NaSk1 jaar 3 - Les 18: Elektriciteit (3.2)

Welkom bij NaSk1
Pak voor je:
- Leerboek en werkboek A
- BINAS
- Rekenmachine
- Pen en potlood








Startopdracht:
In een nachtlampje zit een weerstand. Over deze weerstand staat een spanning van 4,0 V. Door die weerstand loopt een stroom van 0,025 A.
Bereken de grootte van de weerstand.


Hoe ziet deze weerstand er uit? Gebruik de tabel hiernaast.


1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij NaSk1
Pak voor je:
- Leerboek en werkboek A
- BINAS
- Rekenmachine
- Pen en potlood








Startopdracht:
In een nachtlampje zit een weerstand. Over deze weerstand staat een spanning van 4,0 V. Door die weerstand loopt een stroom van 0,025 A.
Bereken de grootte van de weerstand.


Hoe ziet deze weerstand er uit? Gebruik de tabel hiernaast.


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom bij NaSk1
Pak voor je:
- Leerboek en werkboek A
- BINAS
- Rekenmachine
- Pen en potlood








Startopdracht:
In een nachtlampje zit een weerstand. Over deze weerstand staat een spanning van 4,0 V. Door die weerstand loopt een stroom van 0,025 A.
Bereken de grootte van de weerstand.

Hoe ziet deze weerstand er uit? Gebruik de tabel hiernaast.



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom bij NaSk1
Pak voor je:
- Boeken en schrift
- Etui
- BINAS
- Rekenmachine





Startopdracht:
In een nachtlampje zit een weerstand. Over deze weerstand staat een spanning van 4,0 V. Door die weerstand loopt een stroom van 0,025 A.
Bereken de grootte van de weerstand.

Hoe ziet deze weerstand er uit? Gebruik de tabel hiernaast.



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Lesdoelen
  • Bespreken tentamen
  • Uitleg over weerstand 
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Wat is het vermogen van een apparaat?
  • Hoe bereken je het vermogen?
  • Hoe meet je het energiegebruik?
































Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens de les wil ik dat je:
1. Luistert als ik praat
2. Naar elkaar luistert
3. Je spullen voor je hebt
4. Je zo gedraagt dat je de lesstof meekrijgt
5. Respectvol bent naar je klasgenoten en mij


Slide 6 - Tekstslide

Nu absenties

Slide 7 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Bespreken huiswerk

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.2: Weerstand

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Totale weerstand serieschakeling

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weerstanden als componenten
Je leest als volgt de weerstand af:

  1. de eerste twee ringen bepalen het getal
  2. de derde ring is de vermenigvuldigingsfactor (hoeveel nullen achter het getal komen)
  3. de vierde ring geeft de tolerantie van de weerstand aan (de onnauwkeurigheid)


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • De eerste twee ringen zijn bruin en groen. Bruin is 1 en groen is 5: het getal is 15.
  • De derde ring is rood: vermenigvuldig met 100. De weerstand is dus .
  • De vierde ring is rood: de tolerantie is 2%, dat is 30 Ω, dus 1500 plus of min 30 Ω. De weerstand ligt tussen 1470 Ω en 1530 Ω.


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk: opdracht 20 t/m 27 op pagina 106

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Watt is vermogen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vermogen
Vermogen is het energieverbruik per seconde verbruikt 

De afkorting voor vermogen is de hoofdletter van het Engelse woord voor vermogen, power.
 
De eenheid van vermogen is  watt (W).

1 kilowatt (kW) = 1000 W 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vermogen

Vermogen hangt af van spanning en stroomsterkte

Op ieder elektrisch apparaat staat het 
vermogen aangegeven op het typeplaatje.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

elektriciteit in huis
  • spanning op het stopcontact van 230V
  • Is dit altijd nodig? - Nee, niet ieder apparaat heeft zo'n hoge spanning nodig. 
  • Het ene apparaat zet per seconde meer energie om dan het andere 
  • Vermogen - energie dat apparaat per seconde omzet
  • watt of kW

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vermogen berekenen
Vermogen hangt af van spanning en stroomsterkte. vermogen kun je berekenen met:





P = vermogen in Watt (W)
U = spanning in Volt (V)
I = stroomsterkte in ampere (A)
P=UI

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grootheid
Symbool
Eenheid
afkorting
Spanning
U
Volt
V
Stroomsterkte
I
Ampere
A
Capaciteit
C
ampere-uur
Ah
Weerstand
R
ohm
Ω
Vermogen
P
Watt
W
Vul tabel aan:  

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbeeld berekening
voorbeeld berekening arbeid: 
Een wasmachine is aangesloten op het lichtnet (230V). de stroomsterkte door de wasmachine is 13,3 A. Bereken het vermogen van de wasmachine. 
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
  • U = 230 V             I = 13,3 A 
  • Vermogen P =?
  •  P = U x I
  •  P = 230 x 13,3 = 3059
  • Het vermogen is 3059 W

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken het vermogen van een boormachine met een spanning van 230V en een stroomsterkte van 3,9A? (formule, berekening, antwoord + eenheid)

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

 Energiegebruik
Hoe meet je energiegebruik?

  • Energiegebruik > omzetting van energie in apparaten
    - afhankelijk van het vermogen van apparaat
    - hoelang het apparaat gebruikt wordt
    - ene apparaat gebruikt meer energie dan ander apparaat

  • kilowattuurmeter > meet hoeveelheid elektrische energie een apparaat gebruikt en ook het totale energiegebruik in huis
    - geeft het energiegebruik aan in kilowattuur (kWh) > eenheid van energiegebruik

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken ZS
- Maak opdracht 4 t/m 12
- Pagina 111

- 10 minuten ZS
- Niet klaar? Huiswerk





timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Wat is het vermogen van een apparaat?
  • Hoe bereken je het vermogen?
  • Hoe meet je het energiegebruik?
































Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies