2.4 - Dichtheid (les 2)

• Natuur- Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

k2c - Natuur- Scheikunde

• §2.4 - Dichtheid (les 2)

• Aan de slag

Naar LessonUp.app!

De dichtheid van een stof

De dichtheid van een stof wordt gemeten in g/cm³.

Formule van dichtheid is:

Dichtheid = massa (m) ÷ volume (v)

p=​v​​m​​

Dichtheid	g/cm³
Massa	gram
Volume	cm³

De dichtheid van een stof

Voorbeeld:

Een blokje goud met de volume van 1 cm³ is altijd 19,3 gram.

m=
v=

p=​v​​m​​

Dichtheid	g/cm³
Massa	gram
Volume	cm³

Een blokje goud met de volume van 1 cm³ is altijd 19,3 gram.

Wat is dan de massa (m)?

p=​v​​m​​

p=​v​​m​​

Dichtheid	g/cm³
Massa	gram
Volume	cm³

Een blokje goud met de volume van 1 cm³ is altijd 19,3 gram.

Wat is dan volume (v)?

p=​v​​m​​

p=​v​​m​​

Dichtheid	g/cm³
Massa	gram
Volume	cm³

De dichtheid van een stof

Voorbeeld:

Een blokje goud met de volume van 1 cm³ is altijd 19,3 gram.

p=​v​​m​​

m=	19,3 g
v=	1 cm³

Een blokje goud met de volume van 1 cm³ is altijd 19,3 gram.

Wat is de dichtheid (p) van goud?

p=​v​​m​​

p=​v​​m​​

p=​v​​m​​

Dichtheid	g/cm³
Massa (m)	gram
Volume (v)	cm³

De dichtheid van een stof

Voorbeeld:

Een stuk ijzer met de volume van 24 cm³ is 189,6 gram.

m=
v=

p=​v​​m​​

Dichtheid	g/cm³
Massa	gram
Volume	cm³

Een stuk ijzer met de volume van 24 cm³ is 189,6 gram.

Wat is dan de massa (m)?

p=​v​​m​​

p=​v​​m​​

Dichtheid	g/cm³
Massa	gram
Volume	cm³

Een stuk ijzer met de volume van 24 cm³ is 189,6 gram.

Wat is dan volume (v)?

p=​v​​m​​

p=​v​​m​​

Dichtheid	g/cm³
Massa	gram
Volume	cm³

De dichtheid van een stof

Voorbeeld:

Een blokje goud met de volume van 1 cm³ is altijd 19,3 gram.

p=​v​​m​​

m=	189,6 g
v=	24 cm³

Een stuk ijzer met de volume van 24 cm³ is 189,6 gram.

Wat is de dichtheid (p) van goud?

p=​v​​m​​

p=​v​​m​​

p=​v​​m​​

Dichtheid	g/cm³
Massa (m)	gram
Volume (v)	cm³

Welke eenheid hoort bij de dichtheid?

1. g/cm3
2. cm3/g

Aan de slag!

Lezen:

De dichtheid van een stof (TB: blz. 25 & 26)

Maken:

opdr. 47 t/m 55 (WB: blz.  23 & 24)

rood = Iedereen is stil

  

oranje = Je mag de docent een vraag stellen 

groen = Je mag met elkaar fluisterend 

overleggen