Schrijfopdracht - Betoog les 1

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 3I

Vandaag...
- Schrijf de eerste versie van je betoog



Leerdoelen:
- Ik kan een betoog schrijven met een inleiding, middenstuk en slot
Huiswerk donderdag 2 juni:
-Lever de eerste versie van je betoog
in bij opdrachten in Teams

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 3I

Vandaag...
- Schrijf de eerste versie van je betoog



Leerdoelen:
- Ik kan een betoog schrijven met een inleiding, middenstuk en slot
Huiswerk donderdag 2 juni:
-Lever de eerste versie van je betoog
in bij opdrachten in Teams

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Starten met het schrijven van een betoog

Aan het eind van de les:
  • weet je wat het verschil is tussen een standpunt en een argument.
  • kun je argumenten gebruiken om jouw standpunt te onderbouwen. 
  • kun je een bouwplan maken.

Slide 2 - Tekstslide

Feit vs. Mening (standpunt)

Slide 3 - Tekstslide

Wat is ook alweer het verschil tussen een feit, een standpunt en een argument?

Slide 4 - Woordweb

Leerlingen die zich nooit ziekmelden, moeten recht krijgen op drie vrije dagen

Slide 5 - Tekstslide

Van alle Nederlanders moet bij de geboorte DNA afgenomen worden.

Slide 6 - Tekstslide

Schrijfopdracht - betoog
In de komende lessen ga je een betoog schrijven. Samen nemen we de opdracht door. 


Slide 7 - Tekstslide

Een betoog schrijven
Kortom, je schrijft een betoog om anderen te overtuigen van jouw standpunt. Een betogende tekst:
  • bevat een duidelijke standpunt: jouw opvatting over een kwestie; 
  • bevat goede argumenten bij het standpunt: waarom deze mening?;
  • bevat feiten om het standpunt te ondersteunen;
  • bevat tegenargumenten, waarvan je vervolgens met een weerlegging laat zien dat deze niet kloppen;
  • bevat signaalwoorden om de opbouw duidelijk te maken.
  • heeft een helder opbouw. Spring in bij een nieuwe alinea of sla een regel over.


Slide 8 - Tekstslide

Tips n.a.v. bouwplan
- Val niet in herhaling
- Let op het gebruik van signaalwoorden. Hiermee kondig je een argument goed aan.
- Je benoemt je standpunt in je inleiding én in het slot 
(in verschillende bewoordingen).

Succes! Lever de eerste versie van je betoog vóór de les van 
2 juni in bij opdrachten in Teams (eerder mag ook            )

Slide 9 - Tekstslide

Schrijfopdracht - betoog
Leerdoelen:
2F Ik bezit een basis: onderwerp, deelonderwerpen, alinea's, tekstverbanden, signaalwoorden, spelling en formulering, bouwplan.
3F Ik kan de structuur van de tekst aan het doel van de tekst aanpassen.
3F Ik kan een betoog schrijven met een inleiding, een middenstuk en een slot



Slide 10 - Tekstslide

Schrijfopdracht - betoog
Hoe pak je het aan?
  • Denk na over een geschikt onderwerp.
  • Formuleer een standpunt dat aansluit bij jouw leesboek.
  • Maak een bouwplan.
  • Schrijf het middenstuk, waarbij je voor elk argument een aparte alinea gebruikt. Het argument ondersteun je met feiten.
  • Schrijf een inleiding waarin je de aandacht van de lezer trekt en je standpunt geeft.
  • Schrijf een slot waarin je je standpunt (= conclusie) herhaalt in iets andere bewoordingen. 
  • Let op signaalwoorden, witregels, etc.
  • Check pas aan het eind spelling, formulering, leestekens, etc.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
Denk na over welk standpunt jij een betoog zou willen schrijven. Je mag internet gebruiken om op zoek te gaan naar ideeën.
timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Bouwplan
Je begint niet direct met het schrijven van het betoog. Eerst denk je na over wát je wilt gaan schrijven. Deze informatie zet je in het bouwplan. 

  • Inleiding: trek de aandacht van de lezer, omschrijf het onderwerp, kondig jouw standpunt aan met een signaalwoord als: Ik vind 
  • Middenstuk: denk na over welke (tegen)argumenten je gebruikt. Gebruik bij elk nieuw argument (in steekwoorden) signaalwoorden voor een opsomming: om te beginnen, bovendien, vervolgens, daarnaast, ten slotte
  • Slot: herhaal kort je standpunt en gebruik signaalwoorden voor een conclusie: al met al, kortom, daarom, dus.

Slide 13 - Tekstslide

Bouwplan betoog

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht deze les
Kies een onderwerp waar jij een betoog over gaat schrijven en formuleer een standpunt.

Download vervolgens het bouwplan en vul deze in. Ga alvast op zoek naar bronnen. 

Klaar? Lever het bouwplan in via Teams.
timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk

Bouwplan af.
Inleveren via Teams.




Slide 16 - Tekstslide