Methodiek 2 les 4

1 / 23
volgende
Slide 1: Video
methodiek 2 pwMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Slide 2 - Tekstslide

Programma
Terugblik vorige les

Nabespreken huiswerk

De laatste 3 stappen observatieplan


Slide 3 - Tekstslide

De lesdoelen
Na afloop van de les:
• weet de student uit welke stappen een betrouwbare observatie bestaat
• kan de student zelf kleine betrouwbare observaties uitvoeren

Slide 4 - Tekstslide

Het huiswerk

Slide 5 - Tekstslide

Stappenplan voor een observatie 
  1. De aanleiding
  2. Het observatiedoel en de vraagstelling
  3. Het concrete gedrag
  4. De observatiecategorieën
  5. De observatiemethode
  6. Plaats en tijd
  7. De algemene gegevens  

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Op de BSO tijdens activiteiten/speelmomenten
Rob speelt kort met hetzelfde speelgoed en is snel afgeleid bij andere activiteiten
Hoe lang speelt Rob met hetzelfde speelgoed? Hoe lang det hij mee me dezelfde activiteit?
Na de observatie weet ik of Rob een korte spanningsboog heeft. Ik observeer hem tijdens 5 activiteiten
aanleiding
observatiedoel/ vraag
Concreet gedrag
Plaats en tijd

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

Stappenplan observatie
  1. De aanleiding
  2. Het observatiedoel en de vraagstelling
  3. Concreet gedrag 
  4. Observatie categorieën
  5. Observatiemethode
  6. Plaats en tijd
  7. Algemene gegevens

Slide 10 - Tekstslide

Observatiemethode (stap 5)
Een manier om planmatig en doelgericht te observeren

4 hoofdgroepen:
1. Participerend/gestructureerd
2. Participerend/ongestructureerd
3. Niet-participerend/gestructureerd
4. Niet-participerend/ongestructureerd

Slide 11 - Tekstslide

Wat betekent dit?
Participerend:  je neemt zelf deel aan de situatie
Niet-participerend:  je bent toeschouwer (onopvallend aanwezig)
Gestructureerd: je weet precies wat je gaat observeren en volgens welk systeem
Niet-gestructureerd: er ligt niet vast hoe je gaat observeren, je maakt van je aantekeningen later een verslag

Slide 12 - Tekstslide

Welke vorm van
observeren zie je in
de afbeelding hiernaast?
A
Niet-participerend
B
Participerend

Slide 13 - Quizvraag

Welke vorm van observeren
zie je in de afbeelding
hiernaast?
A
Participerend
B
Niet-participerend

Slide 14 - Quizvraag

Opdracht
Bestudeer blz 93-94 van je boek.
Bedenk bij elk van deze 4 methodes een voordeel en een nadeel, 
Je krijgt ongeveer 10 min. als je klaar bent dan steek je je handje op in teams


Voordeel
Nadeel
Participerend
Niet- participerend
Gestructureerd
Ongestructureerd
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Wat voor hulpmiddelen zijn er voor een observatie?

Slide 16 - Woordweb

Hulpmiddelen (stap 5)
  • Onewayscreen  of observatiescherm
  • Pen en papier
  • Camera
  • Spel/speelgoed
  • Stopwatch/ telefoon

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld observatieschema

Slide 19 - Tekstslide

Het tijdstip
  • Continue observeren
  • Bepaalde gebeurtenissen observeren (Event sampling/ turfsysteem)
  • Op bepaalde momenten observeren (Time sampling /interval systeem)
  • Een combinatie van bovengenoemde

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk
  • Lees hoofdstuk 7.3 van het boek
  • Bekijk het filmpje "het geheime leven van een 4 jarige"
  • Maak een observatieverslag van Aron, Bent of Sam

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide