelijke woorden, enkelvoud-meervoud...

Slide 18 - Open vraag

¡Vamos a practicar!

Slide 19 - Tekstslide