GL - Relaties

Global Learning - P1 - Sociale netwerken en Relaties
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Global Learning - P1 - Sociale netwerken en Relaties

Slide 1 - Tekstslide

Wat verwachten jullie van GL dit schooljaar?

Slide 2 - Woordweb

Wat verwachten jullie van mij als vakdocent?

Slide 3 - Woordweb

Dit schooljaar bij GL
p1 - Sociale netwerken en relaties
p2 - Media
p3 - Duurzaamheid
p4 - Verandering van de Nederlandse cultuur

Slide 4 - Tekstslide

Wie van jullie heeft een relatie?

Slide 5 - Open vraag

Welk soort relatie is in jouw ogen het belangrijkste? En waarom?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

Welk advies is je bij gebleven en waarom?

Slide 8 - Open vraag

Periode 1: Sociale netwerken en relaties

Paragraaf 1: Inleiding
Paragraaf 2: Soorten relaties
Paragraaf 3: Levensvragen
Paragraaf 4: Verschillende rollen
Paragraaf 5: Feminisme

Slide 9 - Tekstslide



Paragraaf 2: Soorten relaties



De mens: een sociaal wezen

Slide 10 - Tekstslide

Zonder anderen kun je niet?

Slide 11 - Woordweb

Conclusie: andere mensen zijn nodig want: 
 • een mens heeft anderen nodig om te eten en te drinken;
 • een mens heeft zijn medemensen nodig om een taal te leren;
 • een mens heeft anderen nodig om zijn culturele behoeften te bevredigen;
 • steeds als een mens sport, communiceert, muziek maakt en vakantie viert, heeft hij anderen nodig;
 • een mens heeft anderen nodig om onderwijs te volgen, te werken en een inkomen te verdienen;
 • een mens heeft anderen nodig om te leren hoe hij zich privé en in de samenleving moet gedragen;
 • een mens heeft anderen nodig om zijn behoefte aan genegenheid, liefde en seksualiteit te bevredigen. 

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht - Sociogram maken
Sociogram = Een overzicht van al je sociale contacten

Wat ga je doen? Maak een sociogram: Maak van jezelf een schema waarin je je eigen relaties rondom je heen in kaart brengt. Zet jezelf in het midden en zet daaromheen alle mensen waarvan jij vindt dat je een relatie met ze hebt. Zet de mensen die het meest nabij staan ook dichtbij je eigen naam en de mensen die verder van je af staan verder af van je eigen naam.
Je sociogram maak je in: OneNote GL - Paragraaf 2 - Opdrachten 2.1 


Slide 13 - Tekstslide

2.2 - Soorten relaties

1. Persoonlijke relaties
2. Functionele relaties

Relaties kunnen vrijwillig of onvrijwillig zijn

Slide 14 - Tekstslide

Een relatie met je ouders is...
A
Een persoonlijke relatie
B
Een functionele relatie

Slide 15 - Quizvraag

Een relatie met een klasgenoot die je niet kent is...
A
Een persoonlijke en vrijwillige relatie
B
Een functionele en onvrijwillige relatie
C
Een functionele en vrijwillige relatie
D
Een persoonlijke en onvrijwillige relatie

Slide 16 - Quizvraag

Een functionele relatie kan ook veranderen in een persoonlijke relatie.... waar of niet waar? Leg uit!

Slide 17 - Open vraag

Welke kenmerken horen bij een vriendschap?

Slide 18 - Woordweb

Een vriendschap bestaat over het algemeen over de volgende kenmerken:


1. Vrijwilligheid
2.  Genegenheid
3.  Vertrouwen 
4. Solidariteit 

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht - Muziek
1. Kies een vriend/vriendin uit de klas
2. Zoek een muzieknummer uit wat past bij je vriend/vriendin en;
3. die jullie vriendschap omschrijft
4. Schrijf het op in je leertekst van 2.2

Slide 20 - Tekstslide

Paragraaf 2.3 - Verliefdheid
- Verliefdheid
- Een liefdesrelatie (en verschillende vormen daarin)


Slide 21 - Tekstslide

What is love...?

Slide 22 - Woordweb

Wat is verliefd zijn?
Verliefdheid is vooral een gevoel: het is niet iets van je verstand en dus ook niet beredeneerd. 

Verliefdheid heeft ook een fysiologische component: op het moment dat je degene op wie je verliefd bent ziet of aan haar/hem denkt, worden er hormonen geactiveerd.

Verliefdheid kan een eenzijdig gevoel.


Slide 23 - Tekstslide

Opdracht - Versiertrucs
1. Jullie splitsen je op, dames aan de ene kant, heren aan de anderen kant;
2. Iedere groep krijgt een stift;
3. Op de achterkant van het bord zet je je beste versiertips neer - ongeveer zes in totaal.
4. Vervolgens draaien we beide borden om - heren strepen de slechtste versiertips weg bij de dames (tot er 3 over blijven, top 3) - de dames doen precies hetzelfde bij de versiertips van de heren. 

Slide 24 - Tekstslide

Welke verschillende soorten liefdesrelaties zijn er?

Slide 25 - Woordweb

Soorten liefdesrelaties:

- vaste relatie
- open relatie
- lat relatie
- huwelijk

Slide 26 - Tekstslide

Welke soort liefdesrelatie kent jouw voorkeur? En waarom?

Slide 27 - Woordweb

Jaloezie
Iedereen is wel eens jaloers. Je kunt jaloers zijn op een klasgenoot die betere cijfers heeft dan jij of op een vriend of vriendin die heel mooie kleren draagt. 

Maar dus ook in liefdesrelaties kan jaloezie ontstaan.


Slide 28 - Tekstslide

Waar komt jaloezie vandaan? Geef eens een verklaring.

Slide 29 - Open vraag

Jaloezie komt vaak voort uit angst
En uit zich op verschillende niveaus:

1. Lichamelijk
2. Emotioneel
3. Cognitief
4. Gedragsmatig


Slide 30 - Tekstslide

Controleren van je partners appjes.
Hyperventileren wanneer je partner zegt: we moeten praten.
In bed piekeren over hoe je partner je misschien gaat verlaten.
Je voelt je neerslachtig wanneer je partner je appjes niet beantwoordt. 
Cognitief
Gedragsmatig
Emotioneel
Lichamelijk

Slide 31 - Sleepvraag

Wat gaan jullie doen?
- Opdrachten 2.4
- 17 t/m 19 ga je maken

Slide 32 - Tekstslide

Paragraaf 4 - Jongens en meisjes: verschillende rollen

- Sociale rollen
- Sekserollen
- Onderzoek

Slide 33 - Tekstslide

Sociale rollen en sekserollen
Sociale rollen zijn verwachtingen in de maatschappij/cultuur over hoe iemand zich in een bepaalde positie behoort te gedragen.

Sekserollen zijn de verwachtingen in de maatschappij/cultuur over het gedrag van jongens en meisjes, mannen en vrouwen.

Slide 34 - Tekstslide

Opdracht: (stereotype?) gedragingen
- We splitsen de klas op: meisjes en jongens 

- Op het ene bord: meisjes noteren gedragingen die zij verwachten van jongens.

- Op het andere bord: jongens noteren gedragingen die zij verwachten van meisjes


Slide 35 - Tekstslide

Deel 2 - opdracht gedragingen

Bekijken en wegstrepen van gedragingen die je niet vindt kloppen:

1. Meisjes (max 5) strepen gedragingen weg die jongens over hen hebben opgeschreven en vice versa.
2. Je zet er in plaats van een 'kloppende' gedraging neer.

Slide 36 - Tekstslide