Verbanden met inleiding statistiek

Mondeling examen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Mondeling examen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?

- herhaling statistiek
- verbanden

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Statistiek en informatieverwerking
  • Cirkeldiagram
  • Staafdiagram
  • Steelbladdiagram
  • Lijndiagram
  • Boomdiagram 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cirkeldiagram
Procenten leg je vast in een cirkeldiagram.

De rand van de cirkel is verdeeld in 100 stukjes: 100%

Eerst bereken je de percentages en daarna teken je de taartpunt in de cirkel.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Centrummaten
  • modus: de waarneming die het vaakst voorkomt
  • mediaan: het middelste getal in een rij waarnemingen die van klein naar groot staan
  • gemiddelde: het gemiddelde van de waarnemingen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je het diagram hiernaast?
A
tabel
B
beelddiagraam
C
staafdiagram

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Op welke dag was het verschil tussen de minimum- en maximumtemperatuur het grootst?

A
maandag
B
dinsdag
C
vrijdag
D
zaterdag

Slide 7 - Quizvraag

34 - Domein: verbanden (antwoorddia)
Bij een 2A opdracht mag je alleen een staafdiagram gebruiken als de leerlingen de waarden kunnen aflezen als punten op de grafiek die samenvallen met de rasterlijnen in de schaalverdeling.
Hoe heet dit diagram?
A
Cirkeldiagram
B
Staafdiagram
C
Lijndiagram

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan 200 mensen is gevraagd wat hun favoriete sport is. Met de antwoorden is een cirkeldiagram gemaakt. Van hoeveel mensen is voetbal de favoriete sport?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verbanden
  • periodiek verband
  • wortelverband
  • lineair verband  
  • kwadratisch verband
  • omgekeerd evenredig verband

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lineair verband
  • Regelmaat in de tabel
  • Grafiek is rechte lijn
  • Geen kwadraat of wortel  in de formule

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Periodiek verband
  • Amplitude
  • Evenwichtsstand
  • Periode
  • Toppen :( en dalen :)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wortelverband

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwadratische verbanden

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwadratisch verband

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omgekeerd evenredig verband
hoe meer, hoe minder -> omgekeerd (evenredig) verband 
grafiek is hyperbool

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omgekeerd evenredig verband

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verband
A
lineair
B
kwadratisch
C
omgekeerd evenredig
D
wortel

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit verband is:
A
omgekeerd evenredig
B
lineair
C
kwadratisch
D
wortelverband

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verband
A
lineair
B
kwadratisch
C
omgekeerd evenredig
D
periodiek

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat voor verband is dit?
A
lineair verband stijgend
B
evenredig verband
C
lineair verband dalen
D
onevenredig verband

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verband
A
lineair
B
kwadratisch
C
omgekeerd evenredig
D
wortel

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat voor verband is dit?
A
lineair verband stijgend
B
evenredig verband
C
lineair verband dalen
D
onevenredig verband

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verband
A
lineair
B
kwadratisch
C
omgekeerd evenredig
D
periodiek

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat voor verband is dit?
A
periodiek verband
B
kwadratisch verband
C
wortelverband
D
exponentieel verband

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verband
A
lineair
B
kwadratisch
C
omgekeerd evenredig
D
wortel

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verband
A
lineair
B
kwadratisch
C
omgekeerd evenredig
D
wortel

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten verbanden ken je?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je zet € 800,- op een spaarrekening en je krijg 3% rente.
Hoeveel geld heb je dan volgend jaar op je rekening staan (je
stort niets bij en je haalt er ook niets af)?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je zet € 800,- op een spaarrekening en je krijg 3% rente.
Hoeveel geld heb je dan volgend jaar op je rekening staan (je
stort niets bij en je haalt er ook niets af)?
Hoe groot is de groeifactor?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je zet € 800,- op een spaarrekening en je krijg 3% rente.
Hoeveel geld heb je dan volgend jaar op je rekening staan (je
stort niets bij en je haalt er ook niets af)?
Hoe groot is de groeifactor?
Welke formule hoort bij deze spaarrekening?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je zet € 800,- op een spaarrekening en je krijg 3% rente.
Hoeveel geld heb je dan volgend jaar op je rekening staan (je
stort niets bij en je haalt er ook niets af)?
Hoeveel geld heb je na 15 jaar op je spaarrekening staan?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je zet € 800,- op een spaarrekening en je krijg 3% rente.
Hoeveel geld heb je dan volgend jaar op je rekening staan (je
stort niets bij en je haalt er ook niets af)?
Wanneer is je spaargeld verdubbelt?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies