herhaling par 3.1 + par 3.2

Herhaling par 3.1
soorten mengsels

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhaling par 3.1
soorten mengsels

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welke uitspraken kloppen voor het mengsel van water met zand:
het is een.....
A
Suspensie en een heterogeen mengsel
B
Suspensie en een homogeen mengsel
C
Oplossing en een homogeen mengsel
D
emulsie en een heterogeen mengsel

Slide 3 - Quizvraag

Welk mengsel is homogeen?
A
suspensie
B
emulsie
C
legering
D
rook

Slide 4 - Quizvraag

schuim is een .... mengsel
A
heterogeen
B
homogeen

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Wat doen we bij scheiden
A
stoffen kapot maken
B
Stoffen uit elkaar halen
C
Stoffen sorteren

Slide 7 - Quizvraag

Wat kun je niet scheiden?
A
Een oplossing
B
Een suspensie
C
Een zuivere stof
D
Een emulsie

Slide 8 - Quizvraag

Scheiden is een chemische reactie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Par 3.2
Samenstelling en concentratie

Slide 10 - Tekstslide

Deze les 
- Je kunt berekeningen uitvoeren aan de concentratie van een stof
- Je kunt berekeningen uitvoeren aan het massapercentage van een stof.
- Je kunt berekeningen uitvoeren aan het volumepercentage van een stof. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de juiste formule voor het berekenen van de concentratie.
A
concentratie = volume / massa stof
B
massa stof = concentratie / volume
C
concentratie = volume / massa stof
D
concentratie = massa stof / volume

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de juiste eenheid voor concentratie
A
liter per gram
B
gram per kubieke meter
C
gram per liter
D
kubieke meter per liter

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

10 gram suiker wordt opgelost in 100mL. Wat is de concentratie?
A
10g/100mL
B
100g/L
C
1g/10mL
D
0,1g/mL

Slide 21 - Quizvraag

Hoe verandert de concentratie van suiker opgelost in water als ik:
er kraanwater bij giet?
A
Wordt hoger
B
Blijft gelijk
C
Wordt lager

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide