2K blok 3 grammatica

Blok 3 Grammatica
wel of geen lv? 


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Blok 3 Grammatica
wel of geen lv? 


Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Na deze les:
- kun je aangeven of er wel of geen lijdend voorwerp (lv) in een zin staat;
- kun je benoemen welke zinsdelen nooit lijdend voorwerp zijn;
- weet je wat voorzetsels zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Lesopzet
Uitleg lijdend voorwerp;
Uitleg voorzetsels;
Zelfstandig werk;
Leerdoelencheck.

Slide 3 - Tekstslide

Lijdend voorwerp
wie/wat + wwg + ond ?= lv

Slide 4 - Tekstslide

NOOIT lijdend voorwerp:
zinsdelen die hoeveelheden  aangeven zijn nooit lv.

maten                
gewichten
afstanden   
tijden

Slide 5 - Tekstslide

Dus...
'Maten, gewichten, afstanden en tijden zijn nooit 
lijdend voorwerp!'

Slide 6 - Tekstslide

Een zin heeft alleen een lijdend voorwerp als je antwoord kunt geven op de vraag:
Wie of wat
+
wwg
+
lv
onderwerp
=
Antwoorden op alle andere vragen zijn géén lijdend voorwerp. 

Slide 7 - Tekstslide

Roy drinkt iedere dag een glas melk.

In deze zin staat .....
A
wel een lijdend voorwerp
B
geen lijdend voorwerp

Slide 8 - Quizvraag

Ik rijd vijftig kilometer.

In deze zin staat .....
A
wel een lijdend voorwerp
B
geen lijdend voorwerp

Slide 9 - Quizvraag

Evelien wacht twee uur op haar vriend

In deze zin staat .....
A
wel een lijdend voorwerp
B
geen lijdend voorwerp

Slide 10 - Quizvraag

Joop geeft Hans een klap.

lijdend voorwerp=
A
Joop
B
geeft
C
Hans
D
een klap

Slide 11 - Quizvraag

De buurman maait elke week zijn gras.

lijdend voorwerp=
A
De buurman
B
zijn gras
C
elke week
D
er staat geen lv in.

Slide 12 - Quizvraag

Blok 3 Grammatica
woordsoortbenoeming 


Slide 13 - Tekstslide

Woordsoorten
Je hebt al een aantal woordsoorten geleerd. 

werkwoorden
lidwoorden
zelfstandige naamwoorden
bijvoeglijke naamwoorden
voorzetsels

Slide 14 - Tekstslide

voorzetsels

Slide 15 - Tekstslide

ezelsbruggetje
... de kooi

... de doos

of

... het schoolfeest. 

Slide 16 - Tekstslide

schrijf 3 voorzetsels op

Slide 17 - Open vraag

Opdracht
Bestudeer de theorie en maak:
Wat: Blok 3, grammatica, opdr. 1 t/m 14 (paragraaf 3.3 t/m 3.5);
Hoe: Je maakt en leert dit alleen of in stil overleg met je buur;
Tijd: tot 5 minuten voor het eind van de les.

Slide 18 - Tekstslide