Les 2 Utilisme




Utilisme
                 Utilisme:
Geluk voor de meerderheid.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les




Utilisme
                 Utilisme:
Geluk voor de meerderheid.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

Je kunt de twee grote stichters noemen van deze stroming en ze plaatsen in hun tijd.
Je bent instaat om de inhoud van het Utilisme te benoemen en uit te leggen.
Je kunt de belangrijke begrippen benoemen.
Daarnaast kun je duidelijk uitleggen wat je zelf van deze stroming vindt en waarom.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat betekent
 het woord "Utilisme"?
A
zingeving
B
doel
C
moreel handelen
D
nuttig

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Klik op de schaakstukken en lees de stelling.
Is de stelling juist? Sleep het schaakstuk dan naar het juiste coördinaat. De schaakstukken vormen dan een woord.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

F
H
B
S
A
A
D
T
N
M
P
K
L
V
W
E
K
I
H
E
T
S
T
S
G
K
Intrinsieke waarden zijn waarden die op zichzelf belangrijk zijn. (D,8)
Persoonlijk moraal zijn de normen en waarden van een groep of persoon. (A,5)
Bij ethiek bedrijven doe je geen uitspraken met zekerheid, argumentatie is belangrijk .(C,4)
Universele geldigheid van normen en waarden bestaat. (A,8)
Christelijke ethiek is hetzelfde als wijsgerige ethiek. (G,1)
Christelijke ethiek heeft God als uitgangspunt. (F,7)
Er zijn veel verschillende ethische stromingen. (H,4)
Geld is een voorbeeld van een intrinsieke waarde. (G,3)
Gewetensbezwaar betekent dat je bezwaar maakt tegen je eigen geweten. (B,2)
Het gemeenschappelijk moraal komt tot uiting in de grondwet. (D,5)
Wijsgerige ethiek heeft God als uitgangspunt. (E,4)
Prescriptieve ethiek is he zelfde als beschrijvende ethiek. (G,6)

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welk woord komt uit de oplossing?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geluk voor de meerderheid!



Jeremy Bentham 1748-1832
Een handeling is ethisch goed als het zorgt voor
‘het grootste geluk voor het grootste aantal’. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nadruk op het hebben van zoveel mogelijk plezier
en zo min mogelijk lijden.

1
Geluk voor de meerderheid.
2
Gevolgenethiek (Teleologie) Consequentialisme.
Het maakt niet uit, welk geluk voor welke mensen.
Onpartijdige ethiek.
3
Een minderheid kan dus ongelukkiger worden want
het doel heiligt de middelen. 
4

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Benthams slogan was 'the greatest happiness for...':
A
me
B
he/she who does an action
C
the greatest number
D
all human beings

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

John Stuart Mill 1806-1873
                 Nadruk op zelfbeschikking en persoonlijke vrijheid. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vrijheid is een voorwaarde om gelukkig te zijn.
2
 Mensen zijn vrij,
zo lang hun acties anderen geen schade berokkenen. 
1
Vrijheid

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrijheid van meningsuiting

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Is vrijheid voor jou een voorwaarde om gelukkig te zijn? Leg je antwoord uit.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Beschrijf kort wat je is opgevallen in het vorige filmpje. 
Geef jouw (onderbouwde) mening hier over.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

WAT
HAND?
IS 
HIER 
AAN DE 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is hier aan de hand?

Slide 18 - Open vraag

In deze slide hoeven de leerlingen alleen deze vraag te beantwoorden. Hun interpretaties/vragen/reacties komen aan bod in de volgende slides/bij de volgende vragen.

Klik op de afbeelding om deze beeldvullend te tonen.



Wat vind je hier van? Geef duidelijke uitleg.

Slide 19 - Open vraag

Klik op de afbeelding om deze beeldvullend te tonen.
Vrijheid van meningsuiting online

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Is het utilisme van Betham en Mill en vorm van egoïsme? 
Leg je antwoord uit.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Kan volgens het Utilisme een 'leugentje om bestwil' toegestaan zijn?
A
Ja, zolang je door te liegen het totale nut in de wereld vergroot.
B
Nee, liegen is altijd verkeerd ook al is je motief juist.
C
Ja, liegen is nooit een probleem.
D
Nee, je moet je houden aan de de gulden regel : behandel een ander zoals je zelf behandeld wilt worden.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Is volgens het Utilisme een ongelijke verdeling van welvaart toegestaan?
A
Nee, de welvaart moet altijd evenredig worden verdeeld.
B
Ja, zolang daardoor het totale nut in de wereld toeneemt.
C
Nee, volgens het utilisme moet er een basisinkomen komen voor iedereen.
D
Nee, je moet je houden aan de de gulden regel : behandel een ander zoals je zelf behandeld wilt worden.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de leerdoelen behaald?

Ik kan de twee grote stichters noemen van deze stroming en ze plaatsen in hun tijd.
Ik ben instaat om de inhoud van het utilisme te benoemen en uit te leggen.
Ik kan de belangrijke begrippen benoemen.
Daarnaast kun je duidelijk uitleggen wat je zelf van deze stroming vindt en waarom.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies