Les 6 - leesautobiografie en fictie

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Fictie en non-fictie (Blz. 64)
Je leert
  • Over het verschil tussen fictie en non-fictie
  • Verschillende soorten perspectief herkennen
  • Personages beschrijven
  • Genres herkennen
  • Uitleggen wat je smaak is

Slide 2 - Tekstslide

De GVR
Grote Vriendelijke Reus
Roald Dahl

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Fictie
  • Realistische fictie
  • Niet-realistische fictie


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Non-fictie
  • Echt waar
  • Informatief
  • Bijvoorbeeld -->

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Personages beschrijven
Bij het beschrijven let je op de volgende dingen:
  1. Hoe ziet het uiterlijk eruit?
  2. Wat is zijn/haar karakter? (Het gedrag van iemand)
  3. Welke belangrijke kenmerken heeft hij/zij? (zit in een rolstoel, heeft een litteken op het voorhoofd, kan toveren, etc)
  4. Wat is zijn/haar relatie tot de andere personages?  (broer/vriend/oom/vader/moeder, etc)
  5. Is de bijfiguur een helper en/of tegenstander van de hoofdpersoon?

Slide 10 - Tekstslide

Wie ben ik? (groepjes)
Noteer een herkenbaar personage in je schrift zonder dat iemand dit kan lezen. Groepsgenoten raden wie het is door naar de volgende zaken te vragen:
Uiterlijk
karakter
kenmerken
relaties

timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Vertelperspectief
Vertelperspectief
Het standpunt van waaruit een verhaal wordt verteld.

1. Ik-vertelperspectief
De gebeurtenissen worden verteld door een personage in de ik-vorm.

2. Personaal vertelperspectief
De gebeurtenissen worden in de hij- of zij-vorm verteld.

Slide 12 - Tekstslide

Vertelperspectief

3. Wisselend perspectief 
Als een schrijver kiest voor het ik-perspectief of het hij- of zij-perspectief, dan kunnen verschillende personages elkaar afwisselen als hoofdpersoon en/of verteller.


Slide 13 - Tekstslide

1. Ik-perspectief
  • Je ziet alles door de ogen van de verteller
  • Geschreven in de ik-vorm
  • Leert de ik-persoon heel goed kennen
  • Komt niet te weten wat andere personages voelen of denken

Slide 14 - Tekstslide

1. Ik-perspectief
Een ijskoude rilling was langs mijn ruggengraat omhoog gekropen. Op de gastenlijst komen voor het Feest is moeilijker dan geblinddoekt je rijexamen halen. Het verhaal gaat dat ze je van tevoren screenen, al heeft niemand een idee wie die ‘ze’ zijn en hoe dat screenen in zijn werk gaat. Hadden ze me de afgelopen weken in de gaten gehouden? Was ik al die tijd zonder dat ik het doorhad bekeken en afgeluisterd?
                                                (Uit: Zes seconden – Daniëlle Bakhuis)

Slide 15 - Tekstslide

2. Personaal perspectief
  • Je ziet alles door de ogen van één persoon
  • Geschreven in de hij- of zij-vorm
  • Leert de hoofdpersoon goed kennen

Slide 16 - Tekstslide

2. Personaal perspectief
Gieles probeerde zich een schuddende aarde voor te stellen. Een schuddend dak was hem niet vreemd. Als ‘s nachts zware vrachtkisten opstegen, bonkte het dak als een oude centrifuge. Gieles zapte weg van de aardbeving naar Animal Planet. Een vlooiende bonobo en haar jong zaten onder een boom. Zijn vriend Toon vertoonde overeenkomsten met apen.
                                           (Uit: Glijvlucht – Anne-Gine Goemans)

Slide 17 - Tekstslide

3. Wisselend perspectief
  • Je ziet de gebeurtenissen door de ogen van verschillende personages
  • Je ziet dezelfde gebeurtenissen vanuit verschillende invalshoeken
  • Kan gebruik worden gemaakt van de ik-vertelsituatie (meerdere ik-figuren, meervoudige ik-vertelsituatie) of van de personale vertelsituatie (meerdere hij- of zij-figuren, meervoudige personale vertelsituatie)

Slide 18 - Tekstslide

4. Wisselend perspectief
Hoofdstuk 1: Freke. Op de dag dat mijn zus verhuisde, trok ik in haar kamer.
Hoofdstuk 2: Milan. "Milan, wat hoor ik?!' Mijn moeder gilde beneden aan de trap. 'Geen ballen in huis!'
Hoofdstuk 3: Freke. Ik sprong van mijn bed af en sloot het raam. Ik kon nooit lang naar dat joch kijken. Geschift was hij - altijd op dat veldje!
Hoofdstuk 4: Het was zes uur, te vroeg om op te staan. Van het tafeltje naast mij bed pak ik de nieuwe Voetbalweek. Ik zocht het geschreven portret. Wat zou ik antwoorden als ze mij over een paar jaar vroegen voor de rubriek?    (Uit: Schaduwspits, Corien Botman).

Slide 19 - Tekstslide

0

Slide 20 - Video

Welk perspectief heb je net gehoord in 'Koning van Katoren'?
A
ik-perspectief
B
Personaal perspectief
C
alwetende verteller
D
hij/zij-perspectief

Slide 21 - Quizvraag

Verder werken aan je leesautobiografie

Lever deze uiterlijk maandag 19 september in via Teams

Slide 22 - Tekstslide