Thema 5 Regeling: BS 5.6 t/m 5.8

Regeling
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Regeling

Slide 1 - Tekstslide

Hormoonstelsel

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij hormonen?

Slide 3 - Woordweb

Lesdoelen:

Basisstof 6:
Je kunt de verschillen tussen een gewone klier en een hormoonklier uitleggen;
 Je kunt de belangrijkste hormoonklieren van het lichaam benoemen. 
Basisstof 7:
 Je kunt de werking van hormonen uit de hypofyse beschrijven;
 Je kunt de werking van hormonen uit de schildklier beschrijven;

Basisstof 8:
Je kunt beschrijven hoe de bloedsuikerspiegel op pijl gehouden wordt met behulp van hormonen;

Slide 4 - Tekstslide

Hormoonstelsel
 = Alle hormoonklieren samen
Functie: het regelen van langzame processen zoals groei, ontwikkeling, stofwisseling en voortplanting
Aantekening

Slide 5 - Tekstslide

Hormoon
Chemische stof
Heeft regulerend effect op specifieke organen
Afgegeven door hormoonklieren
Reist door het bloed

Aantekening

Slide 6 - Tekstslide

Hormonen regelen langzame processen:
  • groei
  • ontwikkeling
  • stofwisseling  
  • voortplanting

Slide 7 - Tekstslide

Verschil gewone klier/ hormoonklier
Gewone klier: 
-zweetklier, speekselklier, etc.
- heeft een afvoerbuis om het product af te voeren

Hormoonklier:
- maakt hormonen
- Heeft geen afvoerbuis: geeft hormonen af aan het bloed

Slide 8 - Tekstslide

Zenuwstelsel
Hormoonstelsel
Langzame 
Zenuwstelsel
Hormoonstelsel
Basisstoffen
1 t/m 5
6 t/m 8
Signalen:
Impulsen
Hormonen
Doorgegeven via:
Zenuwcellen
Bloed
Snelheid
Snel
Langzaam
Duur
Kort
Lang
Verschil zenuwstelsel - hormoonstelsel

Slide 9 - Tekstslide

6 Hormonenklieren die je moet kennen:
  1. Hypofyse (Bs7)
  2. Schildklier (Bs7) 
  3. Bijnieren (Bs8)
  4. Eilandjes van Langerhans (in de alvleesklier) (Bs8)
  5. Teelballen (Thema voortplanting)
  6. Eierstokken (Thema voortplanting)

Slide 10 - Tekstslide

7 Hormonen die je moet kennen:
  1. Groeihormoon (Bs7)
  2. Schildklierhormoon (Bs7)
  3. Adrenaline (Bs8)
  4. Insuline (Bs8)
  5. Glucagon (Bs8)
  6. Mannelijke geslachtshormonen: testosteron (Th voortplanting)
  7. Vrouwelijke geslachtshormonen: oestrogeen en progesteron 

Slide 11 - Tekstslide

Het hormoonstelsel regelt vooral snelle, kortdurende processen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

De hypofyse hoort bij het
A
Zenuwstelsel
B
Spierstelsel
C
Hormoonstelsel
D
Uitscheidingstelsel

Slide 13 - Quizvraag

1. Het hormoonstelsel regelt processen in het lichaam door hormonen af te geven

2. Het zenuwstelsel regelt processen in het lichaam door impulsen
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 waar 2 nietwaar
D
1 nietwaar 2 waar

Slide 14 - Quizvraag

Sleep de juiste namen achter de nummers 
1 =
2 =
3 =
4 =
5 =
Schildkier
Hypofyse
Teelbal(len)
Eilandjes van Langerhans
Bijnieren

Slide 15 - Sleepvraag

Basisstof 7. 
De hypofyse en de schildklier
Basisstof 7. 
De hypofyse en de schildklier

Slide 16 - Tekstslide



Slide 17 - Tekstslide

Hypofyse
  • Hormoonklier die o.a. groeihormoon maakt
         -Groeihormoon regelt de groei van botten

  • Beïnvloed ook andere hormoonklieren:
            -Schildklier, teelballen, eierstokken

Aantekening

Slide 18 - Tekstslide


De hypofyse maakt een hormoon die de groei van de beenderen regelt

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

schildklier
is een hormoonklier in je hals, tegen het strottenhoofd
Stofwisseling,
groei en 
ontwikkeling.

Slide 22 - Tekstslide

Altijd al eens afgevraagd waarom sommige mensen alles kunnen eten en toch niet aankomen?

Slide 23 - Tekstslide

Schildklier
  • Hormoonklier die o.a. schildklierhormoon maakt
  • Schildklierhormoon beïnvloed: 
           -Stofwisseling, groei en ontwikkeling
Aantekening

Slide 24 - Tekstslide

te weinig jodium

dat zit bijvoorbeeld in brood

(of door ziekte)

Slide 25 - Tekstslide

Wat weet je over glucose?

Slide 26 - Woordweb

glucose
- In je voedsel komen vrijwel altijd koolhydraten voor. Koolhydraten worden in je darmkanaal verteerd tot onder andere glucose. GLucose wordt door de wand van de dunne darm heen opgenomen in het bloed.
- Glucose is de belangrijkste brandstof in je lichaam.
- Zonder glucose krijgt je lichaam geen energie en werken je cellen niet meer.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

De eilandjes van Langerhans

Slide 29 - Tekstslide

Regeling
Glucagon en insuline regelen het glucosegehalte van het bloed. Na een maaltijd stijgt het glucosegehalte met als gevolg dat er veel insuline wordt gemaakt. 

Insuline zorgt ervoor dat cellen het glucose (suiker) uit het bloed kan opnemen. Onder invloed van insuline daalt het glucosegehalte van het bloed totdat de bloedsuikerspiegel weer in balans is



Aantekening

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video