Blok 1 week 6 les 1

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 5

Herfst

Herfst

Doel van de les

Aan het einde van de les kun je:

• Uitleggen waarom het handig is dat je tijdens het lezen plaatjes maakt in je hoofd. 
• Vertellen hoe de plaatjes in je hoofd eruitzien. 
• Vertellen dat plaatsjes soms veranderen als je verder leest. 

De titel van de tekst is 'Herfst'. Welk plaatje krijg jij in je hoofd bij deze titel? Vul in. Ik zie...... ik ruik..... ik proef...... ik voel...... ik hoor......

Samen lezen: inleiding en 1e alinea

• modelen inleiding en het visualiseren tekenen op het bord 
• 1e alinea: samen tekenen hoe de blaadjes van kleur veranderen en van de boom vallen

Waarom past dit plaatje goed bij de 1e alinea?

1. Het plaatje en de tekst gaan over de kleuren van de blaadjes.
2. Het plaatje en de tekst gaan over kale bomen.
3. Het plaatje en de tekst gaat over bomen die doodgaan.
4. Het plaatje en tekst gaan over het mooie weer in de herfst.

We lezen verder, de 2e alinea

Onder het lezen mag je de plaatjes tekenen die in je op komen bij het lezen. 

Wat heb je allemaal getekend? 

Wat kan een goede titel zijn bij de 2e alinea?

1. Eekhoorns
2. Dieren in de herfst
3. Schutkleur
4. Dikke vacht

Wat zou ook een goed plaatje zijn bij de 2e alinea?

1. Een vos met jonge vosjes
2. Kikkerdril in de sloot
3. Een eekhoorn die nootjes zoekt
4. Een vogel die haar jonkies leert vliegen

We lezen verder.... de 3e alinea

• Welke plaatjes passen hier goed bij? 
• Wat zie je, ruik je, proef je, hoor je, voel je? 

Hoe heten deze vragen:
Welke gewassen worden geoogst?
Waarom staan koeien op stal in de herfst?
Wat eten koeien in de winter?

1. Quiz vragen
2. W/H vragen
3. ABCD vragen
4. Meerkeuzevragen

Wat is een goede titel voor de 3e alinea?

1. Groente
2. Mest
3. Herfst op de boerderij
4. Koeien

Hoe noemen we deze tekstsoort?

1. Pleziertekst
2. Instructieve tekst
3. Reclametekst
4. Informatieve tekst

herfst

zaaien

oogsten

peren

aardbeien

koe in de wei

koe op stal

groene blaadjes

rode, oranje, bruine blaadjes

dikke vacht

veel insecten

Wat weet je nu meer over de herfst dan aan het begin van de les? (Het antwoord mag in steekwoorden. )