5.5 Spreekwoorden les 1 en 2

Hoofdstuk 5.5 Woorden

Op tafel:
- Werkboek
- Pen/Potlood
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5.5 Woorden

Op tafel:
- Werkboek
- Pen/Potlood

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Lesdoel
  • Woorden leren
  • instructie over spreekwoorden en uitdrukkingen
  • Samen oefenen
  • Zelfstandig werken 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
We gaan ongeveer 25 nieuwe woorden leren.

Je leert wat spreekwoorden en uitdrukkingen zijn en je kunt 4 verschillende spreekwoorden uitleggen.

Slide 3 - Tekstslide

Woorden leren
  • BB: Blz. 103
  • KB: 129
  • Samen lezen

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg spreekwoorden
  • Een spreekwoord is een vaste zin met een speciale betekenis. 
    Bijvoorbeeld: Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.

  • De betekenis van spreekwoorden moet je leren.
  • Je kunt de betekenis van spreekwoorden opzoeken in een spreekwoordenboek of in een online woordenboek.

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg uitdrukkingen
  • Een uitdrukking is altijd een deel van een zin. Daarom veranderen de woorden van een uitdrukking soms:
  • Lida maakt van een mug een olifant.
  • Je moet van een mug geen olifant maken!

  • De betekenis van uitdrukkingen moet je leren.
  • Je kunt de betekenis van uitdrukkingen opzoeken in een spreekwoordenboek of in een online woordenboek.

Slide 6 - Tekstslide

Welke spreekwoorden herken je in de volgende video?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Even oefenen

Slide 9 - Tekstslide

Moet je een spreekwoord
letterlijk of figuurlijk nemen?
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 10 - Quizvraag

De appel valt niet ver van de boom.
A
Het is nergens beter dan thuis
B
Van iets wat je jong leert, heb je later veel voordeel
C
Kinderen lijken vaak op hun ouders
D
Hele goede vrienden zijn

Slide 11 - Quizvraag

Je eigen vlees en bloed.
A
Jouw eigen kind of kinderen
B
Kinderen lijken op hun ouders
C
Mensen veranderen
D
Hele goede vrienden

Slide 12 - Quizvraag

Jong geleerd, oud gedaan.
A
Mensen veranderen
B
Het is nergens beter dan thuis
C
Van iets wat je jong leert, heb je later veel voordeel
D
Verstandig genoeg zijn om je eigen beslissingen te nemen

Slide 13 - Quizvraag

Oost west, thuis best.
A
Iemand enthousiast ontvangen
B
Geen last hebben van iemand
C
Het is nergens beter dan thuis
D
Kinderen lijken vaak op hun ouders

Slide 14 - Quizvraag

Met bloed, zweet en tranen.
A
Boos zijn
B
Hard hijgen omdat je je hebt ingespannen
C
Iemand leuk vinden
D
Ergens veel moeite voor doen

Slide 15 - Quizvraag


Dit zuig ik uit mijn duim.
A
altijd, onvoorwaardelijk
B
goed met elkaar overweg kunnen
C
Dat verzin ik
D
maken van niets een groot probleem

Slide 16 - Quizvraag


Door dik en dun.
A
altijd, onvoorwaardelijk
B
met een slecht humeur de dag beginnen
C
is het gedaan, is het zover gekomen
D
maken van niets een groot probleem

Slide 17 - Quizvraag


Met het verkeerde been uit bed gestapt.
A
uit je hoofd weten
B
in een slechte bui zijn
C
is het gedaan, is het zover gekomen
D
maken van niets een groot probleem

Slide 18 - Quizvraag


Alles is weer koek
en ei.
A
iemand respecteren hoe hij is
B
doen alsof je van niets weet
C
is het goed tussen die twee
D
maken van niets een groot probleem

Slide 19 - Quizvraag

Aan de slag met 5.5
BB: Blz. 102
KB: Blz. 128
We maken opdracht 1 t/m 7
Klaar? Bekijk je antwoorden nog een keer

Slide 20 - Tekstslide

Hoofdstuk 5.5 Woorden 

Slide 21 - Tekstslide

Uitleg spreekwoorden
  • Een spreekwoord is een vaste zin met een speciale betekenis. 
    Bijvoorbeeld: Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.

  • De betekenis van spreekwoorden moet je leren.
  • Je kunt de betekenis van spreekwoorden opzoeken in een spreekwoordenboek of in een online woordenboek.
  • Je zoekt dan bij het belangrijkste woord, meestal een zelfstandig naamwoord.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Zelfstandig werken 5.5
  • BB: Blz. 102
  • KB: Blz. 128
  • We maken opdracht 8 t/m 15
  • Klaar? Bekijk je antwoorden nog een keer, of ga de teksten lezen

Slide 24 - Tekstslide