5.4 kolonialisme

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen Paragraaf 5.4
Aan het einde van de les:

  • ken je de begrippen kolonialisme en modern imperialisme

  • kun je aan de hand van 3 motieven uitleggen waarom Europeanen aan modern imperialisme begonnen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van handelspost naar imperium 
  • 16e/17e eeuw: wereldeconomie ontstaat .

  • Afrika/Azië: handelsposten aan de kust, binnenland bleef onbekend.

  • Vanaf de 19e eeuw worden de binnenlanden van Afrika/Azië ook veroverd 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Modern Imperialisme
Periode in de 19e eeuw waarin Europese landen zoveel mogelijk koloniën veroveren om een imperium (=wereldrijk) te vormen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kolonialisme VS Modern imperialisme
Kolonialisme
Tijd: 16e eeuw tot 19e eeuw

DoelHandel drijven(vooral in kustgebieden) om economische winst te behalen

- Grotendeels alleen handelsposten gesticht.

- Beperkte migratie naar kolonie
VS
Modern imperialisme:
Tijd: 1870-1914

Doel:  Het vergroten van het eigen gebied en uitbreiding van de eigen machtssfeer
(uitbreiden naar binnenland)

- Moederland dringt politieke en culturele structuren op

- Steeds meer migratie naar koloniën

Slide 6 - Tekstslide

De docent legt hier uit wat het verschil is tussen het oude kolonialisme(imperialisme) en het modern-imperialisme. Dit doet de docent aan de hand van deze dia en zegt dit nog beter uit te leggen aan de hand van de situatie die zich heeft voorgedaan in Afrika. 


1 - Economisch nut van koloniën
  • Bevolking moet producten  verbouwen voor de Europese markt.
            koffie, katoen, tabak, etc.

  • Europeanen halen grondstoffen uit de koloniën voor hun industrie.
            tin, aardolie, rubber, etc.

  • Afzetmarkt voor Europese producten.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2 - Nationalisme
  • Nationalisme = voorliefde voor eigen volk-> Streven naar een eigen staat.

  • Een imperium zorgde voor macht en aanzien op wereldtoneel

  • Prestigestrijd: Wie het grootste rijk heeft, is het sterkste land.
      

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oorzaak 3 - Cultuur
  • Europeanen geloofden dat hun superioriteit biologisch was.

  • 'Witte Europeanen zou beter zijn dan mensen met een andere huidskleur'

  • White man's burden - Europeanen moeten hun beschaving (bijvoorbeeld godsdienst, scholen, gezondheidszorg) gaan brengen naar "onbeschaafde volkeren"



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Frans-Duitse oorlog (1870- 1871)

  • Duitsje staatjes worden gedomineerd door Pruisen.

  • Oorlog tussen Frankrijk en Pruisen

  • Frankrijk wordt verslagen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conferentie van Berlijn 
(1884 – 1885)
Verdeling van Afrika onder de Europese landen

De Conferentie werd Georganiseerd door de Duitse Bondskanselier Otto von Bismarck, het doel was het voorkomen van oorlog

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies