Wiskunde H3 Wortels

H3 Wortels 





Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen open op tafel.


1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H3 Wortels 





Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen open op tafel.


Slide 1 - Tekstslide

Opbouw les 
  • Start
  • Terugblik 
  • Uitleg leerdoel 1
  • Aan de slag
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

VK Kwadraat
Een kwadraat is een vermenigvuldiging van een getal met zichzelf.


3² = 3 • 3 = 9
(-3)² = -3 • -3 = 9
-3² = -3 • 3 = -9

½² = ½ • ½ = ¼
-½² = -½ • ½ = -¼
(-½)² = -½ • -½ = ¼
De kwadraten van de getallen 1 t/m 16, 20 en 25 moet je uit je hoofd kennen!

Slide 3 - Tekstslide

VK Volgorde bij berekening
Stappenplan
  1. Haakjes
  2. Machten (dus ook kwadraten en wortels)
  3. Vermenigvuldigen en Delen (v.l.n.r)
  4. Optellen en Aftrekken (v.l.n.r)

Help Mij Van Die Onvoldoendes Af!                 (H M V D O A)

Slide 4 - Tekstslide

VK Herleiden
Herleiden ->  korter opschrijven 

Termen -> optellen/aftrekken (3m + 4m = 7m    en    3m + 4n)
In gelijksoortige termen komen precies dezelfde letters/variabelen voor.

Factoren -> vermenigvuldigen ( 2m • 4m = 7 m² )


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Ik kan wortels uitrekenen.
Succescriteria

Ik weet wat een wortel van een getal is.
Ik weet het verschil tussen een benadering en een exact antwoord.
Ik weet wat tegengestelde getallen zijn.



Slide 7 - Tekstslide

Oppervlakte van een vierkant
4 cm
4 cm
25cm2
Oppervlakte = A
zijde = z

Slide 8 - Tekstslide

Wortels van getallen
Een wortel en kwadraat heffen elkaar op!
Ze zijn elkaar tegengestelden






81=9
92=81
Leer de kwadraten van 1 t/m 16, 20 en 25 uit je hoofd!

Slide 9 - Tekstslide

Tegengestelde getallen
Twee getallen met de som 0 heten tegengestelde getallen.
-4 en 4 zijn elkaars tegengestelden, want -4+4=0.
voor -√4  en  √4  geldt hetzelfde.




Slide 10 - Tekstslide

Het tegenovergestelde van een kwadraat is een wortel. 
[?]64=8
82=64
 Kwadraat is een wortel heffen elkaar op !

Slide 11 - Tekstslide

 Kwadraat is een wortel heffen elkaar op !
[?]64=8
82=64
Het getal onder het wortelteken is altijd ≥0.
Een wortel uit een negatief getal bestaat niet!
[?]64
Bestaat niet, want er is geen getal te vinden waarvan het kwadraat -64 is.
x

Slide 12 - Tekstslide

Het tegenovergestelde van een kwadraat is een wortel. 
[?]64=8
82=64
Het getal onder het wortelteken is altijd ≥0.
Een wortel uit een negatief getal bestaat niet!
[?]64
Bestaat niet, want er is geen getal te vinden waarvan het kwadraat -64 is.
x
 -√64 bestaat wel, dit is het tegengestelde van net als -3 het tegengestelde is van 3.
 Kwadraat is een wortel heffen elkaar op !

Slide 13 - Tekstslide

Afronden van het antwoord.
Exacte antwoord 
Antwoord is een geheel getal, anders de wortel laten staan.
√16=4          √15= √15

Antwoord bij benadering 
Rond je antwoord af op 2 decimalen (of anders aangegeven).
√15 ≈ 3,87


Neem bovenstaande over in je schrift.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Ik kan wortels optellen en aftrekken.
Succescriteria

Ik ken de ronde wortels uit mijn hoofd.
Ik weet wanneer ik twee aparte wortels kan samennemen.




Slide 16 - Tekstslide

Wortels optellen en aftrekken
Gelijksoortige wortelvormen kun je herleiden!





32+52=
3353=

Slide 17 - Tekstslide

Wortels optellen en aftrekken
Gelijksoortige wortelvormen kun je herleiden!





32+52=82
3353=23

Slide 18 - Tekstslide

Wortels optellen en aftrekken
Gelijksoortige wortelvormen kun je herleiden!





32+52=82
3353=23
3527=

Slide 19 - Tekstslide

Wortels optellen en aftrekken
Gelijksoortige wortelvormen kun je herleiden!





32+52=82
3353=23
3527
De wortels zijn niet gelijk.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Ik kan wortels vermenigvuldigen.
Succescriteria

Ik ken de rekenregels voor vermenigvuldigen met wortels.
Ik weet het verschil tussen een benadering en een exact antwoord.




Slide 22 - Tekstslide

Wortels vermenigvuldigen
Re


Rekenregel: 
3253=3523=156
3353=159=153=45
Neem bovenstaande over in je schrift.
abcd=acbd

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Check!
Zet je naam rechtsboven op je blaadje.
Los onderstaande opgaven exact op!
  1. √169 =
  2. (√25)² =
  3. 2√3 + 4√3 + 2√4 =
  4. 4√3 • 2√4 =
  5. 4√3 + 2√8 • 2√2 =
  6. Wat is het verschil tussen exact en benadering?

Slide 25 - Tekstslide

Welke vragen heb je nog over H3? 
Noteer alleen het opgave nummer.

Slide 26 - Woordweb

Slide 27 - Tekstslide