Verkoopgesprek h1 tm 3

Verkoopgesprek
H 1 t/m 3
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerkoopMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Verkoopgesprek
H 1 t/m 3

Slide 1 - Tekstslide

goederenstroom

Slide 2 - Tekstslide

Fase 2 van het verkoopgesprek is observeren. Wat is het doel van deze fase?
A
informatie verzamelen om de klant op de juiste manier aan te spreken
B
de klant laten merken dat je hem hebt gezien
C
jezelf aan de klant presenteren en een goede indruk maken

Slide 3 - Quizvraag

Welke verwachting mag een klant niet hebben als hij een product koopt?
A
dat het onbeschadigd is
B
dat het compleet is
C
dat het tenminste 1 jaar meegaat
D
dat het bruikbaar is voor zijn doel

Slide 4 - Quizvraag

Wat gebeurt er als een koopovereenkomst wordt ontbonden?
A
De verkoper betaalt een schadevergoeding aan de klant
B
De koper krijgt zijn geld terug en de verkoper krijgt het product terug
C
De verkoper laat het product repareren of vergoeden door de fabrikant

Slide 5 - Quizvraag

Als de keuken in brand vliegt na kortsluiting door een keukenmachine die niet deugt,
wie draait dan op voor de schade?
A
fabrikant
B
transportbedrijf
C
winkel
D
klant

Slide 6 - Quizvraag

Welke wetten beschermen de consument tegen gebrekkige producten en verkooppraktijken?
A
Wet productaansprakelijk-heid
B
Wet koop op afstand
C
Wet oneerlijke handelspraktijken
D
alle drie wetten

Slide 7 - Quizvraag

Kan een verkoper een verkocht product terughalen van een klant als de klant niet betaalt?
A
ja, alleen bij een eigendomsvoorbehoud
B
ja, alleen omdat een verkoper recht van reclame
C
ja, bij eigendomsvoorbehoud en recht van reclame
D
nee, dit mag niet .

Slide 8 - Quizvraag

Als ondernemer algemene voorwaarden hanteren is
A
onverstandig
B
verplicht
C
verstandig
D
verboden

Slide 9 - Quizvraag

Bij een koop op afstand (via internet of telefoon) heb je als klant recht op een bedenktijd. Hoe lang is deze minimaal?
A
1 dag
B
5 dagen
C
7 dagen
D
14 dagen

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een koopmotief?
A
reden dat de klant iets wil kopen
B
reden dat een klant iets niet wil kopen
C
beweging in het koopproces
D
demonstratie voor de klant

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een koopweerstand?
A
reden dat de klant iets wil kopen
B
reden dat een klant iets niet wil kopen
C
beweging in het koopproces
D
demonstratie voor de klant

Slide 12 - Quizvraag

Munten en
bankbiljetten
noem je ook
A
buitenlands geld
B
bankgeld
C
giraal geld
D
chartaal geld

Slide 13 - Quizvraag

Wat is voor jou als klant geen
nadeel van betalen met een creditcard?
A
niet alle winkels bieden creditcardbetaling aan
B
soms betaal je een toeslag voor het gebruik
C
je schuld kan flink oplopen
D
aankopen zijn automatisch verzekerd

Slide 14 - Quizvraag

Wat is voor de winkelier geen
voordeel van de creditcard
betaling?
A
winkelier moet % van betalingen afdragen
B
consumenten kunnen meer besteden dan ze op dat moment hebben
C
goede service voor met name toeristen en zakenmensen
D
geschikt voor hogere aankoopbedragen

Slide 15 - Quizvraag