1.4 Machten vermenigvuldigen, optellen en aftrekken (Theorie G en H)

Hoofdstuk 1 - Rekenen met letters
Pak deze spullen op tafel:
- wiskundeboek deel 1 (blz. 23)
- wiskundeschrift (opgave 36)
- etui (met inhoud)
- rekenmachine
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1 - Rekenen met letters
Pak deze spullen op tafel:
- wiskundeboek deel 1 (blz. 23)
- wiskundeschrift (opgave 36)
- etui (met inhoud)
- rekenmachine

Slide 1 - Tekstslide

Programma van vandaag:
  • Opgaven 36 en 43 bespreken (§1.3 theorie E en F)
  • Leerdoelen §1.4 - Machten vermenigvuldigen, optellen en aftrekken
  • Theorie G - Product van machten
  • Theorie H - Som en verschil van machten
  • Huiswerk nakijken
  • Opgaven maken
Hoofdstuk 1 - Rekenen met letters

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 1 - Rekenen met letters

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdstuk 1 - Rekenen met letters

Slide 4 - Tekstslide

Programma van vandaag:
  • Opgaven 36 en 43 bespreken (§1.3 theorie E en F)
  • Leerdoelen §1.4 - Machten vermenigvuldigen, optellen en aftrekken
  • Theorie G - Product van machten
  • Theorie H - Som en verschil van machten
  • Huiswerk nakijken
  • Opgaven maken
Hoofdstuk 1 - Rekenen met letters

Slide 5 - Tekstslide

Inhoud
Hoofdstuk 1 - Rekenen met letters
  • je kunt herleiden met de regel (a + b)(c + d)= ac + ad + bc + bd
  • je kunt haakjes wegwerken en herleiden
  • je kunt breuken met letters vereenvoudigen
  • je kunt breuken met letters optellen en aftrekken
  • je kunt delen door een breuk
  • je kunt breuken met letters vermenigvuldigen en delen
  • je kunt een product van machten herleiden
  • je kunt een som en een verschil van machten herleiden
  • je kunt een macht van een macht herleiden
  • je kunt een macht van een product herleiden
  • je kunt machten op elkaar delen
  • je kunt grote getallen in de wetenschappelijke notatie schrijven
  • je kunt kleine getallen in de wetenschappelijke notatie schrijven

Slide 6 - Tekstslide

a4
1.4 - Theorie G - Product van machten

Slide 7 - Tekstslide

a4
macht
1.4 - Theorie G - Product van machten

Slide 8 - Tekstslide

a4
grondtal
1.4 - Theorie G - Product van machten

Slide 9 - Tekstslide

a4
exponent
1.4 - Theorie G - Product van machten

Slide 10 - Tekstslide

a4
grondtal
exponent
macht
1.4 - Theorie G - Product van machten

Slide 11 - Tekstslide

p3p4=
1.4 - Theorie G - Product van machten

Slide 12 - Tekstslide

p3p4=
ppp
1.4 - Theorie G - Product van machten

Slide 13 - Tekstslide

p3p4=
pppp
1.4 - Theorie G - Product van machten

Slide 14 - Tekstslide

p3p4=
pppp
ppp
1.4 - Theorie G - Product van machten

Slide 15 - Tekstslide

p3p4=
pppp=
ppp
p7
1.4 - Theorie G - Product van machten

Slide 16 - Tekstslide

a4
grondtal
exponent
macht
Bij een product (vermenigvuldiging) van machten met hetzelfde grondtal tel je de exponenten bij elkaar op. 
Het grondtal blijft gelijk.
1.4 - Theorie G - Product van machten

Slide 17 - Tekstslide

a
grondtal
exponent
macht
1.4 - Theorie G - Product van machten

Slide 18 - Tekstslide

1.4 - Theorie G - Product van machten
Neem de voorbeelden en de bijbehorende uitwerkingen op blz. 28 goed door.
timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide

3x63x=
Bij een product (vermenigvuldiging) van machten met hetzelfde grondtal tel je de exponenten bij elkaar op. 
Het grondtal blijft gelijk.
1.4 - Theorie G - Product van machten
9x7

Slide 20 - Tekstslide

9b35b5=
Bij een product (vermenigvuldiging) van machten met hetzelfde grondtal tel je de exponenten bij elkaar op. 
Het grondtal blijft gelijk.
1.4 - Theorie G - Product van machten
45b8

Slide 21 - Tekstslide

7x7y8=
Bij een product (vermenigvuldiging) van machten met hetzelfde grondtal tel je de exponenten bij elkaar op. 
Het grondtal blijft gelijk.
1.4 - Theorie G - Product van machten
7x7y8

Slide 22 - Tekstslide

a6a113a2=
Bij een product (vermenigvuldiging) van machten met hetzelfde grondtal tel je de exponenten bij elkaar op. 
Het grondtal blijft gelijk.
1.4 - Theorie G - Product van machten
6a123a2=18a14

Slide 23 - Tekstslide

4p3+2p3=
1.4 - Theorie H - Som en verschil van machten

Slide 24 - Tekstslide

4p3+2p3=
p3+p3+p3+p3
p3+p3
+
1.4 - Theorie H - Som en verschil van machten

Slide 25 - Tekstslide

4p3+2p3=
p3+p3+p3+p3
p3+p3
+
6p3
=
1.4 - Theorie H - Som en verschil van machten

Slide 26 - Tekstslide

In gelijksoortige termen komen precies dezelfde letters met dezelfde exponenten voor.
Alleen gelijksoortige kun je optellen of aftrekken. 
Als de termen niet gelijksoortig zijn, dan kan je ze niet bij elkaar optellen of van elkaar afhalen. 
Je schrijft dan 'kan niet korter' op. (k.n.k.)
De macht zelf verandert niet, alleen de hoeveelheid (het getal voor de macht).
1.4 - Theorie H - Som en verschil van machten

Slide 27 - Tekstslide

1.4 - Theorie G - Product van machten
Neem de voorbeelden en de bijbehorende uitwerkingen op blz. 29 goed door.
timer
5:00

Slide 28 - Tekstslide

In gelijksoortige termen komen precies dezelfde letters met dezelfde exponenten voor.
Alleen gelijksoortige kun je optellen of aftrekken.
Als de termen niet gelijksoortig zijn, dan kan je ze niet bij elkaar optellen of van elkaar afhalen. 
5y4+5x4=
1.4 - Theorie H - Som en verschil van machten
k.n.k.

Slide 29 - Tekstslide

6a72a7=
1.4 - Theorie H - Som en verschil van machten
In gelijksoortige termen komen precies dezelfde letters met dezelfde exponenten voor.
Alleen gelijksoortige kun je optellen of aftrekken.
Als de termen niet gelijksoortig zijn, dan kan je ze niet bij elkaar optellen of van elkaar afhalen. 
5a7

Slide 30 - Tekstslide

4xy25xy2=
1.4 - Theorie H - Som en verschil van machten
In gelijksoortige termen komen precies dezelfde letters met dezelfde exponenten voor.
Alleen gelijksoortige kun je optellen of aftrekken.
Als de termen niet gelijksoortig zijn, dan kan je ze niet bij elkaar optellen of van elkaar afhalen. 
xy2

Slide 31 - Tekstslide

8+8b3=
1.4 - Theorie H - Som en verschil van machten
In gelijksoortige termen komen precies dezelfde letters met dezelfde exponenten voor.
Alleen gelijksoortige kun je optellen of aftrekken.
Als de termen niet gelijksoortig zijn, dan kan je ze niet bij elkaar optellen of van elkaar afhalen. 
k.n.k.

Slide 32 - Tekstslide

§1.4 - Theorie G 
A: Opgaven 47, 48 en 49 
B: Opgaven 48, 49 en 51 
C: Opgaven 49, 51 en 52 
§1.4 - Theorie H 
A: Opgaven 53 en 54 
B: Opgaven 54 en 56 
C: Opgaven 56, 57 en 59 

HUISWERK

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide