herhaling alle ontwikkelingsgebieden

Ontwikkelingspsychologie
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ontwikkelingspsychologie

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
De student kan minimaal 1 kenmerk van de cognitieve ontwikkeling bij schoolkinderen uitleggen. 

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel ontwikkelingsfases kennen we? En hoe heten al die fasen?

Slide 3 - Open vraag

Ontwikkelingsfases 
Baby: 0 - 2 jaar
Peuter: 2 - 4 jaar
Kleuter: 4 - 6 jaar
Jongere schookind: 6 - 10 jaar
Oudere schoolkind: 10 - 12 jaar
Puber: 12 - 16 jaar
Adolescent: 17 - 23
Volwassene: 23 - 65
Oudere mens: 65 en ouder

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel ontwikkelingsgebieden zijn er en hoe heten deze?

Slide 5 - Open vraag

Ontwikkelingsgebieden 
Cognitieve ontwikkeling: verstandelijke ontwikkeling, denken. 
Sensomotorische ontwikkeling: bewegen en zintuigen
Sociaal-emotionele ontwikkeling: het omgaan met jezelf en anderen. 
Creatief expressieve ontwikkeling: je gevoel uitdrukking door iets te doen of maken. 
Taalontwikkeling: Alles wat met taal te maken heeft. 

Slide 6 - Tekstslide

herhaling 
Maak aantekeningen als je dat wilt. 

Slide 7 - Tekstslide

Cognitieve ontwikkeling schoolkind
Leeftijd: 6 tot 12 jaar. 
Denkhandelingen: Het uitwerken van de oplossing op een probleem in je hoofd (minder impulsief handelen) 
Concentratievermogen neemt toe: Nodig om goed te leren rekenen, schrijven en lezen.
proces overzien: In staat zijn om een proces van begin tot eind te overzien. 
Interesse in feiten: Vragen naar het waarom.

Slide 8 - Tekstslide

Even terugspoelen

Slide 9 - Tekstslide

Noem twee kenmerken van de cognitieve ontwikkeling van een peuter, met uitleg.

Slide 10 - Open vraag

Cognitieve ontwikkeling peuter
Leeftijd: 2 - 4 jaar
Cognitieve ontwikkeling gaat snel, peuters zijn leergierig en nieuwsgierig.
Begrijpen is benoemen: dingen aanwijzen en benoemen, naam geven. 
Denken in symbolen: gedrag nadoen wat typisch is voor een rol.
Egocentrisch denken: Het kind bekijkt de wereld vanuit zijn eigen gezichtspunt
Magisch denken: De tafel kan pijn voelen
Kan geen logische verbanden aanleggen: geen inzicht in oorzaak gevolg. 
Geen geweten als innerlijke sturing: Geen besef van goed en kwaad 

Slide 11 - Tekstslide

Noem twee kenmerken van de cognitieve ontwikkeling van een kleuter, met uitleg.

Slide 12 - Open vraag

Cognitieve ontwikkeling Kleuter
Leeftijd: 4-6 jaar
Prelogisch denken: Het begin van het zien van oorzaak gevolg
Egocentrisch: De wereld vanuit het eigen perspectief. 
Eerste aanzet gewetenontwikkeling: kennen van regels, maar niet weten waarom. 
Van imitatie naar identificatie: de persoon proberen te zijn van wie die gedrag nadoet. 
Classificeren van voorwerpen van verschillende vorm, grootte en kleur

Slide 13 - Tekstslide

Noem 1 kenmerk van de cognitieve ontwikkeling bij schoolkinderen.

Slide 14 - Open vraag

Cognitieve ontwikkeling schoolkind
Leeftijd: 6 tot 12 jaar. 
Denkhandelingen: Het uitwerken van de oplossing op een probleem in je hoofd (minder impulsief handelen) 
Concentratievermogen neemt toe: Nodig om goed te leren rekenen, schrijven en lezen.
proces overzien: In staat zijn om een proces van begin tot eind te overzien. 
Interesse in feiten: Vragen naar het waarom.

Slide 15 - Tekstslide

Zijn er nog vragen? Stel ze hier of stel je vraag.

Slide 16 - Open vraag