Herhaling retailrekenen h1 t/m 4

                             Herhaling retailrekenen h1 t/m 4
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
RetailMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

                             Herhaling retailrekenen h1 t/m 4

Slide 1 - Tekstslide

Wat betaald een klant als hij
6% korting krijgt van € 968

Slide 2 - Open vraag

Wat betaald een klant als hij
6% korting krijgt van € 968

94% van € 968 = € 909,92


Slide 3 - Tekstslide

Bereken de korting als een klant
28% korting krijgt van € 2.578,50

Slide 4 - Open vraag

Bereken de korting als een klant
28% korting krijgt van € 2.578,50

28% van € 2.578,50 = € 721,98


Slide 5 - Tekstslide

Bereken de brutowinst in procenten van de omzet.
De omzet is € 145.750,00
Brutowinst € 36.437,50

Slide 6 - Open vraag

Bereken de brutowinst in procenten van de omzet.
De omzet is € 145.750,00 (= 100%)
Brutowinst € 36.437,50

€ 36.437,50 / € 145.750,00 x 100% = 25%


Slide 7 - Tekstslide

Druk de brutowinst uit in een percentage van de omzet. Rond zo nodig af op één decimaal.
Brutowinst € 102.104,00. De omzet is € 328.450,00

Slide 8 - Open vraag

Druk de brutowinst uit in een percentage van de omzet.
Rond zo nodig af op één decimaal.
Brutowinst € 102.104,00. De omzet is € 328.450,00

€ 102.104,00 /  € 328.450,00 x 100 = 31,1%


Slide 9 - Tekstslide

Yasmin heeft met haar onderneming vorig jaar een omzet behaald van
€ 845.000. Ze had de volgende kosten:
Personeelskosten€ 109.850, Huisvestingskosten € 76.050
en overige bedrijfskosten € 92.950.
Bereken de personeelskosten in procenten van de omzet.

Slide 10 - Open vraag

Yasmin heeft met haar onderneming vorig jaar een omzet behaald van 
€ 845.000. Ze had de volgende kosten: 
Personeelskosten € 109.850, Huisvestingskosten € 76.050
en overige bedrijfskosten € 92.950.
Bereken de personeelskosten in procenten van de omzet.

€ 109.850 / € 845.000 x 100% = 13 %


Slide 11 - Tekstslide

Yasmin heeft met haar onderneming vorig jaar een omzet behaald van
€ 845.000. Ze had de volgende kosten:
Personeelskosten€ 109.850, Huisvestingskosten € 76.050
en overige bedrijfskosten € 92.950.
Bereken hoeveel de totale bedrijfskosten zijn in procenten van de omzet.

Slide 12 - Open vraag

Yasmin heeft met haar onderneming vorig jaar een omzet behaald van 
€ 845.000. Ze had de volgende kosten: 
Personeelskosten € 109.850, Huisvestingskosten € 76.050
en overige bedrijfskosten € 92.950.
Bereken hoeveel de totale bedrijfskosten zijn in procenten van de omzet.

€ 109.850 + € 76.050 + € 92.950 = € 278.850 totale bedrijfskosten
€ 278.850 / € 845.000 × 100% = 33%


Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel is 2‰ van € 548.298,00

Slide 14 - Open vraag

Hoeveel is 2‰ van € 548.298,00

€ 548.298,00 / 1000 = € 548,30 x 2 = € 1.096,60 


Slide 15 - Tekstslide

Sjaak van Caulil, Marian van Gelderen en Anne Vossenaar hebben als verkopers recht op een bonus. Er is € 1.235 te verdelen. Zij hebben afgesproken dat ze dit geld verdelen in de verhouding 4:3:8. Hoeveel krijgt Anne?

Slide 16 - Open vraag

Sjaak van Caulil, Marian van Gelderen en Anne Vossenaar hebben als verkopers recht op een bonus. Er is € 1.235 te verdelen. Zij hebben afgesproken dat ze dit geld verdelen in de verhouding 4:3:8. Hoeveel krijgt Anne?
4 + 3 + 8 = 15 
€ 1.235 / 15 = € 82,33 x 8 = € 658,67 


Slide 17 - Tekstslide

De prijzen van twee stoelen verhouden zich als 4: 5.
De duurste stoel kost € 180.
Bereken de prijs van de goedkoopste stoel.

Slide 18 - Open vraag

De prijzen van twee stoelen verhouden zich als 4: 5. 
De duurste stoel kost € 180. 
Bereken de prijs van de goedkoopste stoel.

Duurste stoel: € 180 staat gelijk aan 5.
€ 180 / 5 = € 36,00 x 4 = € 144,00  



Slide 19 - Tekstslide

De klant koopt 348 gram vis.
Deze kost € 2,45 per kilo.
Bereken hoeveel de klant afrekent.

Slide 20 - Open vraag

De klant koopt 348 gram vis.
Deze kost € 2,45 per kilo.
Bereken hoeveel de klant afrekent.

€ 2,45 / 1000 = € 0,00245 x € 348 = € 0,85



Slide 21 - Tekstslide

De klant koopt 1,5 pond gehakt.
Deze kost € 7,25 per kilo.
Bereken hoeveel de klant afrekent.

Slide 22 - Open vraag

De klant koopt 1,5 pond gehakt.
Deze kost € 7,25 per kilo.
Bereken hoeveel de klant afrekent.

1,5 pond gehakt = 1,5 x 500 gram = 750 gram.
0,75 x € 7,25 = € 5,44



Slide 23 - Tekstslide

Een klant laat twee struiken selderij afwegen. De prijs van een kilogram selderij is€ 1,59. De twee struiken wegen 675 gram.
Welk bedrag staat op het prijsetiket dat uit de prijsweegschaal komt?

Slide 24 - Open vraag

Een klant laat twee struiken selderij afwegen. De prijs van een kilogram selderij is € 1,59. De twee struiken wegen 675 gram.
Welk bedrag staat op het prijsetiket dat uit de prijsweegschaal komt?

€ 1,59 / 1000 gram = € 0,00159 x 675 gram = € 1,07·gram 



Slide 25 - Tekstslide

Een klant koopt de volgende artikelen:
• Een ons schouderham à€ 14,00 per kilo
• 250 gram boterhamworst à€ 0,80 per 100 gram
• 1 pond licht belegen kaas à€ 5,40 per kilo.
Bereken het bedrag dat deze klant afrekent.

Slide 26 - Open vraag

Een klant koopt de volgende artikelen:
• Een ons schouderham à € 14,00 per kilo = 0,10 x € 14,00 = € 1,40
• 250 gram boterhamworst à € 0,80 per 100 gram = 2,5 x € 0,80 = € 2,00
• 1 pond licht belegen kaas à € 5,40 per kilo. = 0,5 x € 5,40 = € 2,70
Bereken het bedrag dat deze klant afrekent. 

€ 1,40 + € 2,00 + € 2,70 = € 6,10 







Slide 27 - Tekstslide

In het schap van een supermarkt staan 12 rijen van 6 thermoskannen. De thermoskannen worden aangeleverd in dozen van 8 stuks. De verkoopprijs van een kan is€ 14,95.
Het gewicht van een kan is 750 gram.
Hoeveel kilo wegen 2 dozen thermoskannen in totaal?

Slide 28 - Open vraag

In het schap van een supermarkt staan 12 rijen van 6 thermoskannen. De thermoskannen worden aangeleverd in dozen van 8 stuks. De verkoopprijs van een kan is€ 14,95. 
Het gewicht van een kan is 750 gram.
Hoeveel kilo wegen 2 dozen thermoskannen in totaal?

2 dozen x 8 stuks = 16 stuks x 750 gram = 12 kilo






Slide 29 - Tekstslide

Een klant vraagt aan jou de prijs van 12 schuttingpalen met een lengte van 2,70 meter.
De prijs van deze palen is€ 1,29 per strekkende meter.
Wat is jouw antwoord op de vraag van deze klant?

Slide 30 - Open vraag

Een klant vraagt aan jou de prijs van 12 schuttingpalen met een lengte van 2,70 meter. 
De prijs van deze palen is € 1,29 per strekkende meter. 
Wat is jouw antwoord op de vraag van deze klant?

1 paal kost 2,70 mtr x € 1,29 = € 3,483
12 palen x € 3,483 = € 41,80






Slide 31 - Tekstslide

Een klant wil een houten schutting in zijn tuin plaatsen. De hoogte van de schutting is 1,80 meter en de lengte is 5,60 meter. De palen worden om de 70 cm gezet. De klant kiest voor de schutting tuinplank grenen hout 2 cm dik x 20 cm breed x 400 cm lang. Glad geschaafd en rechtkantig. De planken worden horizontaal tegen de palen geplaatst. Tussen de planken zit 58 millimeter ruimte.

Hoeveel palen heeft de klant nodig?

Slide 32 - Open vraag

Een klant wil een houten schutting in zijn tuin plaatsen. De hoogte van de schutting is 1,80 meter en de lengte is 5,60 meter. De palen worden om de 70 cm gezet. De klant kiest voor de schutting tuinplank grenen hout 2 cm dik x 20 cm breed x 400 cm lang. Glad geschaafd en rechtkantig. De planken worden horizontaal tegen de palen geplaatst. Tussen de planken zit 58 millimeter ruimte.  

Hoeveel palen heeft de klant nodig?

Lengte is 5,60 meter. Om de 70 cm palen. 5,60 meter / 0,70 = 8 palen






Slide 33 - Tekstslide

Een klant heeft zand nodig voor de zandbak van zijn kinderen. De zandbak is 6 meter bij 4 meter. Er komt een laag zand van 50 cm in. In een zak zit 0,08 m3 zand.
Hoeveel zakken zand heeft de klant voor de zandbak nodig?

Slide 34 - Open vraag

Een klant heeft zand nodig voor de zandbak van zijn kinderen. De zandbak is 6 meter bij 4 meter. Er komt een laag zand van 50 cm in. 
In een zak zit 0,08 m3 zand. 
Hoeveel zakken zand heeft de klant voor de zandbak nodig?

Aantal m3 = 6 mtr x 4 mtr x 0,50 mtr = 12 m3 zand
12 m3 / 0,08 m3 =150 zaken zand






Slide 35 - Tekstslide

Rob heeft een weiland van 410 meter lang en 165 meter breed. Hij wil rondom dit weiland schrikdraad zetten voor zijn paarden. Hij denkt aan drie rijen schrikdraad boven elkaar. Op een rol schrikdraad van€ 64,95 zit 250 meter schrikdraad.
Hoeveel rekent Rob af?

Slide 36 - Open vraag

Rob heeft een weiland van 410 meter lang en 165 meter breed. Hij wil rondom dit weiland schrikdraad zetten voor zijn paarden. Hij denkt aan drie rijen schrikdraad boven elkaar. 
Op een rol schrikdraad van€ 64,95 zit 250 meter schrikdraad.
Hoeveel rekent Rob af?

Omtrek = 410 mtr + 410 mtr + 165 mtr + 165 mtr = 1.150 mtr x 3 = 3.450 meter totaal
3.450 mtr / 250 mtr per rol = 13,8 rollen = 14 rollen
14 rollen x € 64,95 = € 909,30






Slide 37 - Tekstslide

Voor een concert zijn 6.000 kaartjes verkocht.
4.000 kaartjes hadden een prijs van€ 75 per stuk en
2.000 kaartjes een prijs van € 90.
Bereken de ongewogen gemiddelde prijs van een kaartje.

Slide 38 - Open vraag

Voor een concert zijn 6.000 kaartjes verkocht. 
4.000 kaartjes hadden een prijs van € 75 per stuk en 
2.000 kaartjes een prijs van € 90. 
Bereken de ongewogen gemiddelde prijs van een kaartje.

€ 75 + € 90 = €165,00 / 2 = € 82,50 







Slide 39 - Tekstslide

Een supermarkt verkoopt drie verschillende soorten appels:
• Granny Smith (voorraad 16 kilo), die € 1,35 per kilo kosten
• Golden Delicious (voorraad 24 kilo), die € 1,60 per kilo kosten
• Pink Lady (voorraad 35 kilo), die € 0,95 per kilo kosten.
Bereken de gewogen gemiddelde verkoopprijs van een kilo appels.

Slide 40 - Open vraag

• Granny Smith (voorraad 16 kilo), die € 1,35 per kilo kosten = € 21,60
• Golden Delicious (voorraad 24 kilo), die € 1,60 per kilo kosten = € 38,40
• Pink Lady (voorraad 35 kilo), die € 0,95 per kilo kosten = € 33,25
Bereken de gewogen gemiddelde verkoopprijs van een kilo appels.

€ 21,60 + € 38,40 + € 33,25 = € 93,25
16 + 24 + 35 = 75 kilo totaal
€ 93,25 / 75 = € 1,24 gewogen gemiddelde verkoopprijs









Slide 41 - Tekstslide




Bereken het ongewogen bruto uurloon.

Slide 42 - Open vraag

Bereken het ongewogen bruto uurloon.



€ 3,77 + € 10,91 + € 5,46 + € 8,72 = € 28,86 

€ 28,86 / 4 = €7,22 

Slide 43 - Tekstslide