Opruimen en schoonmaken

Opruimen en schoonmaken
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Opruimen en schoonmaken

Slide 1 - Tekstslide

Huishouden

Slide 2 - Woordweb

Wie doet bij jou thuis het huishouden?

Slide 3 - Open vraag

Welke taken heb jij in het huishouden?

Slide 4 - Open vraag

Stoorgrens

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Wat zijn bacteriën?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Reinigen vs desinfecteren
Als je iets reinigt, verwijder je het vuil en vet. 
Als je iets desinfecteert, verwijder je alle bacteriën.

Slide 10 - Tekstslide

Desinfecteren vs reinigen
Waarom is het in ziekenhuizen belangrijk dat de materialen zowel worden gereinigd als gedesinfecteerd? 
En waarom hoef je thuis alleen maar te reinigen?

Slide 11 - Tekstslide

Ontvetten en ontkalken
Weet jij het verschil?

Slide 12 - Tekstslide

Kalk
Dit zit vooral op plekken waar je water gebruikt, zoals in de badkamer. Je kan dit het beste schoonmaken met een ontkalkmiddel.

Slide 13 - Tekstslide

Ontvetten
Hiervoor gebruik je een ontvettend middel, zoals afwasmiddel of allesreiniger.

Slide 14 - Tekstslide

Ramen wassen
Veel mensen vinden dit één van de vervelendste schoonmaaktaken..

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Quiz

Slide 17 - Tekstslide

Alle bacteriën zijn slecht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Je kan alle bacteriën doden met afwasmiddel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

In een ziekenhuis moeten materialen zowel gereinigd als gedesinfecteerd worden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag