Utilisme




Utilisme
                 Utilsme:
Geluk voor de meerderheid.
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les




Utilisme
                 Utilsme:
Geluk voor de meerderheid.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

Je kunt de twee grote stichters noemen van deze stroming en ze plaatsen in hun tijd.
Je bent instaat om de inhoud van het utilisme te benoemen en uit te leggen.
Daarnaast kun je duidelijk uitleggen wat je zelf van deze stroming vindt en waarom.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent (denk je) het woord "utilisme"?
A
zingeving
B
doel
C
moreel handelen
D
nuttig

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Klik op de schaakstukken en lees de stelling.
Is de stelling juist? Sleep het schaakstuk dan naar het juiste coördinaat. De schaakstukken vormen dan een woord.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

F
H
B
S
A
A
D
T
N
M
P
K
L
V
W
E
K
I
H
E
T
S
T
S
G
K
Intrinsieke waarden zijn waarden die op zichzelf belangrijk zijn. (D,8)
Persoonlijk moraal zijn de normen en waarden van een groep of persoon. (A,5)
Bij ethiek bedrijven doe je geen uitspraken met zekerheid, argumentatie is belangrijk .(C,4)
Universele geldigheid van normen en waarden bestaat. (A,8)
Christelijke ethiek is hetzelfde als wijsgerige ethiek. (G,1)
Christelijke ethiek heeft God als uitgangspunt. (F,7)
Er zijn veel verschillende ethische stromingen. (H,4)
Geld is een voorbeeld van een intrinsieke waarde. (G,3)
Gewetensbezwaar betekent dat je bezwaar maakt tegen je eigen geweten. (B,2)
Het gemeenschappelijk moraal komt tot uiting in de grondwet. (D,5)
Wijsgerige ethiek heeft God als uitgangspunt. (E,4)
Prescriptieve ethiek is he zelfde als beschrijvende ethiek. (G,6)

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het woord dat uit de oplossing kwam?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geluk voor de meerderheid!



Jeremy 
Bentham



1748-1832

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nadruk op het hebben van zoveel mogelijk plezier
en zo min mogelijk lijden.

Geluk voor de meerderheid.
Een handeling is ethisch goed als het zorgt voor
‘het grootste geluk voor het grootste aantal’. 
Gevolgenethiek (Teleologie) Consequentialisme.
Het maakt niet uit, welk geluk voor welke mensen.
Onpartijdige ethiek.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kritische vragen: 

Een minderheid kan dus ongelukkiger worden want
het doel heiligt de middelen. 


( Soms moeten er doden vallen om iets "goeds" te bereiken.)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigen geluk
  • Mensen zijn niet geneigd om het goede te doen; mensen houden vaak alleen rekening met zich zelf.
Systeem van beloningen en straffen nodig om iedereen
op ‘het rechte pad’ te houden. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Houden wij vaak alleen maar rekening met ons zelf?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Benthams slogan was 'the greatest happiness for...':
A
me
B
he/she who does an action
C
the greatest number
D
all human beings

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

John Stuart Mill 1806-1873


Nadruk op zelfbeschikking en persoonlijke vrijheid. 


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

  Pleitbezorger van:
afschaffing van de slavernij/ dus mensenrechten!

gelijke rechten voor vrouwen
vrijheid van meningsuiting

scheiding van kerk en staat

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WAT
HAND?
IS 
HIER 
AAN DE 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is hier aan de hand?

Slide 17 - Open vraag

In deze slide hoeven de leerlingen alleen deze vraag te beantwoorden. Hun interpretaties/vragen/reacties komen aan bod in de volgende slides/bij de volgende vragen.

Klik op de afbeelding om deze beeldvullend te tonen.



Waarom denk je dat?

Slide 18 - Open vraag

Klik op de afbeelding om deze beeldvullend te tonen.

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vrijheid
 Mensen zijn vrij, 
zo lang hun acties anderen geen schade berokkenen. 


Vrijheid is een voorwaarde om gelukkig te zijn.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is vrijheid een voorwaarde om gelukkig te zijn?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Is het utilisme van Betham en Mill en vorm van egoïsme?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kan volgens het utilisme een 'leugentje om bestwil' toegestaan zijn?
A
Ja, zolang je door te liegen het totale nut in de wereld vergroot.
B
Nee, liegen is altijd verkeerd ook al is je motief juist.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is volgens het utilisme een ongelijke verdeling van welvaart toegestaan?
A
Nee, de welvaart moet altijd evenredig worden verdeeld.
B
Ja, zolang daardoor het totale nut in de wereld toeneemt.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de leerdoelen behaald?

Ik kan de twee grote stichters noemen van deze stroming en ze plaatsen in hun tijd.
Ik ben instaat om de inhoud van het utilisme te benoemen en uit te leggen.
Daarnaast kun je duidelijk uitleggen wat je zelf van deze stroming vindt en waarom.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Peter Singer

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies