1HV H5 6 breuken vermenigvuldigen

Welkom bij wiskunde

Neem over op je wisbordje en maak de som.

1 / 20

Slide 1: Tekstslide

WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom bij wiskunde

Neem over op je wisbordje en maak de som.

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel

Leren vermenigvuldigen met breuken

Slide 2 - Tekstslide

Op je wisbordje

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Aantekening

\frac{​ ( t e l l e r \cdot t e l l e r ) ​ ​}{​ ( n o e m e r \cdot n o e m e r ) ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​} \cdot \frac{​ 5 ​ ​}{​ 7 ​} =

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeelden

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​} \cdot \frac{​ 5 ​ ​}{​ 7 ​} =

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} \cdot \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} =

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden - kruislings vereenvoudigen

Slide 7 - Tekstslide

vermenigvuldigen breuken

Stap 1. Schrijf beide getallen als een onechte breuk. Vermenigvuldig het hele getal met de noemer van de breuk en tel deze op bij de teller

Stap 2. Vermenigvuldig de breuken.

Stap 3. Onechte breuk? Haal de hele(n) eruit

Stap 4 Vereenvoudig zo ver mogelijk

\frac{​ t e l l e r \times t e l l e r ​ ​}{​ n o e m e r \times n o e m e r ​}

Slide 8 - Tekstslide

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 7 ​} \cdot \frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​} =

\frac{​ 3 8 ​ ​}{​ 3 5 ​}

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 1 2 ​}

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 3 5 ​}

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 3 5 ​}

Slide 9 - Quizvraag

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 6 ​} \cdot \frac{​ 4 ​ ​}{​ 9 ​} =

\frac{​ 1 2 ​ ​}{​ 1 4 4 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 2 ​}

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 2 5 ​}

\frac{​ 1 2 ​ ​}{​ 2 5 ​}

Slide 10 - Quizvraag

Voorbeelden - kruislings vereenvoudigen

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 9 ​} \cdot \frac{​ 1 2 ​ ​}{​ 1 4 ​} =

Slide 11 - Tekstslide

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 8 ​} \cdot \frac{​ 1 1 ​ ​}{​ 3 3 ​} =

\frac{​ 4 4 ​ ​}{​ 2 6 4 ​}

\frac{​ 1 5 ​ ​}{​ 2 6 4 ​}

\frac{​ 1 5 ​ ​}{​ 4 1 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​}

Slide 12 - Quizvraag

Vermenigvuldigen met helen

3 \cdot \frac{​ 2 ​ ​}{​ 7 ​} =

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 9 ​} \cdot 5 =

Slide 13 - Tekstslide

7 \cdot \frac{​ 8 ​ ​}{​ 1 2 ​} =

\frac{​ 5 6 ​ ​}{​ 1 2 ​}

4 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​}

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 8 4 ​}

\frac{​ 5 6 ​ ​}{​ 8 4 ​}

Slide 14 - Quizvraag

Negatieve breuken vermenigvuldigen

- \frac{​ 2 ​ ​}{​ 2 7 ​} \cdot - \frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 0 ​} =

- \frac{​ 6 ​ ​}{​ 7 ​} \cdot \frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​} =

Slide 15 - Tekstslide

- \frac{​ 3 ​ ​}{​ 7 ​} \cdot \frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​} =

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 3 5 ​}

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 3 5 ​}

- \frac{​ 6 ​ ​}{​ 3 5 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 5 ​}

Slide 16 - Quizvraag

Zelfstandig werken

Maak de opdrachten op BM 6.1, 6.2 6.3H of 6.5V

timer

5:00

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld

7 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 0 ​} - 2 \frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​} =

Slide 18 - Tekstslide

Geef je antwoord als getal (helen) spatie en breuk met /

2 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​} - \frac{​ 2 ​ ​}{​ 6 ​} =

Slide 19 - Open vraag

Geef antwoord met getal (helen) spatie breuk met /

5 \frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 5 ​} - 1 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} =

Slide 20 - Open vraag

1HV H5 6 breuken vermenigvuldigen

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Open vraag

Meer lessen zoals deze

1HV H5 6 breuken vermenigvuldigen

Breuken

Breuken +-*/

Breuken +-*/ met uitwerkingen

Breuken

Breuken

Huiswerk breuken

Breuken paragraaf 6