RS Les netwerkanalyse groslijst en lensink bpv opdr 5.1

Netwerkanalyse 
RS BPV opdracht 5.1 MZ4 en VP
GB-CO 2-4.3 Oriënteren op netwerk, MZ3 en Verz.IG
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Netwerkanalyse 
RS BPV opdracht 5.1 MZ4 en VP
GB-CO 2-4.3 Oriënteren op netwerk, MZ3 en Verz.IG

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van deze les
1) Aan het einde van de les kan je uitleggen wat een sociaal netwerk is. 

2) Aan het einde van de les kan je de volgende begrippen in jouw eigen woorden uitleggen:
  • Groslijst
  • Netwerk cirkel van Lensink
  • Sociogram


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een sociaal netwerk wat is dat volgens jullie?

Slide 3 - Tekstslide

Een klassegesprek:
wat is een sociaal netwerk
is het belangrijk?
waarom?
is er iemand die een voorbeeld heeft van een steunend of juist niet steunend netwerk
waarom krijgen jullie dit vak denk je?

Slide 4 - Tekstslide

Een goed sociaal netwerk geeft de cliënt de mogelijkheid om met zo min mogelijk begeleiding adequaat te functioneren in het dagelijks leven en om mee te blijven doen in de participatiemaatschappij. Het ontbreken van een sociaal netwerk heeft vaak eenzaamheid en sociaal isolement tot gevolg en vermindert de zelfstandigheid.

Slide 5 - Tekstslide

Affectieve behoeften: Je wilt geliefd voelen
Materiele behoeften: Mensen willen kunnen ervaren dat
ze anderen kunnen ‘gebruiken’ voor raad, informatie, geld, kortom: dat ze
een beroep kunnen doen op anderen.
Behoefte aan aansluiting:
Ieder mens wil kunnen ervaren dat hij
deel uitmaakt van een groter geheel, dat hij niet alleen is op deze aardbol.
En vooral, dat dat groter geheel bestaat uit mensen die ongeveer dezelfde
interesses en waarden hebben als hijzelf.
Behoefte aan sociale zekerheid: De mens wil bepaalde zekerheden
vastleggen in afspraken, vaste codes, overeenkomsten en contracten. Op
die manier wordt de (sociale) situatie overzichtelijk en stabiel

Slide 6 - Tekstslide

Alleen is een cliënt zich vaak niet bewust van het feit dat hij een sociaal netwerk heeft. Of hij weet hij niet hoe hij dit netwerk effectief kan inzetten.

Slide 7 - Tekstslide

Mensen met een vluchtelingenstatus zonder directe familie in Nederland hebben vaak geen netwerk omdat ze hier niemand kennen. Het opbouwen van een netwerk is moeilijk als je de Nederlandse taal niet machtig bent.
Cliënten met een zeer laag IQ hebben niet altijd de sociale vaardigheden om te functioneren in een netwerk en cliënten met een netwerk dat al zeer lang te zwaar belast is, kunnen niet nog meer vragen van hun naasten.
Cliënten met wisselende emoties en agressief gedrag zijn vaak niet in staat tot het opbouwen van een sociaal netwerk.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe breng je een sociaal netwerk in kaart
Er zijn verschillende manieren om een sociaal netwerk in kaart te brengen. 
  • Groslijst
  • Netwerkcirkel van Lensink
  • Genogram
  • Ecogram
  • Sociogram

Deze les gaat het over de groslijst, netwerkcirkel van Lensink en het Sociogram

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groslijst
  • De groslijst is het meest eenvoudige en minst tijdsintensieve instrument om gegevens over een sociaal netwerk te verzamelen
Doel: Netwerk in kaart brengen en 
bevorderen van informele steun. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groslijst maken stap 1
  • Biedt algemeen inzicht in het sociale netwerk van een cliënt in de vorm van een lijst van personen die de cliënt kent, aardig of belangrijk vindt. De nadruk ligt hierbij op het inventariseren. Hierdoor ontstaat een rijker en preciezer beeld van de huidige situatie. Ook mensen waar maar 1x per jaar contact mee is of waar het contact niet zo goed mee is komen op de lijst
  • Als de lijst compleet is maak je een onderverdeling in:
  • familiecontacten
  • zorgvrager contacten (allen die belangrijk zijn bij werk, alledag, hobby's)
  • professionele contacten
  • samenlevingscontacten (overige)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn voorbeeld vragen om een groslijst te maken?
A
App, mail je of bel je wel eens? En met wie?
B
Hoe is het contact met je familie en vrienden en waarom?
C
Met wie praat je als je het moeilijk hebt?
D
Wie komt er op je verjaardag? En naar wie ga jij?

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Netwerk cirkel van Lensink
uitleg en stap 2
 Netwerk cirkel van Lensink: De netwerkcirkel van Lensink brengt het aantal netwerkleden en hun positionering ten opzichte van de cliënt in kaart. De cliënt wordt omringd door vier schillen met daarin mensen die volgens de cliënt heel dichtbij staan (intimi) en personen die met iedere schil wat verder van de cliënt af staan (vrienden, bekenden en diensten). Gebruik de groslijst als basis

De contacten worden daarnaast verdeeld in vier kwadranten: familie, medecliënten, professionals en mensen die je ontmoet hebt in de samenleving. 

Je ontdekt wie er potentiele hulpbronnen zijn

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Netwerkanalyse stap 3
  • Bekijk de cirkel van Lensink
  • Is dit in evenwicht? Wie is er belangrijk?
  • Waar is men tevreden over?
  • Beschrijf acties om tevredenheid te behouden.
  • Wat zijn veranderwensen?

Vat samen en verwerk, NETWERKANALYSE:

Ik ben tevreden over:
Acties om tevredenheid te behouden:
Wat ik anders zou willen (veranderwensen):

DEZE WENSEN EN ACTIES WERK JE VERDER UIT IN HET ACTIEPLAN



















Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Acties stap 4 en stap 5
  • Bekijk de tevredenheid en veranderwensen.
  • Noem 2 acties om tevredenheid te behouden en acties bij veranderwensen.
  • Aan de hand van de acties en wensen maak je doelen en ga je beschrijven hoe.


Stap 5 maak het actieplan:

.





























































Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke wensen:
1.
2.
3.
4.
5.

DOELEN:





ACTIES =>
1.
2.
3.
4.
5,
  Acties om tevredenheid te behouden:
1.
2.
3.
4.
5.

DOELEN:





WIE/WANNEER
1.
2.
3.
4.
5.











































Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociogram
Een sociogram is een manier om de posities en onderlinge relaties in een groep in kaart te brengen.

Dit doe je door te observeren en vragen te stellen aan de deelnemers van de groep.

Als je alles in kaart hebt gebracht dan ga je de groep uittekenen. 
Door middel van enkele, dubbele, gekleurde en/of met pijlen maak je en verklaar je de verbindingen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg sociogram
beschrijf de onderlinge relatie door:

Kliekjes: onderling bevriend zijn en een subgroep in de groep
Ster-positie: populair worden vaak genoemd/ gekozen
Slang-relaties/ enkele pijl: er is relatie maar niet wederzijds
Paren/ dubbele pijl: wederzijdse relatie, kiezen elkaar.
Marginalen/ nul x vernoemd: word door niemand genoemd

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld Sociogram

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van deze les
1) Aan het einde van de les kan je uitleggen wat een sociaal netwerk is. 

2) Aan het einde van de les kan je de volgende begrippen in jouw eigen woorden uitleggen:
  • Groslijst
  • Netwerk cirkel van Lensink
  • Sociogram

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

RS 5.1 bpv opdracht Netwerkanalayse

Voor deze opdracht ga je een netwerkanalyse maken over een zorgvrager op je afdeling waar je werkzaam bent. 
Overleg met je BPV begeleider welke zorgvrager je gaat benaderen voor deze opdracht.

Locatie: BBL-werkplek.
Beoordeling: Werk of praktijkbegeleider.
Inleveren : 31-6 





Evaluatie

8. Bespreek de uitkomsten met je werk/praktijkbegeleider.
 RS 5.1 BPV-opdracht
Opdracht:
Voor deze opdracht ga je een netwerkanalyse maken over een zorgvrager op je afdeling waar je werkzaam bent.
Afnamecondities
Locatie: BBL-werkplek.
Beoordeling: Werk of praktijkbegeleider.
Benodigde uitvoeringstijd: 16 weken.
Werkwijze:
Voorbereiding
1. Lees bijlage 1 goed door.
2. Voor het maken van een netwerkanalyse ga je in gesprek met een zorgvrager of zijn/haar naasten.
3. Tijdens de voorbereiding maak je een lijst van alle namen van betrokken personen.
Uitvoering
4. Vul de netwerkanalyse, de cirkels van Bran Lensink, in, hierbij is de mening van zorgvrager de belangrijkste richtlijn.
5. Beschrijf aan de hand van de ingevulde netwerkanalyse of het belangrijk is verder te werken aan het netwerk of het juist zo te houden als dat het is.
6. Werk aan de hand van de 4 stappen, uit bijlage 1, een analyse uit.
7. Werk en voer één actie uit het actieplan uit.
Evaluatie
8. Bespreek de uitkomsten met je werk/praktijkbegeleider.








Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

werkwijze voorbereiding

1. Lees bijlage 1 goed door. 
2. Voor het maken van een netwerkanalyse ga je in gesprek met een zorgvrager of zijn/haar naasten. 
3. Tijdens de voorbereiding maak je een lijst van alle namen van betrokken personen. Voor deze opdracht ga je een netwerkanalyse maken over een zorgvrager op je afdeling waar je werkzaam bent. 









Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

werkwijze uitvoering

4. Vul de netwerkanalyse, de cirkels van Brian Lensink, in, hierbij is de mening van zorgvrager de belangrijkste richtlijn.
5. Beschrijf aan de hand van de ingevulde netwerkanalyse of het belangrijk is verder te werken aan het netwerk of het juist zo te houden als dat het is.
6. Werk aan de hand van de 4 stappen, uit bijlage 1, een analyse uit.
7. Werk en voer één actie uit het actieplan uit.







Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

werkwijze evaluatie

8. Bespreek de uitkomsten met je werk/praktijkbegeleider.

Maak het verslag en laat het beoordelen.









Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GB-CO 2-4.3 Oriënteren op het netwerk

Voor deze opdracht ga je sociogram maken van een groep. Kies een groep waarvan jij deel uit maakt, team, klas, vereniging.

Locatie: Scalda of BBL-werkplek.
Beoordeling: Docent Scalda.
Inleveren zondag 14 januari 2024 





Evaluatie

8. Bespreek de uitkomsten met je werk/praktijkbegeleider.
 RS 5.1 BPV-opdracht
Opdracht:
Voor deze opdracht ga je een netwerkanalyse maken over een zorgvrager op je afdeling waar je werkzaam bent.
Afnamecondities
Locatie: BBL-werkplek.
Beoordeling: Werk of praktijkbegeleider.
Benodigde uitvoeringstijd: 16 weken.
Werkwijze:
Voorbereiding
1. Lees bijlage 1 goed door.
2. Voor het maken van een netwerkanalyse ga je in gesprek met een zorgvrager of zijn/haar naasten.
3. Tijdens de voorbereiding maak je een lijst van alle namen van betrokken personen.
Uitvoering
4. Vul de netwerkanalyse, de cirkels van Bran Lensink, in, hierbij is de mening van zorgvrager de belangrijkste richtlijn.
5. Beschrijf aan de hand van de ingevulde netwerkanalyse of het belangrijk is verder te werken aan het netwerk of het juist zo te houden als dat het is.
6. Werk aan de hand van de 4 stappen, uit bijlage 1, een analyse uit.
7. Werk en voer één actie uit het actieplan uit.
Evaluatie
8. Bespreek de uitkomsten met je werk/praktijkbegeleider.








Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

werkwijze voorbereiding

1. Volg de theorieles
2. Kies een groep waar jij deel van uitmaakt. Kies bij voorkeur een groep waarvan het klimaat verbeterd kan worden.
3. Licht toe waarom je voor deze groep kiest.
4. Breng de onderlinge contacten binnen de groep in beeld. Wie heeft contact met wie?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

werkwijze uitvoering
5. Maak een sociogram die de contacten binnen de groep in beeld brengt.
6. Analyseer het sociogram.
- Hoe lopen de contacten?
- Beschrijf de onderlinge relaties. (kliekjes, ster-positie, slang-relaties, paren en
  marginalen)
7. In welke fase van groepsontwikkeling bevindt deze groep zich? Waarom? Waar
  merk je dat aan? Geef minimaal 1 praktijkvoorbeeld.


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vervolg werkwijze uitvoering

8. Waarom is het belangrijk te weten in welke fase van groepsontwikkeling de groep
  zich bevindt?
9. Welke invloed heb jij op groepspontwikkeling vanuit jouw rol?
10. Welke conclusie kan je hieruit trekken?
11. Ontwerp een groepsactiviteit die het groepsklimaat positief kan beïnvloeden. Werk dit uit met behulp van het werkmodel activiteitenplan (bijlage 1)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

werkwijze evaluatie

12. Beschrijf waarom jij denkt dat deze activiteit aansluit bij deze groep
13. Wat hoop je te bereiken met deze activiteit als je kijkt naar onderlinge relaties en fase van groepsontwikkeling? Wat wil je veranderen/versterken?


Rond het verslag af en laat het beoordelen.









Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VRAGEN???

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies