Zinsdelen les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Lesopbouw

• 10 min. Zs lezen
• Lesdoelen bespreken
• Vooruitblik: filmpje
• Uitleg: werkvorm
• Opdrachten maken
• Evaluatie

10 min. Zs

Lezen

Lesdoelen

• Je kunt zelf bepalen hoe je wilt werken (je werkvorm): zelfstandig of met uitleg van juf
• Je kent de termen; persoonsvorm, onderwerp, gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling, bijvoeglijke bepaling

Uitleg: werkvorm

1. Drie lessen bezig met 'zinsdelen'
2. Je kiest iedere les voor zelfstandig werken of voor de uitleg
   Zelfstandig: volg straks de stappen
   Uitleg: vooraan in het lokaal
3. Klaar met de opdrachten of wil je extra oefenen?
   Boekje van de tafel

Uitleg: werkvorm

Uitleg: werkvorm

Extra uitleg: pv, gez., ond.

1. Persoonsvorm: zin vragend maken / in een andere tijd zetten 
   
2. Gezegde: pv + alle andere ww 
   
3. Onderwerp: Wie / wat + pv
   

Extra uitleg: pv, gez., ond.

1. Persoonsvorm: zin vragend maken / in een andere tijd zetten  
   
2. Gezegde: pv + alle andere ww  
   
3. Onderwerp: Wie / wat + pv
   

Wij gaan in de vijver vissen.

Extra uitleg: pv, gez., ond.

1. Persoonsvorm: zin vragend maken / in een andere tijd zetten  
   
2. Gezegde: pv + alle andere ww  
   
3. Onderwerp: Wie / wat + pv
   

Kim heeft een boek gelezen.

Opdrachten

Maak de opdrachten zelfstandig. Heb je een vraag stel deze aan je buurman!

- je maakt min. de onderdelen: pv, gez. en ond.

Ben je met alles klaar:

verder werken, extra opdrachtenboekje of lezen

Evaluatie

• Hoe ging de werkvorm? 
  Vond je het prettig om zo te werken of juist niet?
  
  
• Hoe waren de opdrachten?
  Wat ging goed? Wat ging minder goed? 
  
  
• Heb je extra hulp nodig?

Uitleg

1. Persoonsvorm: zin vragend maken / in een andere tijd zetten
2. Gezegde: pv + alle andere ww
3. Onderwerp: Wie / wat + pv
4. Lijdend voorwerp: wie / wat + gezegde + onderwerp
5. Meewerkend voorwerp: aan wie / voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp
6. Bijwoordelijke bepaling: alles wat je overhoudt
7. Bijvoeglijke bepaling: de bijvoeglijke naamwoorden vb. rode -> auto