- enkelvoudige en samengestelde zinnen van elkaar kunnen onderscheiden
- een hoofdzin en een bijzin kunnen herkennen
- twee enkelvoudige zinnen kunnen herschrijven tot een samengestelde zin
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs
In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Samengestelde zinnen
- enkelvoudige en samengestelde zinnen van elkaar kunnen onderscheiden
- een hoofdzin en een bijzin kunnen herkennen
- twee enkelvoudige zinnen kunnen herschrijven tot een samengestelde zin
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Wat zijn samengestelde zinnen?
1. Een samengestelde zin is een zin die uit meerdere lossen (enkelvoudige) zinnen bestaat.
2. In een samengestelde zin zitten meerdere persoonsvormen.
Slide 3 - Tekstslide
Tel dus het aantal persoonsvormen!
zet de zin in een andere tijd
maak van meervoud enkelvoud of andersom
Slide 4 - Tekstslide
welke zin is een samengestelde zin?
A
De brandweermannen moeten de woningen inspecteren.
B
De kok moet de uitjes fruiten voordat de andere groenten erbij kunnen.
C
Ik zal de was aan de waslijn hangen.
D
Door de brand van afgelopen nacht heeft de doe-het-zelfzaak op de begane grond behoorlijke rookschade opgelopen.
Slide 5 - Quizvraag
Welke zin is een samengestelde zin?
A
Gisteren ontdekte ik dat mijn broer rookt.
B
In favoriete vakantiegebieden zijn de medewerkers van de vulploeg in de zomermaanden elke avond tot middenin de nacht aan het werk.
C
Sinds zijn vakantie in Laos lijkt Casper gek op Aziatische maaltijden te zijn.
D
Tegenwoordig stuurt de politie de bewoners bij calamiteiten een sms-bericht.
Slide 6 - Quizvraag
Hoe herken je een hoofdzin?
een hoofdzin kan op zichzelf bestaan
de persoonsvorm en het onderwerp staan bij elkaar en vooraan in de zin
Slide 7 - Tekstslide
Hoe herken je een bijzin?
deze kan niet op zichzelf bestaan
het onderwerp en de persoonsvorm staan niet bij elkaar en (bijna) achteraan in de zin
Slide 8 - Tekstslide
Als je de antwoorden allemaal goed hebt, vind ik je een bolleboos.
A
'Vind ik je een bolleboos' is de bijzin.
B
De zin bestaat uit twee hoofdzinnen.
C
'Vind ik je een bolleboos' is de hoofdzin.
D
De zin bestaat uit twee bijzinnen.
Slide 9 - Quizvraag
In de meivakantie ga ik heel hard studeren voor de repetitieweek, omdat ik dit schooljaar niet over wil doen.
A
'omdat ik dit schooljaar niet over wil doen' is de hoofdzin.
B
De zin bestaat uit twee hoofdzinnen.
C
'omdat ik dit schooljaar niet over wil doen' is de bijzin.
D
De zin bestaat uit twee bijzinnen.
Slide 10 - Quizvraag
Nevenschikkend voegwoord
verbindt twee hoofdzinnen met elkaar
en, want, maar, of
Slide 11 - Tekstslide
Onderschikkend voegwoord
verbindt een hoofdzin en bijzin met elkaar
hoofdzin - bijzin
bijzin - hoofdzin
Slide 12 - Tekstslide
Maak een samengestelde zin van: De fruitboom heeft mooi gebloeid. Door de droogte blijven de vruchten weg. Is deze zin nevenschikkend of onderschikkend?
Slide 13 - Open vraag
Evaluatie
- enkelvoudige en samengestelde zinnen van elkaar kunnen onderscheiden
- een hoofdzin en een bijzin kunnen herkennen
- twee enkelvoudige zinnen kunnen herschrijven tot een samengestelde zin