In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H1 Stoffen en materialen
Les 5
stolcurve
NOVA 3V H1.3
Slide 1 - Tekstslide
terugblik op vorige les
zijn er vragen over het huiswerk?
Slide 2 - Tekstslide
Met het deeltjesmodel kun je de faseovergangen verklaren.
Wat is het belangrijkste verschil tussen de moleculen in een vloeistof en in een gas?
A
In een vloeistof hebben de moleculen een vaste plaats.
B
In een vloeistof zitten de moleculen dichter op elkaar
C
In een vloeistof zijn de moleculen groter.
D
In een vloeistof zijn de moleculen kleiner.
Slide 3 - Quizvraag
Sleep de woorden en figuren naar de juiste plek.
kookpunt
smeltpunt
Slide 4 - Sleepvraag
Verklaar op microniveau waarom de temperatuur constant blijft tijdens het smelten van ijs.
timer
2:00
Slide 5 - Open vraag
Aceton heeft bij standaard druk een kookpunt van 56 °C en alcohol een kookpunt van 78 °C.
Geef een verklaring op microniveau van dit verschil.
A
In aceton trekken de moleculen elkaar minder sterk aan
B
In aceton bewegen de moleculen sneller
C
In aceton is de afstand tussen de moleculen kleiner
D
Moleculen aceton zijn groter dan moleculen alcohol
Slide 6 - Quizvraag
Aan het eind van deze les kun je...
uit de temperatuurverandering tijdens fase-overgang afleiden of een stof zuiver is of een mengsel (kookpunt/traject, stolpunt/traject)
grafieken tekenen
een onderzoek opdelen in een onderzoeksvraag - waarnemingen - verwerking - conclusie
Slide 7 - Tekstslide
NOTEER & LEER
Een zuivere stof heeft een smeltpunt, stolpunt of kookpunt
Tijdens de fase-overgang blijft de temperatuur constant
Je leest op de y-as één temperatuur af
Slide 8 - Tekstslide
NOTEER & LEER
Een mengsel heeft een smelttraject, stoltraject of kooktraject
Tijdens de fase-overgang is de temperatuur niet constant
Je leest op de y-as twee temperaturen af
Slide 9 - Tekstslide
Bekijk de grafiek hier naast goed. Wat is het stolpunt van deze stof?
A
400 graden
B
250 graden
C
100 graden
D
Kun je niet zeggen
Slide 10 - Quizvraag
Bij welke temperatuur bevindt zich het stoltraject?
A
2800 - 1800 °C
B
1800 - 980 °C
C
980 - 450 °C
Slide 11 - Quizvraag
Wil je de uitleg nog eens horen?
Op de volgende dia vind je in de gedeelde les een filmpje waarin de grafieken van een smelt/kookpunt en een smelt/kooktraject nog eens worden uitgelegd
Slide 12 - Tekstslide
0
Slide 13 - Video
Onderzoek aan kaarsvet
Kaarsen zijn gemaakt van zuiver stearinezuur of een
mengsel van stearinezuur en palmitinezuur.
We bekijken klassikaal twee filmpjes van het stollen
van kaarsvet (B en C).
Onderzoeksvraag: Is het onderzochte kaarsvet een zuivere stof of een mengsel?
Slide 14 - Tekstslide
DEMO Stolcurve
We bekijken klassikaal twee filmpjes van het stollen van kaarsvet (B en C). Maakin Exceleen tabel om de waarnemingen te noteren:
tijd (min
TB (°C)
TC (°C)
1
2
3
...tm 20
Slide 15 - Tekstslide
DEMO Stolcurve
We bekijken klassikaal twee filmpjes van het stollen van kaarsvet (B en C).
Maak in Excel een tabel om de waarnemingen te noteren:
let tijdens het stollen op de verandering van de fase en de temperatuur
tijd (min
TB (°C)
TC (°C)
1
2
3
...tm 20
Slide 16 - Tekstslide
Verwerking: stoldiagram tekenen
Maak van de gegevens in je tabel een grafiek in Excel
timer
5:00
Slide 17 - Tekstslide
Stoldiagram tekenen
timer
5:00
Slide 18 - Tekstslide
Conclusie
conclusie = antwoord op de onderzoeksvraag
Je gebruikt hierbij de (verwerking van de) waarnemingen die je hebt gedaan.
Slide 19 - Tekstslide
Onderzoeksvraag: Is het onderzochte kaarsvet een zuivere stof of een mengsel?
Conclusie:
kaarsvet B is .............., omdat ......(licht toe met je waarnemingen)
kaarsvet C is .............., omdat ......(licht toe met je waarnemingen)
Slide 20 - Tekstslide
leerdoelencheck Onderzoek doen
Practicumverslag van Fedde
Onderzoeksvraag: Lost suiker op in thee?
Ik doe een schep suiker in een kop thee en roer goed. De suiker lost op, roeren versnelt dus het oplossen.
conclusie: thee is een roodbruine vloeistof
1. is de conclusie juist?
2. Is "de suiker lost op" een waarneming of een conclusie?
3. Fedde trekt een conclusie over het roeren. Welke onderzoeksvraag past hierbij?
Slide 21 - Tekstslide
Eigen werk
Lees blz 22 tm 27 goed door, leer de betekenis van de blauwe woorden (zie lijst achterin hoofdstuk)