In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Er zitten 20 ll in de klas en we gaan een examen maken. 2 leerlingen hebben geen pen bij zich. Wat is de verhouding tussen het aantal leerlingen met pen en het totaal aantal leerlingen? Vereenvoudig zo veel mogelijk. Zet de berekening in je antwoord!
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Henk koop jam en wil de jam die in verhouding het goedkoopst is. Pot A 300gram = € 0,75 Pot B 500 gram = € 0,98 Zet je berekening in het antwoord