Les 2 herhaling lj3

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Herhaling

Hoofdstuk 2: Productie en technologie

Planning

• Leerdoelen
• Herhaling leerjaar 3
• Extra uitleg
• Aan de slag 

Leerdoelen

• Ik kan uitleggen wat arbeidsverdeling inhoudt.
  
• Ik kan de voor- en nadelen benoemen van arbeidsverdeling.
  
• Ik kan uitleggen wat arbeidsproductiviteit inhoudt.
  
• Ik kan de arbeidsproductiviteit van werknemers uitrekenen.
  
• Ik kan uitleggen hoe de arbeidsproductiviteit kan stijgen en dalen.
  
• Ik kan uitleggen op welke manier de arbeidsproductiviteit kan worden beïnvloed.
  

1 arbeidsjaar is gelijk aan

1. 2 deeltijdbanen
2. een fulltime baan
3. 48 weken van 40 uur
4. een baan in een fabriek

De productiecapaciteit wordt bepaald door ...

1. de arbeidsproductiviteit
2. het aantal mensen dat in een bedrijf werkt
3. de kapitaalgoederen die worden gebruikt
4. de snelheid van werken

Leg uit wat arbeidsomstandigheden zijn.

Secundaire arbeidsvoorwaarden

Primaire arbeidsvoorwaarden

Loon

Scholing

Normale arbeidstijd

Verlof

Wat is de arbeidsproductiviteit?

1. Productie per werknemer in een bepaalde tijd
2. Hoeveel de arbeider werkt

Bedrijven streven naar een hoge arbeidsproductiviteit. De arbeidsproductiviteit kan toenemen door:

1. scholing
2. prestatieloon
3. verbeteren van arbeidsomstandigheden
4. Alle antwoorden zijn goed

Wat is NIET van invloed op de arbeidsproductiviteit?

1. scholing
2. arbeidsvoorwaarden
3. arbeidsverdeling
4. openingstijden

Arbeidsproductiviteit neemt toe door goede scholing.

1. juist
2. onjuist

De winkels zijn in december elke avond open. Wordt hierdoor de arbeidsproductiviteit groter?

1. ja
2. nee

Hoe bereken je de arbeidsproductiviteit per uur?

1. Aantal uren : productie
2. Productie : aantal uren
3. Aantal uren x productie

Stel dat er 650m2 is gestukt door 4 stukadoors. Hoeveel gemiddeld per stukadoor?

Stel: die 650m2 wordt gestuukt in 145 uur. Hoeveel m2 wordt er per uur gedaan?

De bakker kan 50 koekjes per dag maken. Maar bakt er maar 40 per dag.
Wat is zijn productiecapaciteit?

1. 40
2. 10
3. 50
4. 90

De bakker kan 50 koekjes per dag maken. Maar bakt er maar 40 per dag.
Hoeveel procent van zijn productiecapaciteit wordt er gebruikt?

1. 80%
2. 40%
3. 20%
4. 50%

Is er bij de bakker sprake van onderbezetting?

1. ja
2. nee

En nu?

1. De herhaling was duidelijk:
   Opdrachten paragraaf 2 op blz. 69 + 70
   
   
2. De herhaling was niet helemaal duidelijk:
   Extra uitleg + samen opdrachten oefenen

Stijgen

De arbeidsproductiviteit stijgt door:

Opdrachten oefenen

Leerdoelen

• Ik kan uitleggen wat arbeidsverdeling inhoudt.
  
• Ik kan de voor- en nadelen benoemen van arbeidsverdeling.
  
• Ik kan uitleggen wat arbeidsproductiviteit inhoudt.
  
• Ik kan de arbeidsproductiviteit van werknemers uitrekenen.
  
• Ik kan uitleggen hoe de arbeidsproductiviteit kan stijgen en dalen.
  
• Ik kan uitleggen op welke manier de arbeidsproductiviteit kan worden beïnvloed.