In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
3.3 Een productie voorbereiden - 3
H3 Reacties
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen
Oefenopdracht Overmaat
Leerdoelen:
Je weet wat een productieproces is.
Je weet wat de wet van massabehoud inhoudt.
Je kan met massaverhouding rekenen en een overmaat berekenen.
Slide 2 - Tekstslide
Roest is ijzer dat gereageerd heeft met zuurstof. De massaverhouding ijzer : zuurstof is 223 : 96. Een ijzeren plaat van 15 kg is aan het roesten, hoeveel zuurstof is nodig om de hele plaat tot roest te laten reageren?
Slide 3 - Open vraag
Overmaat
Te veel van 1 stof
Voorbeeld:
voor een tosti heb je nodig
2 boterhammen, 2 plakken kaas, 1 plak ham
ik heb 6 boterhammen, 8 plakken kaas en 3 plakken ham.
Welk product hou ik over?
Slide 4 - Tekstslide
Overmaat
Om salmiak te maken reageren waterstofchloride en ammoniak in de massaverhouding 15:7. Voor de productie heb je 19 gram ammoniak en 30 gram waterstofchloride. Welke stof is in overmaat?
waterstofchloride
15
1
30
ammoniak
7
Slide 5 - Tekstslide
Overmaat
Om salmiak te maken reageren waterstofchloride en ammoniak in de massaverhouding 15:7. Voor de productie heb je 19 gram ammoniak en 30 gram waterstofchloride. Welke stof is in overmaat?
Ik heb 19 gram ammoniak en maar 14 gram nodig. Ammoniak is 5 gram in overmaat
waterstofchloride
15
1
30
ammoniak
7
0,47
14
Slide 6 - Tekstslide
Waterstofchloride reageert met ammoniak in de verhouding 15:7. 38 gram waterstofchloride reageert met 20 gram ammoniak. Welke stof is in overmaat en hoe groot is de overmaat?
Slide 7 - Open vraag
Overmaat
Waterstofchloride reageert met ammoniak in de verhouding 15:7.
38 gram waterstofchloride reageert met 20 gram ammoniak.
Ik heb 20 gram ammoniak en maar 17,8 gram nodig. Ammoniak is 2,2 gram in overmaat.
waterstofchloride
15
1
38
ammoniak
7
0,47
17,8
Slide 8 - Tekstslide
Zoutzuur met kalk reageert in de verhouding 50 : 6. 13 gram kalk wordt samengevoegd met 120 gram zoutzuur. Welke stof is in overmaat?
A
Zoutzuur
B
Kalk
Slide 9 - Quizvraag
Zoutzuur met kalk reageert in de verhouding 50 : 6. 13 gram kalk wordt samengevoegd met 120 gram zoutzuur. Hoe groot is de overmaat?