V3 - Unit 19 - Subject-Verb agreement

Subject - verb agreement and its rules
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Subject - verb agreement and its rules

Slide 1 - Tekstslide

Today's checklist
You can decide whether you need -s or not to get proper sv-agreement.
You can find and fix mistakes with sv-agreement in sentences.

-Dagopening
-Homework check: Reading Exc. 1, 2, 3 (SB, p. 108-109) + Vocab list U19
-Do: Grammar Exc. 1 (SB, p. 110)
-Grammar note: Subject-Verb agreement
-Do: Grammar Exc. 3, 4, 5 (SB, p. 110) + Vocab Exc. 2 (SB, p. 110)
Homework: Grammar Exc. 1, 2 (WB, p. 78) + Vocab Exc. 2 (WB, p. 78)

Slide 2 - Tekstslide

Today's checklist
You can decide whether you need -s or not to get proper sv-agreement.
You can find and fix mistakes with sv-agreement in sentences.

-Dagopening
-Homework check: Reading Exc. 1, 2, 3 (SB, p. 108-109) + Vocab list U19
-Do: Grammar Exc. 1 (SB, p. 110)
-Grammar note: Subject-Verb agreement
-Do: Grammar Exc. 3, 4, 5 (SB, p. 110) + Vocab Exc. 2 (SB, p. 110)
Homework: Grammar Exc. 1, 2 (WB, p. 78) + Vocab Exc. 2 (WB, p. 78)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Today's checklist
You can decide whether you need -s or not to get proper sv-agreement.
You can find and fix mistakes with sv-agreement in sentences.

-Dagopening
-Homework check: Reading Exc. 1, 2, 3 (SB, p. 108-109) + Vocab list U19
-Do: Grammar Exc. 1 (SB, p. 110)
-Grammar note: Subject-Verb agreement
-Do: Grammar Exc. 3, 4, 5 (SB, p. 110) + Vocab Exc. 2 (SB, p. 110)
Homework: Grammar Exc. 1, 2 (WB, p. 78) + Vocab Exc. 2 (WB, p. 78)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

The general rule
third person singular: verb - s

De algemene regel is bekend: de shit-regel!
he, sheit  + werkwoord -s.
John walks to school.
Pete takes his books to the library.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

1+1 rule (and)
Wanneer 2 voorwerpen met elkaar verbonden zijn door het woord 'and', wordt het werkwoord meervoud:
Her mother and Jane live in San Francisco.

Echter, wanneer deze voorwerpen verwijzen naar een en dezelfde persoon of ding, blijft het onderwerp enkelvoud:
Meat and potatoes is my favourite meal.
Marjolein, my friend and colleague, works at a different school. 

Slide 10 - Tekstslide

NOB rule: neither, or, either
Twee onderwerpen verbonden met een NOB woord,
krijgen een enkelvoudige werkwoordsvorm.
Either Tom or Jim falls down the stairs during this fight.
Neither Freddie nor Jane knows how to help them.

Is het onderwerp meervoud, dan wordt het werkwoord ook meervoud:
Either the strikers or the bosses have to give up some demands.
Neither the men nor the women know what to do.

Slide 11 - Tekstslide

Collective nouns
Bij zelfstandige naamwoorden die naar een groep verwijzen, wordt een enkelvoudig werkwoord gebruikt.
Manchester United has won the League.
The audience was thrilled.

Als de groep wordt gezien als een samenstelling van individuen, wordt het werkwoord meervoud:
The crowd are starting to take their seats.

Slide 12 - Tekstslide

Bijzondere zelf. nmw
Een aantal zelf. nmw eindigt op een -s, maar krijgt een enkelvoud werkwoordsvorm.
Maths is my main subject, but Physics is also part of the course.

Er zijn vijf groepen:
1. Een paar van iets, bijv. scissors, trousers, earphones, etc.
2. Zelf. nmw eindigend op -ing, bijv. belongings, findings, savings, earnings, etc. 
3. Zelf. nmw die nooit enkelvoud gebruiken, bijv. outskirts, archives, valuables, fireworks, etc.
4. Vaste uitspraken, bijv. see the sights, travel expenses, working conditions, etc.
5. Zelf. nmw die op -s eindigen maar enkelvoud zijn, bijv. diabetes, politics, darts, etc.

Slide 13 - Tekstslide

                           One/body

everyone/everybody, anyone/anybody, someone/somebody, 
no one/nobody

wordt gevolgd door een werkwoord in enkelvoud
Nobody likes melted ice-cream.
                   Expressions with of

Both of, all of, most of, plenty of, a number of, a couple of, the majority of


wordt gevolgd door zelfst. nmw + werkwoord in meervoud
A number of classmates forgot to bring their gym clothes.

Slide 14 - Tekstslide

Today's checklist
You can decide whether you need -s or not to get proper sv-agreement.
You can find and fix mistakes with sv-agreement in sentences.

-Bellringer (5 min)
-Herhaling: regels van subject-verb agreement
-Do: Grammar Exc. 3, 4, 5 (SB, p. 110) + Vocab Exc. 2 (SB, p. 110)
-Check: Grammar Exc. 3, 4, 5 (SB, p. 110)

Homework: Grammar Exc. 1, 2 (WB, p. 78) + Vocab Exc. 2 (WB, p. 78)

Slide 15 - Tekstslide

Bellringer (5 min)
Finish the sentences by using the right form of the verb in brackets.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Today's checklist
You can decide whether you need -s or not to get proper sv-agreement.
You can find and fix mistakes with sv-agreement in sentences.

-Bellringer (5 min)
-Herhaling: regels van subject-verb agreement
-Do: Grammar Exc. 3, 4, 5 (SB, p. 110) + Vocab Exc. 2 (SB, p. 110)
-Check: Grammar Exc. 3, 4, 5 (SB, p. 110)

Homework: Grammar Exc. 1, 2 (WB, p. 78) + Vocab Exc. 2 (WB, p. 78)

Slide 18 - Tekstslide

Vern and Fred (need-needs) a ride to work.
A
need
B
needs

Slide 19 - Quizvraag

Margo and her parents (visit-visits) each other often.
A
visit
B
visits

Slide 20 - Quizvraag

Either the cups or the glasses (are-is) in the dishwasher.

A
are
B
is

Slide 21 - Quizvraag

Neither Matt nor his brothers (was-were) at the party
A
was
B
were

Slide 22 - Quizvraag

The committee (work-works) hard for better schools.
A
work
B
works

Slide 23 - Quizvraag

The jury (was-were) polled for their verdicts.

A
was
B
were

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Link

Slide 26 - Link