Opera

Opera en voorgangers
In deze lesson up zie je 3 keer klassieke muziekstukken die een verhaal vertellen uit 3 verschillende tijden.

Analyseer alledrie de stukken -> Hoe passen zij in de context van de tijd?
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Opera en voorgangers
In deze lesson up zie je 3 keer klassieke muziekstukken die een verhaal vertellen uit 3 verschillende tijden.

Analyseer alledrie de stukken -> Hoe passen zij in de context van de tijd?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Bestudeer het schema hiernaast.




Tomas Luis de Victoria: Sanctus

Slide 3 - Tekstslide

HOE? In een schema
Muziek
Melodie:
Toonduur
Tempo:
Dynamiek:
Klankkleur:

Slide 4 - Tekstslide

Consonanten en Dissonanten
Klanken die in harmonie zijn 
(prettig samenklinken) 
noemen we consonant. 
Klanken die dit niet doen 
noemen we dissonant.
Dissonanten mochten vanaf
het einde van renaissance wel.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Claudio Monteverdi - ohime, se tante omato (1603)

Monteverdi gebruikt voor dit madrigaal een polyfone compositie zonder begeleiding met het gebruik van dissonanten.
De mogelijkheid dissonanten te gebruiken vergroot de mogelijkheden voor expressie.
Schrijf in je schrift in je eigen woorden het verschil tussen consonant en dissonant.

Slide 7 - Tekstslide

Opera en basso continuo
Geinspireerd door het Griekse theater (of de renaissancistische interpretatie daarvan) ontstaat de opera.
Monteverdi is een grootmeester.
Tekst komt centraal te staan en wordt vaak begeleidt door 1 instrument, waarvan de partij wordt aangeduid in cijfers:
De basso continuo/getelde bas dus en deze kan flink improviseren.. Dit hoeft geen bas-instrument te zijn!

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Claudio monteverdi - L'Orpheo (1607)






L'Orpheo is een Opera
De tekst is het belangrijkste. Er is grote mate van expressie in de gezongen melodie.
Er wordt gebruik gemaakt van de basso continuo en dissonanten.
Het is een voorbeeld van Secondo Pratica.

Schrijf in je schrift de verschillen op tussen de Prima Pratica en de secunda pratica. Maak gebruik van je boek. Verwerk in ieder geval de woorden basso continuo en expressie in je beschrijving. 

Slide 10 - Tekstslide

Affectenleer
Al die vrije expressie door de mogelijkheid van improvisatie wordt aan banden gelegd door de affectenleer.

De affectenleer is een muzikaal systeem vanuit de gedachte dat zintuiglijkheden (zoals het gehoor -> Muziek) invloed hebben op de geestestoestand van de mens.
Door dit 'vaste systeem' worden muziekpartijen vastgelegd.
Voorbeeld: Als de dood zijn intreden doet daalt de toonsoort en met de gang naar de hemel, gaat de muzikale compositie ook weer omhoog.

De affectenleer zelf blijft niet lang populair, maar de vastlegging van muziek blijft.

Slide 11 - Tekstslide

  Erwartung
1909
  • Libretto Erwartung: nachtmerrie, angst, onlogisch, duister 
Het libretto gaat over een vrouw die haar man zoekt in het bos. langzaam wordt zij bevangen door noodlottige gedachten en vindt het dode lichaam van haar man in het bos.






Slide 12 - Tekstslide