Terugblik les 1
1 / 18
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Ho wudt onze streektaal ook wal e'neumd?
A
Angelsaksisch
B
Nedersaksisch
C
Rijnfrankisch
D
Rijnsaksisch
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Tekstslide
In welke delen van Nederland wudt Nedersaksisch e'sprokkene?
A
Groningen, Gelderland, Drenthe
B
Groningen, Overijssel, Noordoost-Veluwe, Drenthe, Achterhoek en een plaats in Friesland
C
Twente, Drenthe, Achterhoek en Noordoost-Veluwe
D
Overijssel, Achterhoek en een plaats in Friesland
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Link
Kwajongen
Slide 8 - Woordweb
Welk ander woord veur kwajongen heur i'j wal eens? (Of gebroek i'j zelf?)
A
blaag
B
läönes
C
ondoch
D
vlaegel
Slide 9 - Quizvraag
Ho schrief i'j 'eieren' in het dialect?
Slide 10 - Open vraag
Ho schrief i'j 'bomen' in het dialect?
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
knieperig
pochen
mieterig
nöälen
nöstereg
veraldereerd
zuinig
opscheppen
kwaad
mopperen
nors
verbouwereerd
Slide 13 - Sleepvraag
Wat bun i-j onmundig an ‘t klungelen.
Wat ben je toch aan het...
Wat ben je toch aan het...
A
knutselen
B
opbouwen
C
ouwehoeren
D
prutsen
Slide 14 - Quizvraag
Wat betekent:
t Nös lig onder de boom.
t Nös lig onder de boom.
A
De verkering is uit.
B
Het project is mislukt.
C
Het nest is uit de boom gevallen.
Slide 15 - Quizvraag
Ik gao ‘m ens good ‘t pak anmetten.
Ik ga hem eens goed...
Ik ga hem eens goed...
A
de maat nemen voor nieuwe kleren.
B
de waarheid zeggen.
C
in de nieuwe kleren steken.
D
op weg helpen.
Slide 16 - Quizvraag
Gietling is een ander woord voor merel. Ken jij typische streektaalwoorden?
Slide 17 - Open vraag
Wat wil jij graag leren tijdens dit keuze-uur?
