5.2 - Organismen + 5.3 - Populaties (A4)

Thema 5 - Ecologie
Atheneum 4
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 5 - Ecologie
Atheneum 4

Slide 1 - Tekstslide

Thema 5 - Ecologie
5.1 - Ecologie op alle organisatieniveaus
5.2 - Organismen
5.3 - Populaties
5.4 - Ecosystemen
5.5 - Veranderende ecosystemen

Slide 2 - Tekstslide

5.1 - Ecologie op alle organisatieniveaus

Herhaling

Slide 3 - Tekstslide

Ecologie op alle niveaus
Ecologie 
Environmental DNA (eDNA) 
Ecogenomica 

Slide 4 - Tekstslide

Ecologie op alle niveaus
Ecologie - wetenschap waarbij wisselwerking tussen organismen en hun omgeving wordt bestudeerd
Environmental DNA (eDNA) - DNA-bevattende delen in een ecosysteem (haar, schubben, etc.)
Ecogenomica - onderzoek a.d.h.v. genoom naar soorten in een gebied

Slide 5 - Tekstslide

Ecologie op alle niveaus
Biotisch vs. abiotisch 

Emergente eigenschappen

Slide 6 - Tekstslide

Ecologie op alle niveaus
Biotisch vs. abiotisch - Levende vs. levenloze natuur

Emergente eigenschappen - eigenschappen die specifiek voor het organisatieniveau zijn (bij populatie bijv. dichtheid, geboortecijfer, etc.)

Slide 7 - Tekstslide

5.2 - Organismen
5.3 - Populaties

Slide 8 - Tekstslide

Doelen van deze paragrafen
Je kunt de invloed van de belangrijkste abiotische factoren op organismen beschrijven
Je kunt veranderingen van abiotische en biotische factoren en hun onderlinge wisselwerking beschrijven
Je kunt binnen een ecosysteem vormen van concurrentie en coöperatie onderscheiden
Je kunt beschrijven hoe de populatiedichtheid wordt beïnvloed door factoren

Slide 9 - Tekstslide

Klimaat
Klimaat -> combinatie van abiotische factoren (niet-levende natuur)
Macroklimaat -> vrijwel dezelfde omstandigheden in grote gebieden
Kleine verschillen tussen kleinere gebieden -> microklimaat

Vb: Nederland heeft 1 macroklimaat, maar veel microklimaten

Slide 10 - Tekstslide

Abiotische factoren

Bodem
Licht
Temperatuur

Slide 11 - Tekstslide

Tolerantie
Verspreidingsgebied (areaal)
Tolerantiegrens
Beperkende factor
Tolerantiegebied
Optimum -> Optimumkromme

Slide 12 - Tekstslide

Optimumkromme

Slide 13 - Tekstslide

Aan het werk
Maken: 8 t/m 10

Tweede deel blokuur tijd om het af te maken

Slide 14 - Tekstslide

5.3 - Populaties

Slide 15 - Tekstslide

Populaties
Concurrentie (tegen elkaar) of coöperatie (met elkaar)

Concurrentie voor licht, voedsel, ruimte, etc.
Coöperatie in paren of groepen, langdurig of tijdelijk

Slide 16 - Tekstslide

Symbiose = samenleven van verschillende soorten
Er zijn 3 vormen van symbiose:
  • Mutualisme
  • Commensalisme 
  • Parasitisme

  • geen voordeel is
    geen symbiose

Slide 17 - Tekstslide

Dynamiek binnen populatie
Hoeveelheid individuen op bepaald oppervlakte (land) of in bepaald volume (water)

Varieert per soort
Roofdieren vaak weinig individuen per m2 of m3 
(kleine) prooidieren vaak veel individuen per m2 of m3

Slide 18 - Tekstslide

Verspreiding
Dichtheid geeft niet alle informatie,
Verspreiding verschilt per soort

Slide 19 - Tekstslide

Populatiedichtheid
Populatie-afhankelijke factoren:




Populatie-onafhankelijke factoren: vaak door klimaat en niet op vaste momenten (bijv. bosbrand, hevige sneeuwval, etc.) 

Slide 20 - Tekstslide

Populatiegrootte
Bepaald door:
 geboortecijfer - hoeveel nieuwe individuen geboren;
sterftecijfer - hoeveel individuen gestorven;
migratiecijfer - hoeveel individuen verlaten populatie

Slide 21 - Tekstslide

Evenwicht
Populatiegrootte vaak in dynamisch evenwicht (groei en krimp wisselen elkaar af)
Invloeden van buitenaf kunnen dit beïnvloeden, bijv. uitheemse soorten

Uitheemse soorten door menselijk toedoen toegetreden: exoten (invasief, sterker dan huidige populaties)

Slide 22 - Tekstslide

Exoten
Grote, snelle groei doordat er veel voedsel is voor invasieve soort: J-vormige groeicurve 

Alleen bij hoog geboortecijfer

Slide 23 - Tekstslide

Draagkracht
Hoeveel individuen kunnen overleven in bepaald gebied? o.a. bepaald door hoeveelheid voedsel
Te grote populatie -> draagkracht overschreden -> sterfte
Te grote overschrijding -> draagkracht (tijdelijk) verlaagd

Voorbeeld: rupsenplaag

Slide 24 - Tekstslide

Uitheemse soorten
Laag geboortecijfer: s-vormige groeicurve
Als omstandigheden geen groei meer toelaten, stompt populatietoename af

Slide 25 - Tekstslide

Vragen

Slide 26 - Tekstslide

Aan het werk
Maken: 
8 t/m 17
Lezen: 
5.4
Begrippen:
Macroklimaat                                  dichtheidsafhankelijke factoren
Microklimaat                                    evenwicht
Tolerantie                                           dichtheidsonafhankelijke 
verspreidingsgebied (areaal)                    factoren
tolerantiegrens                                geboortecijfer
beperkende factor                          sterftecijfer
tolerantiegebied                              migratie
optimum                                              uitheems
optimumkromme                            inheems
concurrentie                                     invasief
niche                                                      exoot/exoten
coöperatie                                         j-vormige groeicurve
symbiose                                           draagkracht
mutualisme                                      s-vormige curve
commensalisme
parasitisme
populatiedichtheid
verspreidingspatroon


Doelen:
Je kunt de invloed van de belangrijkste abiotische factoren op organismen beschrijven
Je kunt veranderingen van abiotische en biotische factoren en hun onderlinge wisselwerking beschrijven
Je kunt binnen een ecosysteem vormen van concurrentie en coöperatie onderscheiden
Je kunt beschrijven hoe de populatiedichtheid wordt beïnvloed door factoren

Slide 27 - Tekstslide