2H/V: Thema 3: BS 5: Het immuunsysteem

Thema 3: BS 5: Het immuunsysteem
Log alvast in!

Vandaag heb je nodig:
-Papier/schrift
-Tekenspullen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

Thema 3: BS 5: Het immuunsysteem
Log alvast in!

Vandaag heb je nodig:
-Papier/schrift
-Tekenspullen

Slide 1 - Tekstslide

Programma
-Terugblik
-Uitleg
-Teken opdracht
-Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Een rode bloedcel bevindt zich in de rechter kamer.
 Deze wil O2 vervoeren naar de kuitspier. In welke volgorde komt de rode bloedcel langs de onderstaande plaatsen?
longader
longslagader
aorta
linkerkamer
linkerboezem
beenslagader

Slide 3 - Sleepvraag

Toetstermen BS 5
-Je kan in eigen woorden uitleggen wat een infectie is

-Je kan in eigen woorden beschrijven hoe het immuunsysteem infecties bestrijdt

-Je kan in eigen woorden beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.

-Je kan in eigen woorden het verschil uitleggen tussen antigenen en antistoffen a.d.h.v. een afbeelding. 

-Je kan in eigen woorden uitleggen wat immuniteit betekend. (kennis)  

-Je kan het verschil uitleggen tussen natuurlijke en kunstmatige immuniteit. (kennis)  

-Je kan in eigen woorden uitleggen hoe immuniteit ontstaat middels een vaccinatie. (kennis)  
-Je kan in eigen woorden uitleggen wat er aan de hand is bij een allergie. (kennis)

-Je  kan het verschil beschrijven tussen een allergie en een anafylactische reactie.

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 

-Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.

-Je kunt beschrijven op welke manieren immuniteit kan ontstaan.


Slide 5 - Tekstslide

Ziekteverwekkers
-Lichaamsvreemde stoffen
Welke barrière houdt ziekteverwekkers buiten?


En als ze binnenkomen via je mond?

Buiten houden
1) Huid = De deur van je lichaam
- Bij een wond is de deur 'open' en dringen bacteriën binnen


Voorbij de deur?
2) Neusslijmvlies
-Blijven plakken, worden verplaatst door trilharen en doorgeslikt

3) Maagzuur
-Worden gedood door het zoutzuur

Slide 6 - Tekstslide

Toch binnen?
-Dan heb je een infectie
-Het afweersysteem of immuunsysteem wordt actief

-Virus is geen levend wezen
Hoe herkent het lichaam een virus?



Immuunsysteem
-Witte bloedcellen zijn de 'soldaten' van het lichaam
-Ze worden aangestuurd om ziekteverwekkers te vinden en te doden
Een virus
-Hebben geen levenskenmerken (ademhaling, groei etc.)
-Is DNA in een eiwit omhulsel
-Herkenning via antigenen (eiwit op de buitenkant)
Lichaamsvreemde antigenen activeren het immuunsysteem

Slide 7 - Tekstslide

Antistoffen
Typen witte bloedcellen:
1) Ziekteverwekker insluiten
2) Antistoffen maken


-Elke ziekteverwekker heeft een ander antigeen
-1 type antistof op 1 type antigeen
Antistoffen
-Eiwitten die een ziekte verwekker onschadelijk maken
-Bloed vervoert antistoffen door het lichaam
Type 1: insluiting
-Witte bloedcel sluit de ziekteverwekker in ('eet hem op')
-Stukjes worden gepresenteert aan de rest van het lichaam -> alarm
Type 2: antistof
-Maakt antistoffen
-Antistof hecht zich aan de antigenen van de ziekteverwekker -> onschadelijk gemaakt

Slide 8 - Tekstslide

Een virus wordt herkent aan zijn....(1)..... vervolgens maakt het lichaam .....(2)...... om het virus onschadelijk te maken
A
1) antistoffen 2) antigenen
B
1) antigenen 2) antistoffen
C
1) DNA 2) antistoffen
D
1) DNA 2) antigenen

Slide 9 - Quizvraag

Immuniteit
-Genoeg antistoffen maken kost tijd -> je wordt eerst ziek

Wanneer ben je immuun?




-Bij een 2e besmetting kan je meteen veel antistoffen maken
-Je wordt hierdoor niet ziek en bent immuun
immuun = je bent niet meer vatbaar voor een ziekte
Natuurlijke immuniteit
= Immuniteit ontstaan doordat je ziek bent geweest
-Je raakt besmet (met bijv. waterpokken)
-Je lichaam maakt antistoffen tegen de ziekteverwekker
-Bij een volgende besmetting, genoeg antistoffen
-Je bent immuun

Kunstmatige immuniteit
Immuniteit die ontstaat door vaccinatie
-D.m.v. een inenting of een vaccinatie wordt een vaccin ingespoten
-Vaccin bevat een dode of verzwakte ziekteverwekker
-Je wordt niet ziek, maar maakt wel antistoffen
Geheugencellen
-Witte bloedcellen kunnen 'onthouden' hoe ze deze antistof moeten maken
-Bij een 2e besmetting worden er meteen super veel antistoffen gemaakt

Slide 10 - Tekstslide

Een virus is het lichaam binnen gedrongen.
 Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde 

antistof productie 
antigeen herkenning
infectie
virus onschadelijk gemaakt
immuniteit
antistoffen binden aan antigenen

Slide 11 - Sleepvraag

Slide 12 - Video

Opdracht
-Maak individueel een korte tekening (op papier) waarin jij laat zien:
1) Hoe een ziekteverwekker herkent wordt
2) Wat het lichaam doet om deze onschadelijk te maken.
(Tijdens een immuun reactie)
-Blijf in dit kanaal 
-Klaar? upload je een foto naar LessonUp

Klaar?: ga verder met 
BS 5: 1-2-3(a,b,c,e)-6-10-11 




Gebruik minimaal de woorden:
-ziekteverwekker
-witte bloedcel
-antistof
-antigeen
-immuun

timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Tekening

Slide 14 - Open vraag

Voor de volgende les
Maak opdracht:
BS 5: 1-2-3(a,b,c,e)-6-10-11 


De volgende les:
BS 5: vaccinatie & corona

Slide 15 - Tekstslide