Herhalingsles cultuur: begrippenlijst

Keuzedeel 
Interculturele diversiteit 
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Keuzedeel Interculturele diversiteit MBOStudiejaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Keuzedeel 
Interculturele diversiteit 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Programma 
  • Terugblikken Leskaart 1 t/m 3
  • Wat is cultuur a.d.h.v. het ui-diagram
  • Herhalen van begrippen
  • Aan de slag l Vooroordelen en stereotypen voorkomen

Slide 3 - Tekstslide

Wat heb je geleerd van de eerste 3 leskaarten?

Slide 4 - Open vraag

Terugblikken

Cultuur is een vorm van mentale programmering. Het zijn patronen van gedachtes, gevoelens en gedrag.

Slide 5 - Tekstslide

Mentale programmering
Je mentale programmering bepaalt hoe je reageert op alle daagse zaken als groeten, eten, tonen van emoties enzovoort.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Waarden en normen
Waarde: Vrijheid van meningsuiting
Norm: Als je ergens iets van vindt, mag je dat gewoon zeggen.
Waarde: Respect 
Norm: Ouderen spreek je aan met u.

Slide 8 - Tekstslide

Religie en cultuur
Veel culturen hebben een religie of geloofsovertuiging als basis.
Cultuur en religie zijn twee verschillende dingen, maar lopen vaak wel door elkaar.

Slide 9 - Tekstslide

Ui-diagram
Een cultuur kun je omschrijven aan de hand van bepaalde kenmerken. Een model welke jullie moeten gebruiken is het model van Hofstede: het ui-diagram.

Slide 10 - Tekstslide

Het ui-diagram

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
Beschrijf jouw cultuur via de ui - diagram a.d.h.v.
1) symbolen (kleding, haardracht, woordgebruik, taal, voorwerpen en gebaren)
2) helden (dode en levende personen die bij jou in hoog aanzien staan en die grote invloed hebben (gehad) op jou
3) rituelen (collectieve gebruiken die sociale en religieuze betekenis hebben
4) waarden (collectieve manierne van denken)

Slide 12 - Tekstslide

Geef voorbeelden uit de ui-diagram (symbolen, helden, rituelen, waarden)?

Slide 13 - Open vraag

Aan de slag begrippenlijst
'Vooroordelen en stereotypen'


Slide 14 - Tekstslide

Opzoeken van begrippen 
Groep 1
Discriminatie - Stereotype - Vooroordeel -Racisme
Groep 2
Seksisme - Xenofobie - Polarisatie - Sociale cohesie

Slide 15 - Tekstslide


Vooroordelen, stereotypen, discriminatie en racisme
Een vooroordeel is de mening die je over iemand hebt zonder dat je hem daadwerkelijk kent. 
Een stereotypen is een overdreven simpel en meestal negatief beeld van een groep mensen.
Vooroordelen en stereotypen kunnen leiden tot discriminatie:
Discriminatie is het anders behandelen van mensen op basis van een of enkele kenmerken.
Racisme is een vorm van discriminatie op basis van huidskleur en/of genetische oorsprong (afkomst). 

Slide 16 - Tekstslide


Seksisme - Xenofobie - Polarisatie - Sociale cohesie
Seksisme: discriminatie op grond van geslacht
Xenofobie: een irrationele en/of obsessieve angst voor vreemden, buitenlanders of buitenlandse voorwerpen/zaken
Polarisatie: is toenemend wij-zij-denken. Het is een proces waarbij de tegenstellingen tussen groepen in de samenleving sterker worden, waardoor groepen steeds meer tegenover elkaar komen te staan.
Sociale cohesie: maatschappelijke samenhang, mate waarin mensen zich met elkaar verbonden voelen in een bepaalde buurt, woonplaats, land, etc

Slide 17 - Tekstslide

wit is ook een kleur

Slide 18 - Tekstslide

wit is ook een kleur
Deze week ga je de documentaire wit is ook een kleur kijken. Bij deze documentaire horen vragen. 
De documentaire gaat  over vooroordelen en stereotypen. Weet je  wat vooroordelen en stereotypen zijn? Maak de vragen op de volgende slides.

Slide 19 - Tekstslide

Wat is een vooroordeel?

Slide 20 - Open vraag

Blondjes zijn dom. Deze uitspraak is een ...
A
feit
B
vooroordeel
C
stereotype

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een stereotype?

Slide 22 - Open vraag

Vooroordelen en stereotypen hebben veel te maken met socialisatie. Socialisatie betekent dat mensen
A
kenmerken van een groep aanleren.
B
allemaal dezelfde normen en waarden aanleren.
C
verschillende culturen leren kennen.
D
alle aangeboren eigenschappen afleren.

Slide 23 - Quizvraag

Voordat je gaat kijken, wil ik nog even zeggen dat er soms moeilijke woorden in de documentaire gebruikt worden. Een aantal woorden die vaak worden gebruikt, ga je eerst even opzoeken in een woordenboek of op het internet.

Slide 24 - Tekstslide

Wat betekent superieur of superioriteit?

Slide 25 - Open vraag

Witte mensen hebben vaak privileges die gekleurde mensen niet hebben. Wat betekent privilege?

Slide 26 - Open vraag

Wat is etnisch profileren?
A
mensen tegenhouden
B
mensen letten op wat voor gedrag anderen vertonen
C
in ieder van ons gaat een crimineel schuil
D
mensen met een bepaalde huidskleur vaker controleren

Slide 27 - Quizvraag





De documentaire is gemaakt en ingesproken door 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

Na 4 minuut 57 komen er een paar vrouwen in beeld die vertellen waarom ze tegen asielzoekerscentra zijn. Geef twee redenen waarom deze vrouwen liever niet willen dat er vluchtelingen in Nederland komen wonen.

Slide 30 - Open vraag

Wat is racisme?

Slide 31 - Open vraag

Sunny Bergman zegt in 8 minuut 13 "veel witte mensen segregeren". Wat bedoelt ze hiermee? Tip: zoek in je boek wat segregatie betekent!

Slide 32 - Open vraag

Tussen 23.27 en 26.01 minuut stelt Sunny Bergman jonge kinderen (tussen 4 en 7 jaar) vragen over witte- en zwarte babypoppen. De kinderen reageren verrassend bevooroordeeld. Noem twee vooroordelen die de kleine kinderen hebben.

Slide 33 - Open vraag

Vanaf 27 minuten komen de ouders van de kinderen in beeld. De ouders zeggen dat zij hun kinderen niet bewust met vooroordelen hebben opgevoed. Als de kinderen het niet van hun ouders leren, hoe komt het dan dat de kinderen op deze manier reageren op de vragen? Hoe komen de kinderen aan de vooroordelen?

Slide 34 - Open vraag

Welk advies zou jij de ouders geven om de vooroordelen bij hun kinderen weg te nemen?

Slide 35 - Open vraag

Noem twee dingen die je leuk of leerzaam vond aan de documentaire.

Slide 36 - Open vraag

Noem twee dingen die je niet leuk of moeilijk vond aan de documentaire.

Slide 37 - Open vraag

Wat vond je van deze manier van lesgeven?

Slide 38 - Open vraag

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 39 - Open vraag

Einde les

Slide 40 - Tekstslide