Les 5. Afronding

LEVENSBESCHOUWING
HV1
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

LEVENSBESCHOUWING
HV1

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
Opening
  • Toetsvoorbereiding (1)
  • Leerdoelen
Portlands brandende hart
Toetsvoorbereiding (2)
Afronding

Slide 2 - Tekstslide


Eerlijkheid
A
Norm
B
Waarde

Slide 3 - Quizvraag


Gelijkheid
A
Norm
B
Waarde

Slide 4 - Quizvraag


Rijd niet door bij een rood licht.
A
Norm
B
Waarde

Slide 5 - Quizvraag


Draag een mondkapje in de gang.
A
Norm
B
Waarde

Slide 6 - Quizvraag


Wat komt eerst?
A
Norm
B
Waarde

Slide 7 - Quizvraag

Antwoorden
Wat ga je doen?
  • Vergelijk in tweetallen de antwoorden die je hebt gegeven.
  • Leg uit waarom jij denkt dat jouw antwoord goed is; doe dit ook als jullie hetzelfde antwoord hebben gegeven!

1. Eerlijkheid / 2. Gelijkheid / 3. Rood niet door bij een rood licht. / 4. Draag een mondkapje in de gang. / 5. Wat komt eerst?

Slide 8 - Tekstslide

Antwoorden
  1. B: (Eerlijkheid / Waarde)
  2. B: (Gelijkheid / Waarde)
  3. A: (Rijd niet door bij een rood licht. / Norm)
  4. A: (Draag een mondkapje in de gang. / Norm)
  5. B: (Normen komen voort uit waarden)

Slide 9 - Tekstslide

Normen en waarden
Norm (= de gedragsregel waaraan je je moet houden)
  • Geeft antwoord op de vraag wat je moet doen.
Waarde (= de motivatie voor een bepaalde norm)
  • Geeft antwoord op de vraag waarom iets moet doen.

Slide 10 - Tekstslide

Toetsvoorbereiding (1)
Wat moet je leren?
  • Leerdoelen
  • Aantekening
Hoe ziet de toets eruit?
  • Schriftelijke overhoring (SO; weging: 1)
  • Meerkeuzevragen én open vragen

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Ik ken de begrippen waarden en normen. Ik kan in eigen woorden uitleggen wat hiermee wordt bedoeld en wat het verband is tussen beide begrippen.
  2. Ik kan uitleggen op welke manier waarden en normen met levensbeschouwing te maken hebben.
  3. Ik kan waarden en normen herkennen in tekst- en beeldfragmenten. Ik kan hierop reflecteren.
  4. Ik kan de waarden en normen herkennen in verschillende contexten, zoals familie, school, etc.
  5. Ik kan mijn eigen normen en waarden herkennen en benoemen. Ik kan uitleggen hoe deze normen en waarden zijn ontstaan.




Slide 12 - Tekstslide

Journalist
Noteer in je schrift een antwoord op de volgende vragen:
  • Wat doet een journalist?
  • Welke waarden en normen horen bij dit beroep?

Slide 13 - Tekstslide

Portlands brandende hart
Wat ga je doen?
Kijk de documentaire Portlands brandende hart.
Noteer in je schrift:
  • Welke personen spelen een belangrijke rol in de documentaire? Noteer per persoon wat hij, zij of een hele organisatie wil bereiken.
  • Welke normen en waarden zie je terug bij deze personen?

Slide 14 - Tekstslide

Toetsvoorbereiding (2)
Wat ga je doen?
  • Maak van leerdoel 1., 2. en 5. een (open) vraagzin.
  • Geef hierop vervolgens uitgebreid antwoord.

Slide 15 - Tekstslide

Afronding
Toetsvoorbereiding
  • Zorg ervoor dat je de leerdoelen goed hebt doorgenomen. Controleer of je de doelen beheerst door van elk leerdoel een vraagzin te maken en daarop zelf een antwoord te geven.

Slide 16 - Tekstslide