In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de definitie van stroom(sterkte)?
Slide 2 - Woordweb
Geef de wet van ohm
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Serieschakeling
Parallelschakeling
Slide 12 - Sleepvraag
In welk punt van deze schakeling is de stroomsterkte het grootst?
A
punt 1
B
punt 2
C
In beide punten is de stroomsterkte dezelfde
Slide 13 - Quizvraag
Rangschik de spanningen tussen de verschillende punten U12, U34 en U45 in deze stroomkring met twee dezelfde lampen.
A
U12 = U34 < U45
B
U12 = U34 = U45
C
U12 < U34 = U45
D
U12>U34 = U45
Slide 14 - Quizvraag
Rangschik de stromen in punten 1, 2, 3, 4, 5 en 6. De weerstanden van de lampen hebben dezelfde waarde.
A
I1 = I2 = I3 = I4 < I5 = I6
B
I1 = I2 = I3 = I4 = I5 = I6
C
I1 < I2 < I3 < I4 < I5 < I6
D
I1 < I2 = I3 < I4 < I5 = I6
Slide 15 - Quizvraag
Drie weerstanden van 4,0 Ω, 6,0 Ω en 8,0 Ω staan in serie. Over de weerstand van 8Ω meet je 24 V. Bereken de spanning over de bron en de stroomsterkte.
Slide 16 - Tekstslide
Drie gelijke weerstanden zijn parallel aangesloten op 120 V. De totale stroomsterkte is 20mA. Hoe groot is de vervangingsweerstand? Hoe groot is elke weerstand?