10/6 (Betoog) + discussie 2h

vrijdag 10/6 2h
  • opbouw discussie/tijdbewaker
  • discussie + observeren
  • hoe voorbereiden op leestoets
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

vrijdag 10/6 2h
  • opbouw discussie/tijdbewaker
  • discussie + observeren
  • hoe voorbereiden op leestoets

Slide 1 - Tekstslide

Iedereen heeft deze les een taak 
  • discussieleider: je bewaakt de orde in de discussie/geeft mensen het woord 
  • discussiëren: je neemt zelf deel aan de discussie.
  • tijdbewaker: zie uitleg volgende dia
  • jury: je vult een beoordelingsformulier in dat je van je docent krijgt.
  • observant: let op duidelijkheid, houding, stemgebruik, doorvragen, weerleggen. Wie doet het het beste en waarom?

Slide 2 - Tekstslide

tijdbewaker

Een tijdbewaker houdt de tijd in de gaten en geeft door middel van handgebaren aan hoeveel tijd de spreker nog heeft: 

1 minuut: wijsvinger

halve minuut: hand gebogen

10 seconden: 10 vingers opsteken

Slide 3 - Tekstslide

Opbouw discussie

speech voorstander (staand) : 1 minuut

speech tegenstander (staand): 1 minuut

vrije ronde: 3 minuten

1 minuut: overleg om slotwoord voor te bereiden

slotwoord: 1 minuut tegenstander (staand)

1 minuut voorstander (staand)

Slide 4 - Tekstslide

Groepjes 2Hb
  • Tayla, Jill, Chris, Jonathan
  • Lindsey, Anna, Bloem, Thijs, Sieb
  •  Jesse, Ties, Dax, Minke, Tara
  • Hadassa, Lynn, Jip, Lodewijk, Jullian

Slide 5 - Tekstslide

Groepjes 2He
  • Tessa, Isolde, Joran, Roan, Jelte
  • Jade, Jagoda, Rafaella, Naomi
  • Nienke, Jara, Dave, Ties
  • Lisa, Eline, Mike, Jeftha, Tycho
  • Suze, Fenna, Luuk, Sven 

Slide 6 - Tekstslide

aandachtspunten toets Lezen 1-6
  • Antwoord in hele zinnen en herhaal in je antwoord de kern van de vraag (anders -0.5 p) Dit geldt ook voor hoofdletters/leestekens.
  • onderwerp formuleer je zo kort mogelijk (1-3 woorden)
  • inleiding + slot herkennen, zoek kenmerken hiervan op
  • voor welk publiek is tekst bedoeld + uitleg
  • Als je je antwoord moet toelichten, moet je uitleggen. Zo niet, dan krijg je meestal geen punten.
  •  tekstverbanden en signaalwoorden herkennen (zie ELO)
  • kernzin (=belangrijkste zin van alinea) herkennen

Slide 7 - Tekstslide

voorbereiden toets lezen
  • Leer de theorie van Lezen hoofdstuk 1 t/m 6.
  • Je moet deze theorie vooral kunnen toepassen.
  • Kijk de opdrachten die je hebt gemaakt van deze hoofdstukken door en kijk wat niet goed ging. 
  • maak de opdrachten nog eens online
  • oefen op de site Cambiumned. het onderdeel lezen als je nog meer wilt oefenen.

Slide 8 - Tekstslide

opdracht discussie 9 (+ 10) juni
  • Groepje van 4 a 5 leerlingen
  • kies een discussieleider uit de klas
  • stelling kiezen van debatstelling.nl of zelf een bedenken 
  • voor- en tegenargumenten bedenken en noteren met AUB-methode
  • speech voorbereiden voorstander (1 min.)
  • speech voorbereiden tegenstander (1 min.)
  • vrije ronde (3 min.)
  • slot voorbereiden tegenstander (1 min.)
  • slot voorbereiden voorstander (1 min.)

Slide 9 - Tekstslide

Opbouw betoog: alinea 1
  • Titel (zonder persoonsvorm)
  • Alinea 1=Inleiding: anekdote/actualiteit/voorbeeld + standpunt (1 alinea) Laatste zin van betoog is je standpunt. Je mag de stelling letterlijk overnemen of 'ik vind..'gebruiken. In het middenstuk mag je nooit 'ik vind' gebruiken!

Slide 10 - Tekstslide

middenstuk (kern)
Alinea 2 tot en met 4:
Deze alinea's begin je met een signaalwoord voor opsomming. (ten eerste, ook, bovendien, enz.)
Na het signaalwoord plaats je de persoonsvorm. Zo formuleer je een goede zin.
Daarna volgt je argument met uitleg en evt. een voorbeeld
In het middenstuk mag je nooit 'ik vind' gebruiken!

Slide 11 - Tekstslide

slot
In het slot vat je je standpunt plus alle argumenten samen. Je gebruikt een signaalwoord voor een concluderend verband. (dus, kortom, samengevat, concluderend) De argumenten (kernzinnen) som je niet op met komma's ertussen, maar formuleer je per zin.
Je geeft geen nieuwe informatie in het slot!
Je eindigt je betoog met een mooie slotzin die niet activerend is en de lezer niet aanspreekt.
 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

opdracht betoog schrijven 
  • Kies een stelling van debatstellingen.nl (kies uit niveau 2-4) Niet dezelfde als met discussie of uit opdracht 3!
  • Noteer eerst 3 argumenten voor de stelling 
  • Schrijf de inleiding nog zonder argumenten te noemen
  • Schrijf het middenstuk en begin elke alinea met een signaalwoord voor opsomming en dan een argument.
  • Schrijf je slot en begin met een signaalwoord voor een concluderend verband. Geen nieuwe info. in het slot. Herhaal argumenten en bedenk een mooie slotzin. Lever de tekst voor dinsdag in via de ELO.

Slide 14 - Tekstslide

Voorbereiden discussie
  • Zoek samen met je groepje een stelling uit van debatstellingen.nl of verzin er zelf een
  • Bedenk/zoek zoveel mogelijk argumenten voor en tegen de stelling. Lees hier artikelen/informatie over op internet. 

Slide 15 - Tekstslide

Betoog kort

Met een betoog wil je het publiek overtuigen van jouw mening in de vorm van een standpunt. Het standpunt is de laatste zin van de inleiding.

Je onderbouwt je mening met  drie argumenten. Deze argumenten ondersteun je met uitleg of voorbeelden (AUB-methode)

In het slot vat je de argumenten kort samen en herhaal je je standpunt. Je sluit af met een mooie slotzin.

Slide 16 - Tekstslide

Algemene regels betoog
  • je spreekt de lezer niet aan
  • je gebruikt niet te veel 'je' (alleen als 'men' bedoeld)
  • je maakt goedlopende zinnen die niet met een voegwoord beginnen (zoals: maar, en, omdat, want, dat, enz.)
  • getallen onder de 20 schrijf je voluit
  • je gebruikt geen afkortingen

Slide 17 - Tekstslide

stelling zoeken en schrijfplan maken
  • Zoek een stelling van de site debatstelling.nl Je kiest een stelling van niveau 1-3 (kun je selecteren op niveau)
  • maak een schrijfplan
  • Inhoud schrijfplan: inleiding (hoe?) + standpunt
  • alinea 2,3 en 4: argumenten voor deze stelling + uitleg
  • slot: herhalen standpunt + argumenten + uitleg + een mooie slotzin
  • Belangrijk: spreek de lezer niet aan!

Slide 18 - Tekstslide

Pak je leesboek erbij!
Je gaat 10 minuten lezen.

Boek niet bij je? Pak er een uit het kratje. 
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

maken blz. 115 opdracht 3
5 alinea's:
  • 1e alinea: kennismaken met onderwerp, laatste zin = stelling
  • 2e-4e alinea: argumenten voor de stelling (begin met signaalwoord voor opsomming) AUB-model
  • 5e alinea: samenvatting van stelling, argumenten en mooie slotzin bedenken. (begin met signaalwoord voor samenvatten/concluderen)

Slide 20 - Tekstslide