Quiz
1 / 32
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Gisteren ..... (blaffen) de hond van de buren de hele avond.
Slide 2 - Open vraag
Saskia ..... (wachten) wel een half uur op de bus.
Slide 3 - Open vraag
Pas op, ..... (branden) je niet aan de hete thee.
Slide 4 - Open vraag
Weet jij wat er tijdens die voetbalwedstrijd is ..... (gebeuren)?
Slide 5 - Open vraag
De laatste rekentoets .....(gaan) over breuken en procenten.
Slide 6 - Open vraag
Het ..... (verwoesten) huis is onbewoonbaar.
Slide 7 - Open vraag
De juf ..... (worden) niet boos, omdat we eerlijk zijn geweest.
Slide 8 - Open vraag
Ik heb gisteren voor mijn ouders ..... (koken)
Slide 9 - Open vraag
Wat is het onderwerp in deze zin?
De postbode heeft de krant zojuist bezorgd.
De postbode heeft de krant zojuist bezorgd.
Slide 10 - Open vraag
Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?
Ik geef mijn broertje een lekker koekje.
Ik geef mijn broertje een lekker koekje.
Slide 11 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Ik lees graag spannende boeken en verhalen.
Ik lees graag spannende boeken en verhalen.
Slide 12 - Open vraag
Wat is het onderwerp in deze zin?
Het vliegtuig vliegt boven de wolken.
Het vliegtuig vliegt boven de wolken.
Slide 13 - Open vraag
Noteer het bijvoeglijke naamwoord van deze zin:
Het kleine meisje kwam net langs met haar rode step.
Het kleine meisje kwam net langs met haar rode step.
Slide 14 - Open vraag
Wat voor soort woord is 'geslapen'
"Mijn vriendin heeft gisteren bij mij geslapen".
"Mijn vriendin heeft gisteren bij mij geslapen".
Slide 15 - Open vraag
Wat is het bijwoord in deze zin?
Soms vergeet ik mijn huiswerk te maken.
Soms vergeet ik mijn huiswerk te maken.
Slide 16 - Open vraag
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Op de reünie ontmoeten wij oude klasgenoten.
Op de reünie ontmoeten wij oude klasgenoten.
Slide 17 - Open vraag
Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?
De juf maakt een nieuwe plattegrond voor de klas.
De juf maakt een nieuwe plattegrond voor de klas.
Slide 18 - Open vraag
Noteer het gezegde:
De raket wordt door wetenschappers de ruimte in gelanceerd.
De raket wordt door wetenschappers de ruimte in gelanceerd.
Slide 19 - Open vraag
Wat is het gezegde in deze zin?
Gisteren gaf de juf mij een nieuw schriftje.
Gisteren gaf de juf mij een nieuw schriftje.
Slide 20 - Open vraag
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Samenwerken vinden Twan en Rian erg leuk
Samenwerken vinden Twan en Rian erg leuk
Slide 21 - Open vraag
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Iedereen hoorde het harde geluid van de straaljager.
Iedereen hoorde het harde geluid van de straaljager.
Slide 22 - Open vraag
Welk woord is juist gespeld?
A
cappucino
B
capuccino
C
cappuchino
D
cappuccino
Slide 23 - Quizvraag
Welk woord is juist gespeld?
A
's avonds
B
s' avonds
C
savonds
Slide 24 - Quizvraag
Welk woord is juist gespeld?
A
dommerikken
B
dommeriken
C
domerikken
D
domeriken
Slide 25 - Quizvraag
Welk woord is juist gespeld?
A
assesoire
B
accessoire
C
acessoire
D
assecoire
Slide 26 - Quizvraag
Welk woord is juist gespeld?
A
burgemeester
B
burgermeester
Slide 27 - Quizvraag
Welk woord is juist gespeld?
A
spinnenweb
B
spinneweb
Slide 28 - Quizvraag
Wat is het gezegde in deze zin?
Ik heb je hiervoor gewaarschuwd.
Ik heb je hiervoor gewaarschuwd.
A
heb gewaarschuwd
B
gewaarschuwd
C
heb
D
heb je gewaarschuwd
Slide 29 - Quizvraag
Welk woord is het infinitief
A
word
B
wordt
C
worden
D
werd
Slide 30 - Quizvraag
Welk woord is fout gespeld?
A
verkeersbord
B
nooduitgang
C
tapijt
D
beschauw
Slide 31 - Quizvraag
Wat is het bijwoord in deze zin?
De jongen fietste heel snel.
De jongen fietste heel snel.
